Lectionary Calendar
Friday, May 17th, 2024
the Seventh Week after Easter
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Genesis 11

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 11

Genesis 11:1.

TOREN TE BABEL, SPRAAKVERWARRING, GESLACHTEN VAN SEM.

I. Genesis 11:1-Genesis 11:9. Van het Armenische hoogland wenden zich de nakomelingen van Noach naar de vlakte van het land Sinear tussen de Eufraat en de Tiger. Omdat ze dachten, dat zij wegens overbevolking zich spoedig zouden moeten verstrooien, wilden zij een middel- en verenigingspunt maken, in overmoed tot aan de wolken opklimmen, en door vereniging van alle mensenkrachten Hem, die in de Hemel woont, trotseren. Maar de Heere komt neer, verbreekt de nog aanwezige band van eenheid, die van de taal, de noodzakelijkste voorwaarde van een gemeenschappelijk handelen, en dwingt hen uit de valse eenheid tot verstrooiing.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 11

Genesis 11:1.

TOREN TE BABEL, SPRAAKVERWARRING, GESLACHTEN VAN SEM.

I. Genesis 11:1-Genesis 11:9. Van het Armenische hoogland wenden zich de nakomelingen van Noach naar de vlakte van het land Sinear tussen de Eufraat en de Tiger. Omdat ze dachten, dat zij wegens overbevolking zich spoedig zouden moeten verstrooien, wilden zij een middel- en verenigingspunt maken, in overmoed tot aan de wolken opklimmen, en door vereniging van alle mensenkrachten Hem, die in de Hemel woont, trotseren. Maar de Heere komt neer, verbreekt de nog aanwezige band van eenheid, die van de taal, de noodzakelijkste voorwaarde van een gemeenschappelijk handelen, en dwingt hen uit de valse eenheid tot verstrooiing.

Vers 1

1. En de gehele aarde was, gedurende de eerste eeuw na de zondvloed, nog van n spraak en n taal, volgens de ouderen de Hebreeuwse, volgens de nieuwere een grondtaal, waaruit de latere, ook de Hebreeuwse, zich ontwikkeld heeft.

1) De Hebreeuwse taal onderscheidt zich door vaste en eenvoudige vormen, ongemene rijkdom ten aanzien van alles wat de betrekking van God tot de mensen aangaat. Zij voegt zich zeer geschikt naar de gedachten, met weinige woorden, die hun klank nabootsen..

Vers 1

1. En de gehele aarde was, gedurende de eerste eeuw na de zondvloed, nog van n spraak en n taal, volgens de ouderen de Hebreeuwse, volgens de nieuwere een grondtaal, waaruit de latere, ook de Hebreeuwse, zich ontwikkeld heeft.

1) De Hebreeuwse taal onderscheidt zich door vaste en eenvoudige vormen, ongemene rijkdom ten aanzien van alles wat de betrekking van God tot de mensen aangaat. Zij voegt zich zeer geschikt naar de gedachten, met weinige woorden, die hun klank nabootsen..

Vers 2

2. Maar het geschiedde, als zij nl. Nimrod en het volk, hetwelk hij om zich verzameld had van het Armenische hoogland, waar Noach na het uitgaan uit de ark zich eerst neergezet had, wegens hun buitengewone vermeerdering, tegen het Oosten (Zuid-Oosten) togen, dat zij een laagte, een bijzonder vruchtbare vlakte, zeer geschikt voor korenbouw, vonden in het land a) Sinear, dat is: Mesopotamië en Babylonië, en zij woonden een geruime tijd aldaar, door eenheid van taal en gezindheid aan elkaar verbonden. Doch, evenals vroeger onder Kaïns nakomelingen; nam het vergeten van God en een overmoedige gezindheid de overhand.

a) Genesis 10:10

Vers 2

2. Maar het geschiedde, als zij nl. Nimrod en het volk, hetwelk hij om zich verzameld had van het Armenische hoogland, waar Noach na het uitgaan uit de ark zich eerst neergezet had, wegens hun buitengewone vermeerdering, tegen het Oosten (Zuid-Oosten) togen, dat zij een laagte, een bijzonder vruchtbare vlakte, zeer geschikt voor korenbouw, vonden in het land a) Sinear, dat is: Mesopotamië en Babylonië, en zij woonden een geruime tijd aldaar, door eenheid van taal en gezindheid aan elkaar verbonden. Doch, evenals vroeger onder Kaïns nakomelingen; nam het vergeten van God en een overmoedige gezindheid de overhand.

a) Genesis 10:10

Vers 3

3. En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan; zijn er in dit land geen steengroeven, zo is er toch geschikte aarde, laat ons daarvan nemen en tichelen strijken en wl doorbranden. 1) En zij deden gelijk zij gezegd hadden en de tichel was hun voor steen, in plaats van uitgehouwen steen, en het lijm, 2) de asfalt, welke in die streek zo veelvuldig gevonden wordt, was hun voor leem tot verbinding van de tichelen.

1) De onlangs opnieuw onderzochte bouwvallen bewijzen, dat men in de zon gedroogde of gebakken stenen gebruikte en deze met asfalt verenigde. Deze asfalt is zo hard, dat men zelfs nu nog de stenen van elkaar moet slaan..

2) Hieruit blijkt duidelijk, dat om hun plan te volvoeren, zij met grote moeilijkheden te worstelen hadden, maar daardoor tevens dat hun plan vast stond, de raad Gods te trotseren. Het koste wat het koste, maar zij zouden tonen dat ligt hierin dat zij bestand waren tegen God en bij machte om de plannen van God tegen te werken. 4. En zij, verheugd over de uitvinding, die door proeven gebleken was goed te zijn, zeiden: Komt aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, waarvan de top in de hemel zij: en laat ons een naam voor ons maken a) streven naar roem en eer, 1) opdat wij niet misschien over de gehele aarde verstrooid 2) worden.

a) Isaiah 63:12; Jeremiah 32:20; Nehemia. 9:10

1)"Zich een naam te maken was het hoofddoel van de torenbouw (vgl. Genesis 6:4) De stad moest dienen, om tezamen beschermd te zijn tegen vijanden; de toren, die zij waanden ten hemel te kunnen optrekken, om van verre tot teken te zijn om de verstrooiing te voorkomen. In grote getale samenwonende, zouden zij anderen kunnen overweldigen en beheersen en groot zijn op aarde. Waarschijnlijk dachten zij ook aan de zondvloed, en wilden zij nu die toren hemelhoog maken om, zo opnieuw zulk een vloed kwam, zich in de hoogte te kunnen beveiligen. Zo waren zij ongelovig aan Gods belofte, en in plaats van in de vrees des Heren heil te zoeken, zochten zij behoud in grote werken, alsof er iets hoog voor de Heere zou zijn. Nog moeten wij opmerken, dat de geschiedenis van de torenbouw midden in de volkerenlijst wordt gevonden. Het verhaal van Sem's geslachtslijn wordt afgebroken, om te verhalen, hoe enige, misschien onder Nimrod, een naam (= Sem) wilden maken. Kanan zou een knecht van de knechten zijn naar Noach's profetie. Dat zullen de bewoners van Sinear's vlakte niet dulden. Zij zullen de raad van God omkeren en heersen. Zij zullen zich in de plaats stellen van Sem. Zij zullen de naam hebben, Zo zijn voor een daad dikwijls vele beweegredenen, en is een menigte van zonden tezamen gespannen tot n doel; maar de Heere vernietigt het door een wenk; Hij doet het hier als "de Heere," de Verbondsgod van Sem, en zegent deze naar Zijn belofte, waarvan het volgend geslachtsregister het bewijs geeft, daar Abram, de vriend Gods, de Vader der gelovigen, hem als zoon wordt gegeven..

In het oude Babylon bestond een ontzaglijke toren met een tempel aan Belus gewijd. Deze was vierkant, aan elke zijde ongeveer 463 Nederlandse el lang. Midden op dit gebouw stond een vierkante toren, half zo breed en lang als het gebouw, waarop hij rustte: op dit tweede gevaarte verhieven zich opnieuw dergelijke torens, in het geheel acht in getal. Rondom het gehele gebouw liep een trap van rustbanken voorzien. Boven op de laatste toren stond een grote tempel met een rustbed en een gouden tafel, maar zonder beeld. Enige tijd geleden zijn de ontzaglijke ruïnen van dit gebouw teruggevonden en beschreven. Zij droegen de naam van "Birs-Nimrod" (Burg van Nimrod). Aan de oostzijde vertonen zij zich in de gedaante van een langwerpige heuvel, waarvan de grondslag 2000 voet bedraagt. De tegenwoordige hoogte tot op de voet van de toren, die er zich op verheft, bedraagt 200 voet. De toren is 35 voet hoog. Aan de Westzijde vertonen zich deze bouwvallen mede in de vorm van een piramide. Zij bestaan uit schone, in het vuur gebakken stenen. Men kan nog slechts drie van de acht verdiepingen, waaruit de toren bestond, onderscheiden. Dit schijnen dan de overblijfselen te zijn van de toren, die toenmaals werd opgetrokken, en die waarschijnlijk de oudste bouwvallen van de gehele aarde uitmaken..

De Arabieren houden deze voor de door vuur verwoeste Babylonische toren. 2) Men vraagt vanwaar zij die kennis van de toekomstige verstrooiing hadden? Sommigen vermoeden, dat zij door Noach zijn vermaand, die de wereld tot in de vorige zonde en tot het vroeger bederf zag vervallen, op profetische wijze, door de Geest, een verschrikkelijke verstrooiing voorzien, heeft; zij menen, dat de Babyloniërs, toen zij God niet rechtstreeks konden tegenstaan, beproefd hebben, zijdelings de straf waarmee gedreigd was, af te wenden. Anderen zijn van mening, dat door een geheime ingeving van de Geest, zij omtrent hun straf zijn ingelicht, en dat nu dit torenbouwen een pogen was om de straf af te wenden. Maar deze uitleggingen zijn gedwongen. Niets dwingt er toe, als bewijs van hun oproerige gezindheid, welke bij hen schuilde, uit te leggen, wat zij hier zeggen. Zij wisten, dat de aarde gegrondvest was om te bewonen, en dat haar akkers bestemd waren om de mensen te voeden; de opeenhoping van de mensenmenigte zelf leerde hun, dat dit niet kon geschieden, zodra zij een lange tijd binnen een beperkte ruimte besloten bleven. Daarom wilden zij, wanneer men naar elders moest verhuizen, een toren, als getuige van hun oorsprong, van hun moederland..

Vers 3

3. En zij zeiden een ieder tot zijn naaste: Kom aan; zijn er in dit land geen steengroeven, zo is er toch geschikte aarde, laat ons daarvan nemen en tichelen strijken en wl doorbranden. 1) En zij deden gelijk zij gezegd hadden en de tichel was hun voor steen, in plaats van uitgehouwen steen, en het lijm, 2) de asfalt, welke in die streek zo veelvuldig gevonden wordt, was hun voor leem tot verbinding van de tichelen.

1) De onlangs opnieuw onderzochte bouwvallen bewijzen, dat men in de zon gedroogde of gebakken stenen gebruikte en deze met asfalt verenigde. Deze asfalt is zo hard, dat men zelfs nu nog de stenen van elkaar moet slaan..

2) Hieruit blijkt duidelijk, dat om hun plan te volvoeren, zij met grote moeilijkheden te worstelen hadden, maar daardoor tevens dat hun plan vast stond, de raad Gods te trotseren. Het koste wat het koste, maar zij zouden tonen dat ligt hierin dat zij bestand waren tegen God en bij machte om de plannen van God tegen te werken. 4. En zij, verheugd over de uitvinding, die door proeven gebleken was goed te zijn, zeiden: Komt aan, laat ons voor ons een stad bouwen, en een toren, waarvan de top in de hemel zij: en laat ons een naam voor ons maken a) streven naar roem en eer, 1) opdat wij niet misschien over de gehele aarde verstrooid 2) worden.

a) Isaiah 63:12; Jeremiah 32:20; Nehemia. 9:10

1)"Zich een naam te maken was het hoofddoel van de torenbouw (vgl. Genesis 6:4) De stad moest dienen, om tezamen beschermd te zijn tegen vijanden; de toren, die zij waanden ten hemel te kunnen optrekken, om van verre tot teken te zijn om de verstrooiing te voorkomen. In grote getale samenwonende, zouden zij anderen kunnen overweldigen en beheersen en groot zijn op aarde. Waarschijnlijk dachten zij ook aan de zondvloed, en wilden zij nu die toren hemelhoog maken om, zo opnieuw zulk een vloed kwam, zich in de hoogte te kunnen beveiligen. Zo waren zij ongelovig aan Gods belofte, en in plaats van in de vrees des Heren heil te zoeken, zochten zij behoud in grote werken, alsof er iets hoog voor de Heere zou zijn. Nog moeten wij opmerken, dat de geschiedenis van de torenbouw midden in de volkerenlijst wordt gevonden. Het verhaal van Sem's geslachtslijn wordt afgebroken, om te verhalen, hoe enige, misschien onder Nimrod, een naam (= Sem) wilden maken. Kanan zou een knecht van de knechten zijn naar Noach's profetie. Dat zullen de bewoners van Sinear's vlakte niet dulden. Zij zullen de raad van God omkeren en heersen. Zij zullen zich in de plaats stellen van Sem. Zij zullen de naam hebben, Zo zijn voor een daad dikwijls vele beweegredenen, en is een menigte van zonden tezamen gespannen tot n doel; maar de Heere vernietigt het door een wenk; Hij doet het hier als "de Heere," de Verbondsgod van Sem, en zegent deze naar Zijn belofte, waarvan het volgend geslachtsregister het bewijs geeft, daar Abram, de vriend Gods, de Vader der gelovigen, hem als zoon wordt gegeven..

In het oude Babylon bestond een ontzaglijke toren met een tempel aan Belus gewijd. Deze was vierkant, aan elke zijde ongeveer 463 Nederlandse el lang. Midden op dit gebouw stond een vierkante toren, half zo breed en lang als het gebouw, waarop hij rustte: op dit tweede gevaarte verhieven zich opnieuw dergelijke torens, in het geheel acht in getal. Rondom het gehele gebouw liep een trap van rustbanken voorzien. Boven op de laatste toren stond een grote tempel met een rustbed en een gouden tafel, maar zonder beeld. Enige tijd geleden zijn de ontzaglijke ruïnen van dit gebouw teruggevonden en beschreven. Zij droegen de naam van "Birs-Nimrod" (Burg van Nimrod). Aan de oostzijde vertonen zij zich in de gedaante van een langwerpige heuvel, waarvan de grondslag 2000 voet bedraagt. De tegenwoordige hoogte tot op de voet van de toren, die er zich op verheft, bedraagt 200 voet. De toren is 35 voet hoog. Aan de Westzijde vertonen zich deze bouwvallen mede in de vorm van een piramide. Zij bestaan uit schone, in het vuur gebakken stenen. Men kan nog slechts drie van de acht verdiepingen, waaruit de toren bestond, onderscheiden. Dit schijnen dan de overblijfselen te zijn van de toren, die toenmaals werd opgetrokken, en die waarschijnlijk de oudste bouwvallen van de gehele aarde uitmaken..

De Arabieren houden deze voor de door vuur verwoeste Babylonische toren. 2) Men vraagt vanwaar zij die kennis van de toekomstige verstrooiing hadden? Sommigen vermoeden, dat zij door Noach zijn vermaand, die de wereld tot in de vorige zonde en tot het vroeger bederf zag vervallen, op profetische wijze, door de Geest, een verschrikkelijke verstrooiing voorzien, heeft; zij menen, dat de Babyloniërs, toen zij God niet rechtstreeks konden tegenstaan, beproefd hebben, zijdelings de straf waarmee gedreigd was, af te wenden. Anderen zijn van mening, dat door een geheime ingeving van de Geest, zij omtrent hun straf zijn ingelicht, en dat nu dit torenbouwen een pogen was om de straf af te wenden. Maar deze uitleggingen zijn gedwongen. Niets dwingt er toe, als bewijs van hun oproerige gezindheid, welke bij hen schuilde, uit te leggen, wat zij hier zeggen. Zij wisten, dat de aarde gegrondvest was om te bewonen, en dat haar akkers bestemd waren om de mensen te voeden; de opeenhoping van de mensenmenigte zelf leerde hun, dat dit niet kon geschieden, zodra zij een lange tijd binnen een beperkte ruimte besloten bleven. Daarom wilden zij, wanneer men naar elders moest verhuizen, een toren, als getuige van hun oorsprong, van hun moederland..

Vers 5

5. Toen kwam de Heere neer, 1) om te bezien de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden. Dikwijls handelt en leeft de mens, bij de overtuiging, dat er een God is, alsof Hij zich niet bekommerde om hetgeen er op aarde geschiedt. De mens denkt niet aan Hem, maar die in de Hemel woont, lacht en spot met de hoogmoed van de mensen (Psalms 2:4). Een tijd lang laat God hem voortgaan in zijn werk, om het straks te verstoren. Dat ondervonden Babels bouwlieden; zij werden het aan zijn tekenen gewaar, dat Hij neergekomen was en zag.

1) De neerdaling van God is tweeërlei, of tot richterlijk oordeel of tot reddende hulp. Bij Babel daalt God ten gerichte neer om de taal te verwarren, en aldus de onderlinge samenstemming te breken..

Dat hier gezegd wordt dat God neerkwam betekent dat God zichtbaar openbaarde dat Hem niet onbekend was, wat de torenbouwers bedoelden..

Vers 5

5. Toen kwam de Heere neer, 1) om te bezien de stad en de toren, die de mensenkinderen bouwden. Dikwijls handelt en leeft de mens, bij de overtuiging, dat er een God is, alsof Hij zich niet bekommerde om hetgeen er op aarde geschiedt. De mens denkt niet aan Hem, maar die in de Hemel woont, lacht en spot met de hoogmoed van de mensen (Psalms 2:4). Een tijd lang laat God hem voortgaan in zijn werk, om het straks te verstoren. Dat ondervonden Babels bouwlieden; zij werden het aan zijn tekenen gewaar, dat Hij neergekomen was en zag.

1) De neerdaling van God is tweeërlei, of tot richterlijk oordeel of tot reddende hulp. Bij Babel daalt God ten gerichte neer om de taal te verwarren, en aldus de onderlinge samenstemming te breken..

Dat hier gezegd wordt dat God neerkwam betekent dat God zichtbaar openbaarde dat Hem niet onbekend was, wat de torenbouwers bedoelden..

Vers 6

6. En de HEERE zei in de raad van de goddelijke Drie-eenheid (Genesis 1:26) Ziet, zij zijn n volk en hebben allen n taal, 1) en dit is het, dat zij beginnen 2) te maken, een stad en een toren, om groot te worden om zich een naam te maken en te behouden; maar nu, zou hun niet afgesneden, verhinderd worden, al wat zij bedacht hebben te maken?

1) In het Hebreeuws letterlijk: Ziedaar n volk en n taal onder hen. Een kort uitgestoten volzin, die recht geeft te veronderstellen, dat zij gedaan is op de toon van rechtmatige, heilige smart, die tot rechtvaardige straf dringt. Calvijn is van gevoelen, dat deze woorden op ironische wijze zijn uitgesproken.

2) Beginnen te maken wil niets minder zeggen, dan dat zij met alle haast en ijver aan het werk waren getogen en vast besloten, om het werk te voleindigen..

Vers 6

6. En de HEERE zei in de raad van de goddelijke Drie-eenheid (Genesis 1:26) Ziet, zij zijn n volk en hebben allen n taal, 1) en dit is het, dat zij beginnen 2) te maken, een stad en een toren, om groot te worden om zich een naam te maken en te behouden; maar nu, zou hun niet afgesneden, verhinderd worden, al wat zij bedacht hebben te maken?

1) In het Hebreeuws letterlijk: Ziedaar n volk en n taal onder hen. Een kort uitgestoten volzin, die recht geeft te veronderstellen, dat zij gedaan is op de toon van rechtmatige, heilige smart, die tot rechtvaardige straf dringt. Calvijn is van gevoelen, dat deze woorden op ironische wijze zijn uitgesproken.

2) Beginnen te maken wil niets minder zeggen, dan dat zij met alle haast en ijver aan het werk waren getogen en vast besloten, om het werk te voleindigen..

Vers 7

7. Kom aan, 1)laat ons, laten wij niet vele middelen gebruiken maar eenvoudig onder hen neervaren, en laat ons het werk verhinderen door hun taal aldaar te verwarren, opdat een ieder de taal van zijn naaste niet horen zodat zij moeten uiteengaan en in al hun nietigheid worden ten toongesteld. 2) 1) Het "Kom aan" des Heren tegenover het "kom aan" der mensen, Genesis 11:4.

2) De spraakverwarring, door een scheppende daad van God, als een heilig oordeel door de Heere voltrokken, is de oorzaak van hun verstrooiing in alle landen, niet het gevolg. Dat heeft de Heere gedaan, en het is een wonder in onze ogen. Het wonder licht juist daarin, dat, wat later in de geschiedenis van lieverlee gebeurde, hier, bij en in het begin op plotselinge en buitengewone wijze geschiedde. Opmerkingswaardig is het, dat de nieuwere onderzoekingen op het gebied van de talen tot de ontdekking geleid hebben van de oorspronkelijke overeenkomst van de meest bekende talen, hetgeen besluiten doet tot een gemeenschappelijke grondtaal. De tegenhanger van deze spraakverwarring en volkenverstrooing vindt men in Acts 2:1.

De hoogmoed van de mensen heeft de taal verward, de ootmoed van Christus heeft haar weer verenigd. Uit n taal ontstonden vele; verwonder u daarover niet, hovaardij bewerkte het. Uit vele talen werd n; verwonder u daarover niet, liefde bewerkte het..

Vers 7

7. Kom aan, 1)laat ons, laten wij niet vele middelen gebruiken maar eenvoudig onder hen neervaren, en laat ons het werk verhinderen door hun taal aldaar te verwarren, opdat een ieder de taal van zijn naaste niet horen zodat zij moeten uiteengaan en in al hun nietigheid worden ten toongesteld. 2) 1) Het "Kom aan" des Heren tegenover het "kom aan" der mensen, Genesis 11:4.

2) De spraakverwarring, door een scheppende daad van God, als een heilig oordeel door de Heere voltrokken, is de oorzaak van hun verstrooiing in alle landen, niet het gevolg. Dat heeft de Heere gedaan, en het is een wonder in onze ogen. Het wonder licht juist daarin, dat, wat later in de geschiedenis van lieverlee gebeurde, hier, bij en in het begin op plotselinge en buitengewone wijze geschiedde. Opmerkingswaardig is het, dat de nieuwere onderzoekingen op het gebied van de talen tot de ontdekking geleid hebben van de oorspronkelijke overeenkomst van de meest bekende talen, hetgeen besluiten doet tot een gemeenschappelijke grondtaal. De tegenhanger van deze spraakverwarring en volkenverstrooing vindt men in Acts 2:1.

De hoogmoed van de mensen heeft de taal verward, de ootmoed van Christus heeft haar weer verenigd. Uit n taal ontstonden vele; verwonder u daarover niet, hovaardij bewerkte het. Uit vele talen werd n; verwonder u daarover niet, liefde bewerkte het..

Vers 8

8. a) Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de gehele aarde; hen hierheen en daarheen verstrooiende als de leden van een verminkt lichaam; niet alleen om de aarde te bevolken, maar ook tot straf voor hun hoogmoed; en zij hielden op de stad te bouwen, omdat de gemeenschap had plaats gemaakt voor verdeeldheid.

a) Deuteronomy 32:8, Acts 1:26

Vers 8

8. a) Alzo verstrooide hen de HEERE van daar over de gehele aarde; hen hierheen en daarheen verstrooiende als de leden van een verminkt lichaam; niet alleen om de aarde te bevolken, maar ook tot straf voor hun hoogmoed; en zij hielden op de stad te bouwen, omdat de gemeenschap had plaats gemaakt voor verdeeldheid.

a) Deuteronomy 32:8, Acts 1:26

Vers 9

9. Daarom noemde men haar naam, de naam van de begonnen en eerst in latere tijden verder opgebouwde stad: Babel, 1) dat is verwarring, want aldaar verwarde de HEERE de taal van de gehele aarde; Hij deed uit die n taal de vele talen ontstaan, die over de gehele aarde gesproken worden, en van daar verstrooide hen de HEERE over de gehele aarde, ten tijde van Peleg, een nakomeling van Sem, die van 1757-1996 na de wereldschepping leefde. Toen kon het menselijk geslacht ongeveer tot 30.000 zielen toegenomen zijn.

1) Toen uit de mond van de in Sinear samenwonenden het vermetele woord gehoord werd: "Kom aan, laat ons een toren bouwen, waarvan de top in de hemel zij; en laat ons een naam voor ons maken" toen was het uur van het eigenlijke heidendom gekomen. Het wezen van het heidendom toch bestaat aan de ene zijde, negatief, in de verloochening van de levende, persoonlijke God, en in de verachting van het door Hem toegezegde heil; aan de andere zijde, positief, in de waan, zich door eigen kracht en wijsheid te kunnen helpen en zich zo door eigen middelen het heil te kunnen verschaffen. En toch bediende zich de Wereldregeerder van die zich van Hem losrukkende afkeer van de mensen, om hen door het gericht van de spraakverwarring en van de verstrooiing, en door hetgeen zich hieruit ontwikkelde, ondanks lange afdwaling, nog tot het door Hem bedoelde heil te leiden..

Ziedaar nu, wat zij zich door hun dwaze eerzucht hadden bereikt. Zij hoopten, dat altijd de herinnering aan hun oorsprong in de toren zou gegrift zijn. God maakt niet alleen hun ijdel zelfvertrouwen beschaamd, maar bezorgt hen ook een eeuwige schande, opdat zij bij alle nakomelingen veracht zouden zijn, wegens zo grote schade, door hun schuld het menselijk geslacht toegebracht. Zij hebben nu wel een naam, maar niet zodanig een als zij wel gewenst hadden. Z maakt God de trotsheid te schande van hen, die voor zich meer eisen dan geoorloofd is..

Babel is steeds de tegenstelling van Jeruzalem of Zion. In Babel worden de talen verward, door de hovaardij van de mensen; in Jeruzalem worden de talen wederom n door de nederdaling van de Heilige Geest. Van uit Babel gaat de verwoester van Jeruzalem uit, in Babel wordt Zion gevankelijk weggevoerd..

Het heidendom is de verloren zoon, die de Vader, omdat hij niet langer in het vaderhuis onder opzicht, tucht en verzorging wil blijven, in de wijde wereld laat heengaan, wel wetende dat, als het vaderlijk erfgoed verteerd is, het zo ver zal gekomen zijn, dat hij zijn buik begeert te vullen met het draf van de zwijnen, de nood hem dwingen zal om de opengehouden en welbereide plaats in het vaderhuis te gaan opzoeken en verheugd en dankbaar in te nemen. De gift die de zoon uit het vaderhuis meeneemt, en die hij in de wellustige natuurgodsdienst verspilt, zijn de overblijfselen van de oorspronkelijke toestand en van de eerste godsverering; maar ook een ernstige en onafwijsbare tuchtmeester (Galaten. 3:24), de in het hart geschreven wet, (Romans 2:15), vergezelt hem op zijn dwaalwegen, ook bij de verste verwijdering en afdwaling verbindt hem nog n band aan het vaderhuis, die van de afstamming en van de verwantschap (Acts 17:29), de behoefte, die zich gedurig opnieuw laat gelden, het verlangen naar de verloren vrede van het hart, dat zich nooit geheel laat vernietigen..

II Genesis 11:10-Genesis 11:26. Terwijl de overige geslachten van de mensen voor een tijd worden voorbijgegaan wordt het uitverkoren geslacht van Sem op de voorgrond gesteld, maar alleen in die leden, die de werkelijke dragers van de belofte Gods waren. Zo hebben wij de voortzetting van de geslachtstafel van de kinderen Gods voor ons, die met de Zondvloed was afgebroken. De leeftijd van de mensen vermindert eerst tot drie, daarna tot twee en ten laatste tot n vierde deel van die v r de Zondvloed.

Vers 9

9. Daarom noemde men haar naam, de naam van de begonnen en eerst in latere tijden verder opgebouwde stad: Babel, 1) dat is verwarring, want aldaar verwarde de HEERE de taal van de gehele aarde; Hij deed uit die n taal de vele talen ontstaan, die over de gehele aarde gesproken worden, en van daar verstrooide hen de HEERE over de gehele aarde, ten tijde van Peleg, een nakomeling van Sem, die van 1757-1996 na de wereldschepping leefde. Toen kon het menselijk geslacht ongeveer tot 30.000 zielen toegenomen zijn.

1) Toen uit de mond van de in Sinear samenwonenden het vermetele woord gehoord werd: "Kom aan, laat ons een toren bouwen, waarvan de top in de hemel zij; en laat ons een naam voor ons maken" toen was het uur van het eigenlijke heidendom gekomen. Het wezen van het heidendom toch bestaat aan de ene zijde, negatief, in de verloochening van de levende, persoonlijke God, en in de verachting van het door Hem toegezegde heil; aan de andere zijde, positief, in de waan, zich door eigen kracht en wijsheid te kunnen helpen en zich zo door eigen middelen het heil te kunnen verschaffen. En toch bediende zich de Wereldregeerder van die zich van Hem losrukkende afkeer van de mensen, om hen door het gericht van de spraakverwarring en van de verstrooiing, en door hetgeen zich hieruit ontwikkelde, ondanks lange afdwaling, nog tot het door Hem bedoelde heil te leiden..

Ziedaar nu, wat zij zich door hun dwaze eerzucht hadden bereikt. Zij hoopten, dat altijd de herinnering aan hun oorsprong in de toren zou gegrift zijn. God maakt niet alleen hun ijdel zelfvertrouwen beschaamd, maar bezorgt hen ook een eeuwige schande, opdat zij bij alle nakomelingen veracht zouden zijn, wegens zo grote schade, door hun schuld het menselijk geslacht toegebracht. Zij hebben nu wel een naam, maar niet zodanig een als zij wel gewenst hadden. Z maakt God de trotsheid te schande van hen, die voor zich meer eisen dan geoorloofd is..

Babel is steeds de tegenstelling van Jeruzalem of Zion. In Babel worden de talen verward, door de hovaardij van de mensen; in Jeruzalem worden de talen wederom n door de nederdaling van de Heilige Geest. Van uit Babel gaat de verwoester van Jeruzalem uit, in Babel wordt Zion gevankelijk weggevoerd..

Het heidendom is de verloren zoon, die de Vader, omdat hij niet langer in het vaderhuis onder opzicht, tucht en verzorging wil blijven, in de wijde wereld laat heengaan, wel wetende dat, als het vaderlijk erfgoed verteerd is, het zo ver zal gekomen zijn, dat hij zijn buik begeert te vullen met het draf van de zwijnen, de nood hem dwingen zal om de opengehouden en welbereide plaats in het vaderhuis te gaan opzoeken en verheugd en dankbaar in te nemen. De gift die de zoon uit het vaderhuis meeneemt, en die hij in de wellustige natuurgodsdienst verspilt, zijn de overblijfselen van de oorspronkelijke toestand en van de eerste godsverering; maar ook een ernstige en onafwijsbare tuchtmeester (Galaten. 3:24), de in het hart geschreven wet, (Romans 2:15), vergezelt hem op zijn dwaalwegen, ook bij de verste verwijdering en afdwaling verbindt hem nog n band aan het vaderhuis, die van de afstamming en van de verwantschap (Acts 17:29), de behoefte, die zich gedurig opnieuw laat gelden, het verlangen naar de verloren vrede van het hart, dat zich nooit geheel laat vernietigen..

II Genesis 11:10-Genesis 11:26. Terwijl de overige geslachten van de mensen voor een tijd worden voorbijgegaan wordt het uitverkoren geslacht van Sem op de voorgrond gesteld, maar alleen in die leden, die de werkelijke dragers van de belofte Gods waren. Zo hebben wij de voortzetting van de geslachtstafel van de kinderen Gods voor ons, die met de Zondvloed was afgebroken. De leeftijd van de mensen vermindert eerst tot drie, daarna tot twee en ten laatste tot n vierde deel van die v r de Zondvloed.

Vers 10

10. a) Deze zijn de geboorten, geslachten, van Sem, de stamvader van de kinderen van God na de zondvloed; Sem was honderd jaar oud en gewon Arfachsad, twee jaar na de vloed, 1658 jaar na de wereldschepping.

a) Genesis 10:22, 1 Chronicles 1:17,

Telkens wordt slechts n zoon genoemd, omdat in deze de heilige linie wordt voortgezet.

Vers 10

10. a) Deze zijn de geboorten, geslachten, van Sem, de stamvader van de kinderen van God na de zondvloed; Sem was honderd jaar oud en gewon Arfachsad, twee jaar na de vloed, 1658 jaar na de wereldschepping.

a) Genesis 10:22, 1 Chronicles 1:17,

Telkens wordt slechts n zoon genoemd, omdat in deze de heilige linie wordt voortgezet.

Vers 11

11. En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaar, en hij gewon zonen en dochters (de bijvoeging van Genesis 5:1, zo waren al de dagen, enz. treft men hier en vervolgens niet aan).

Vers 11

11. En Sem leefde, nadat hij Arfachsad gewonnen had, vijfhonderd jaar, en hij gewon zonen en dochters (de bijvoeging van Genesis 5:1, zo waren al de dagen, enz. treft men hier en vervolgens niet aan).

Vers 12

12. En Arfachsad leefde vijfendertig jaar, en hij gewon Selah (zending).

Vers 12

12. En Arfachsad leefde vijfendertig jaar, en hij gewon Selah (zending).

Vers 13

13. En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaar, en hij gewon zonen en dochters. 14. En Selah leefde dertig jaar en hij gewon Heber (van de overzijde komende).

Vers 13

13. En Arfachsad leefde, nadat hij Selah gewonnen had, vierhonderd en drie jaar, en hij gewon zonen en dochters. 14. En Selah leefde dertig jaar en hij gewon Heber (van de overzijde komende).

Vers 15

15. En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaar, en gewon zonen en dochters.

Vers 15

15. En Selah leefde, nadat hij Heber gewonnen had, vierhonderd en drie jaar, en gewon zonen en dochters.

Vers 16

16. En Heber leefde vierendertig jaar en gewon Peleg (verdeling, scheiding), omdat toen de spraakverwarring had plaatsgehad.

Vers 16

16. En Heber leefde vierendertig jaar en gewon Peleg (verdeling, scheiding), omdat toen de spraakverwarring had plaatsgehad.

Vers 17

17. En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaar en hij gewon zonen en dochters.

Vers 17

17. En Heber leefde, nadat hij Peleg gewonnen had, vierhonderd en dertig jaar en hij gewon zonen en dochters.

Vers 18

18. En Peleg leefde dertig jaar, en hij gewon Rehu (vriendschap).

Vers 18

18. En Peleg leefde dertig jaar, en hij gewon Rehu (vriendschap).

Vers 19

19. En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 19

19. En Peleg leefde, nadat hij Rehu gewonnen had, tweehonderd en negen jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 20

20. En Rehu leefde tweeëndertig jaar, en hij gewon Serug (vastheid).

Vers 20

20. En Rehu leefde tweeëndertig jaar, en hij gewon Serug (vastheid).

Vers 21

21. En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 21

21. En Rehu leefde, nadat hij Serug gewonnen had, tweehonderd en zeven jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 22

22. En Serug leefde dertig jaar, en gewon Nachor (doorboorder).

Vers 22

22. En Serug leefde dertig jaar, en gewon Nachor (doorboorder).

Vers 23

23. En Serug leefde, nadat hij Nachor gewonnen had, tweehonderd jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 23

23. En Serug leefde, nadat hij Nachor gewonnen had, tweehonderd jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 24

24. En Nachor leefde negenentwintig jaar, en gewon Terah (wending, draling).

Vers 24

24. En Nachor leefde negenentwintig jaar, en gewon Terah (wending, draling).

Vers 25

25. En Nachor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 25

25. En Nachor leefde, nadat hij Terah gewonnen had, honderd en negentien jaar, en hij gewon zonen en dochters.

Vers 26

26. En Terah leefde zeventig jaar, en gewon Abram, (hoge Vader) Nachor (zie Genesis 11:22) en Haran 1) (sterke).

1) Van Seth tot Sem, tien opeenvolgende geslachten. Van Sem tot Abram evenzeer. Volgens hun ouderdom volgden de drie broeders zo op elkaar, dat Haran eerst en Abram 60 jaar later geboren is, want bij de dood van zijn vader was de laatste pas 75 jaar oud (Genesis 12:4), dus moet hij in diens 130ste levensjaar, dat is in het jaar 2008 na de wereldschepping, geboren zijn. Of Nachor v r of na Abram te plaatsen is, blijft onzeker, waarschijnlijk is hij ouder dan Abram. Wij laten hier de voortzetting volgen vanaf Sem zie Genesis 5:22 tot op Jacob:

(na de wereldschepping). 11. Sem leefde 640 jaar, 1518-2158, 12. Arfachsad 438 jaar, 1658-2096, 13. Selah 433 jaar, 1693-2126, 14. Heber 464 jaar, 1723-2187, 15. Peleg 239 jaar, 1757-1996, 16. Rehu 239 jaar, 1787-2026, 17. Serug 230 jaar, 1819-2049, 18. Nachor 148 jaar, 1849-1997, 19. Therach 205 jaar, 1878-2083, 20. Abram 175 jaar, 2008-2183, 21. Izaak 180 jaar, 2108-2288, 22. Jakob 147 jaar, 2168-2315,

.

III. Genesis 11:27-Genesis 11:32. Uit de zo-even meegedeelde geslachtslijsten worden de laatstgenoemden nog eens op de voorgrond gesteld, om zo de geschiedenis van Abram (Genesis 12:1) in te leiden.

Vers 26

26. En Terah leefde zeventig jaar, en gewon Abram, (hoge Vader) Nachor (zie Genesis 11:22) en Haran 1) (sterke).

1) Van Seth tot Sem, tien opeenvolgende geslachten. Van Sem tot Abram evenzeer. Volgens hun ouderdom volgden de drie broeders zo op elkaar, dat Haran eerst en Abram 60 jaar later geboren is, want bij de dood van zijn vader was de laatste pas 75 jaar oud (Genesis 12:4), dus moet hij in diens 130ste levensjaar, dat is in het jaar 2008 na de wereldschepping, geboren zijn. Of Nachor v r of na Abram te plaatsen is, blijft onzeker, waarschijnlijk is hij ouder dan Abram. Wij laten hier de voortzetting volgen vanaf Sem zie Genesis 5:22 tot op Jacob:

(na de wereldschepping). 11. Sem leefde 640 jaar, 1518-2158, 12. Arfachsad 438 jaar, 1658-2096, 13. Selah 433 jaar, 1693-2126, 14. Heber 464 jaar, 1723-2187, 15. Peleg 239 jaar, 1757-1996, 16. Rehu 239 jaar, 1787-2026, 17. Serug 230 jaar, 1819-2049, 18. Nachor 148 jaar, 1849-1997, 19. Therach 205 jaar, 1878-2083, 20. Abram 175 jaar, 2008-2183, 21. Izaak 180 jaar, 2108-2288, 22. Jakob 147 jaar, 2168-2315,

.

III. Genesis 11:27-Genesis 11:32. Uit de zo-even meegedeelde geslachtslijsten worden de laatstgenoemden nog eens op de voorgrond gesteld, om zo de geschiedenis van Abram (Genesis 12:1) in te leiden.

Vers 27

27. a) En deze zijn de geboorten van Terah. Terah gewon Abram, Nachor en Haran, naar ouderdom in omgekeerde orde Haran, Nachor en Abram; en Haran gewon Lot, (sluier, verborgene).

a) Joshua 24:2, 1 Chronicles 1:26

Vers 27

27. a) En deze zijn de geboorten van Terah. Terah gewon Abram, Nachor en Haran, naar ouderdom in omgekeerde orde Haran, Nachor en Abram; en Haran gewon Lot, (sluier, verborgene).

a) Joshua 24:2, 1 Chronicles 1:26

Vers 28

28. En Haran stierf, terwijl zijn vader hem overleefde, voor het aangezicht van zijn vader Terah, in het land van zijn geboorte, in Ur der Chaldeeën, 1) in het noorden van Mesopotamië gelegen.

1) Sommigen menen, dat Ur-Casidim, in de oud-Turanische taal, hetzelfde betekent als Mesopotamië, tussen of in het midden van twee rivieren. Ur der Chaldeeën zou dan niet de naam van een stad, maar van een land zijn.

Vers 28

28. En Haran stierf, terwijl zijn vader hem overleefde, voor het aangezicht van zijn vader Terah, in het land van zijn geboorte, in Ur der Chaldeeën, 1) in het noorden van Mesopotamië gelegen.

1) Sommigen menen, dat Ur-Casidim, in de oud-Turanische taal, hetzelfde betekent als Mesopotamië, tussen of in het midden van twee rivieren. Ur der Chaldeeën zou dan niet de naam van een stad, maar van een land zijn.

Vers 29

29. En Abram1) en Nachor, beiden jonger dan hun zo-even genoemde broeder, namen zich vrouwen; de naam van Abram's vrouw was Saraï (mijn vorstin); deze was zijn halfzuster, een dochter van dezelfde vader, maar niet van dezelfde moeder (Genesis 20:12); en de naam van Nahors vrouw was a) Milka, (koningin), een dochter van Haran, die, behalve van de reeds genoemde Lot, Vader was van deze Milka en vader van Jiska (zij zal zien).

a) Genesis 22:20

1) Abram wordt hier het eerst genoemd, omdat hij van dit gezin de hoofdpersoon wordt, in wie alle geslachten van de aarde zullen gezegend worden; omdat hij de aangewezen erfgenaam van de zegen van Sem was.

Vers 29

29. En Abram1) en Nachor, beiden jonger dan hun zo-even genoemde broeder, namen zich vrouwen; de naam van Abram's vrouw was Saraï (mijn vorstin); deze was zijn halfzuster, een dochter van dezelfde vader, maar niet van dezelfde moeder (Genesis 20:12); en de naam van Nahors vrouw was a) Milka, (koningin), een dochter van Haran, die, behalve van de reeds genoemde Lot, Vader was van deze Milka en vader van Jiska (zij zal zien).

a) Genesis 22:20

1) Abram wordt hier het eerst genoemd, omdat hij van dit gezin de hoofdpersoon wordt, in wie alle geslachten van de aarde zullen gezegend worden; omdat hij de aangewezen erfgenaam van de zegen van Sem was.

Vers 30

30. En a) Saraï was onvruchtbaar, 1) zij had geen kind, een omstandigheid, die voor Abram later van groot gewicht werd. Die bijzondere leidingen Gods met Abram begonnen daarmee, dat de Heere hem te Ur verscheen en hem beval uit zijn vaderland te gaan, gelijk hoofdstuk. 12:1, nader wordt meegedeeld, vergelijk Genesis 15:7, Nehemia. 9:7, Acts 7:2-Acts 7:4. a) Genesis 16:1, Genesis 16:2; Genesis 18:11, Genesis 18:12.

1) Hier wordt niet alleen gezegd, dat Abram geen kinderen had, maar de oorzaak wordt aangegeven nl. de onvruchtbaarheid van zijn vrouw, opdat wij zouden weten, dat Izaak niet dan door een wonderwerk Gods geboren is. Zo wilde God zijn dienstknecht nederig houden..

Vers 30

30. En a) Saraï was onvruchtbaar, 1) zij had geen kind, een omstandigheid, die voor Abram later van groot gewicht werd. Die bijzondere leidingen Gods met Abram begonnen daarmee, dat de Heere hem te Ur verscheen en hem beval uit zijn vaderland te gaan, gelijk hoofdstuk. 12:1, nader wordt meegedeeld, vergelijk Genesis 15:7, Nehemia. 9:7, Acts 7:2-Acts 7:4. a) Genesis 16:1, Genesis 16:2; Genesis 18:11, Genesis 18:12.

1) Hier wordt niet alleen gezegd, dat Abram geen kinderen had, maar de oorzaak wordt aangegeven nl. de onvruchtbaarheid van zijn vrouw, opdat wij zouden weten, dat Izaak niet dan door een wonderwerk Gods geboren is. Zo wilde God zijn dienstknecht nederig houden..

Vers 31

31. a) 1) En Terah, 2) op het bevel, door de Heere aan Abram gegeven, besluitende om mede gehoorzaam te zijn en nu als vader het bestuur hebbende, nam Abram zijn zoon en Lot, Harans zoon, zijn zoons zoon, en Saraï, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hem uit Ur der Chaldeeën, om te gaan naar het land Kanan, een land, dat de Heere beloofd had aan Abram te tonen (Genesis 12:2) en dat later hem voor zijn geslacht beloofd werd (Genesis 12:7); en zij kwamen tot Haran a) 2) een stad in Mesopotamië gelegen, aan de rivier de Chabor, welke Terah aldus noemde naar zijn zoon Haran, die in Ur was gestorven, en woonden aldaar, te Karrhae, het latere Edessa.

a) Joshua 24:2

1) Dit vers met het volgende behoren eigenlijk tot het volgende hoofdstuk. In Genesis 12:1 wordt ons verklaard hoe Terah ertoe kwam uit het Chaldeeënland op te trekken. Daaruit blijkt tevens, dat Terah eigenlijk niet de aanvoerder was van de karavaan, maar de metgezel van zijn zoon. Calvijn tekent dan ook bij dit vers aan: "Hier moest een nieuw hoofdstuk beginnen, omdat Mozes een van de belangrijkste hoofddelen van het boek begint, namelijk de roeping van Abram.".

2) Hoewel de roeping tot Abram was gekomen, wordt Terah hier toch voorgesteld als de aanvoerder, niet omdat hij het werkelijk was, maar omdat hij als de oudste van de familie het gezag bekleedde en het recht had, om aanvoerder te zijn. Zolang de vader leefde, was de zoon, hoe oud hij ook was, verplicht het gezag van de vader te erkennen. Ook hierin toont Abram, door zich vrijwillig onder het gezag van zijn vader te stellen, hoewel de roeping tot hem was gekomen, dat wie geroepen wordt tot heersen, zelf eerst moet beginnen met te dienen..

Vers 31

31. a) 1) En Terah, 2) op het bevel, door de Heere aan Abram gegeven, besluitende om mede gehoorzaam te zijn en nu als vader het bestuur hebbende, nam Abram zijn zoon en Lot, Harans zoon, zijn zoons zoon, en Saraï, zijn schoondochter, de vrouw van zijn zoon Abram, en zij togen met hem uit Ur der Chaldeeën, om te gaan naar het land Kanan, een land, dat de Heere beloofd had aan Abram te tonen (Genesis 12:2) en dat later hem voor zijn geslacht beloofd werd (Genesis 12:7); en zij kwamen tot Haran a) 2) een stad in Mesopotamië gelegen, aan de rivier de Chabor, welke Terah aldus noemde naar zijn zoon Haran, die in Ur was gestorven, en woonden aldaar, te Karrhae, het latere Edessa.

a) Joshua 24:2

1) Dit vers met het volgende behoren eigenlijk tot het volgende hoofdstuk. In Genesis 12:1 wordt ons verklaard hoe Terah ertoe kwam uit het Chaldeeënland op te trekken. Daaruit blijkt tevens, dat Terah eigenlijk niet de aanvoerder was van de karavaan, maar de metgezel van zijn zoon. Calvijn tekent dan ook bij dit vers aan: "Hier moest een nieuw hoofdstuk beginnen, omdat Mozes een van de belangrijkste hoofddelen van het boek begint, namelijk de roeping van Abram.".

2) Hoewel de roeping tot Abram was gekomen, wordt Terah hier toch voorgesteld als de aanvoerder, niet omdat hij het werkelijk was, maar omdat hij als de oudste van de familie het gezag bekleedde en het recht had, om aanvoerder te zijn. Zolang de vader leefde, was de zoon, hoe oud hij ook was, verplicht het gezag van de vader te erkennen. Ook hierin toont Abram, door zich vrijwillig onder het gezag van zijn vader te stellen, hoewel de roeping tot hem was gekomen, dat wie geroepen wordt tot heersen, zelf eerst moet beginnen met te dienen..

Vers 32

32. En de dagen van Terah waren tweehonderd en vijf jaar; en Terah stierf 1) te Haran, 427 jaar na de zondvloed, in het 2083 jaar na de wereldschepping.

1) De reden, waarom Terah stierf, voordat zij het land Kanan bereikt hadden, wordt ons in Joshua 24:2 nader verklaard. Terah was een afgodendienaar, en omdat Abram uit Ur was geroepen, opdat in en door hem en zijn geslacht de zuivere dienst van God zou bewaard worden, mocht met hem geen afgodendienaar het land der belofte binnen gaan. Om dezelfde redenen stierf wellicht ook Rachel, voordat Jacob te Hebron kwam.

Vers 32

32. En de dagen van Terah waren tweehonderd en vijf jaar; en Terah stierf 1) te Haran, 427 jaar na de zondvloed, in het 2083 jaar na de wereldschepping.

1) De reden, waarom Terah stierf, voordat zij het land Kanan bereikt hadden, wordt ons in Joshua 24:2 nader verklaard. Terah was een afgodendienaar, en omdat Abram uit Ur was geroepen, opdat in en door hem en zijn geslacht de zuivere dienst van God zou bewaard worden, mocht met hem geen afgodendienaar het land der belofte binnen gaan. Om dezelfde redenen stierf wellicht ook Rachel, voordat Jacob te Hebron kwam.

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Genesis 11". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/genesis-11.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile