Lectionary Calendar
Sunday, June 2nd, 2024
the Week of Proper 4 / Ordinary 9
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Genesis 29

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Recherche de…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 29

Genesis 29:1.

JACOB VERKRIJGT VOOR EEN DIENST VAN VEERTIEN JAAR TWEE VROUWEN.

I Genesis 29:1-Genesis 29:14. Jakob, gelukkig in Mesopotamië aangekomen, treft bij een put bij Haran enige herders en daarna Labans dochter, Rachel, aan, die haar vaders schapen weidt. Hij maakt zich aan haar bekend; zij geeft haar vader van hem bericht, en Laban gaat naar buiten om de neef te verwelkomen en in zijn huis te leiden.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, GENESIS 29

Genesis 29:1.

JACOB VERKRIJGT VOOR EEN DIENST VAN VEERTIEN JAAR TWEE VROUWEN.

I Genesis 29:1-Genesis 29:14. Jakob, gelukkig in Mesopotamië aangekomen, treft bij een put bij Haran enige herders en daarna Labans dochter, Rachel, aan, die haar vaders schapen weidt. Hij maakt zich aan haar bekend; zij geeft haar vader van hem bericht, en Laban gaat naar buiten om de neef te verwelkomen en in zijn huis te leiden.

Vers 1

1. Toen hief Jakob, door zijn ondervinding te Bethel van alle vrees verlost, en met een hart vol vrolijk vertrouwen, zijn voeten op, 1) en ging naar het land Mesopotamië, het land van de kinderen van het Oosten. Nadat hij het land Kanan ver achter zich had, na een reis van meer dan 120 mijl, kwam hij daar aan.

1) Door de verschijning van de Heere gesterkt en in het geloof, dat de Heere zijn weg zou besturen, vervolgt Jakob zijn weg. En zijn Verbondsgod maakt hem niet beschaamd, maar bestuurt zijn schreden alzo, dat hij de herders van zijn oom Laban ontmoet..

Vers 1

1. Toen hief Jakob, door zijn ondervinding te Bethel van alle vrees verlost, en met een hart vol vrolijk vertrouwen, zijn voeten op, 1) en ging naar het land Mesopotamië, het land van de kinderen van het Oosten. Nadat hij het land Kanan ver achter zich had, na een reis van meer dan 120 mijl, kwam hij daar aan.

1) Door de verschijning van de Heere gesterkt en in het geloof, dat de Heere zijn weg zou besturen, vervolgt Jakob zijn weg. En zijn Verbondsgod maakt hem niet beschaamd, maar bestuurt zijn schreden alzo, dat hij de herders van zijn oom Laban ontmoet..

Vers 2

2. En hij zag toe, of hij niet ergens iets gewaar kon worden, dat hem enige aanwijzing kon geven, om de weg naar Haran te vinden, en ziet, er was een put in het veld; en ziet, er waren drie kudden schapen daarnaast neerliggende, 1) want uit die put drenkten zij (de in die streek wonende herders) de kudden; en (gelijk dit meer het geval is, waar men geen levend water heeft, maar het regenwater in putten moet verzameld worden) er was een grote steen op de mond, de opening, van die put; die steen was zo zwaar, dat een enkel man die niet kon wegwentelen, zodat een vreemde herder, die daar zijn kudde voorbijdreef, het water niet kon wegnemen.

1)Dergelijke tonelen waren in het Oosten gewoon (Genesis 24:11; Exodus 2:16, en zijn het nog heden Bij die putten zijn stenen drinkbakken, en de gewoonte is, dat de eerst aangekomene het eerst zijn vee drenkt. Bij de Arabische Bedoeïenen behoren de putten aan enkele stammen of families, en vreemden mogen niet anders dan voor geschenken, dat is, tegen betaling, daaruit putten. Daarom is er dikwijls strijd over (Genesis 26:19). De Arabieren weten ze zeer goed te bedekken, zodat zij voor vreemden verborgen zijn Het bedekken met een steen komt nog heden voor. "Over de meeste putten is een grote, dikke, platte steen gelegd, in het midden waarvan een gat gehouwen is, dat de opening van de put vormt. Dit gat vonden wij op vele plaatsen met een zware steen bedekt, voor de wegwenteling waarvan twee of drie man nodig waren."

Vers 2

2. En hij zag toe, of hij niet ergens iets gewaar kon worden, dat hem enige aanwijzing kon geven, om de weg naar Haran te vinden, en ziet, er was een put in het veld; en ziet, er waren drie kudden schapen daarnaast neerliggende, 1) want uit die put drenkten zij (de in die streek wonende herders) de kudden; en (gelijk dit meer het geval is, waar men geen levend water heeft, maar het regenwater in putten moet verzameld worden) er was een grote steen op de mond, de opening, van die put; die steen was zo zwaar, dat een enkel man die niet kon wegwentelen, zodat een vreemde herder, die daar zijn kudde voorbijdreef, het water niet kon wegnemen.

1)Dergelijke tonelen waren in het Oosten gewoon (Genesis 24:11; Exodus 2:16, en zijn het nog heden Bij die putten zijn stenen drinkbakken, en de gewoonte is, dat de eerst aangekomene het eerst zijn vee drenkt. Bij de Arabische Bedoeïenen behoren de putten aan enkele stammen of families, en vreemden mogen niet anders dan voor geschenken, dat is, tegen betaling, daaruit putten. Daarom is er dikwijls strijd over (Genesis 26:19). De Arabieren weten ze zeer goed te bedekken, zodat zij voor vreemden verborgen zijn Het bedekken met een steen komt nog heden voor. "Over de meeste putten is een grote, dikke, platte steen gelegd, in het midden waarvan een gat gehouwen is, dat de opening van de put vormt. Dit gat vonden wij op vele plaatsen met een zware steen bedekt, voor de wegwenteling waarvan twee of drie man nodig waren."

Vers 3

3. En derwaarts werden telkens al de kudden verzameld van al de herders, aan wie die put toekwam, volgens een onder hen bestaande overeenkomst, en zij wentelden de steen van de mond van de put, en drenkten de schapen uit de drinkbakken, n opdat van het voorhanden water niets nutteloos zou verloren gaan, n opdat niemand van de medebezitters bij de anderen tekort zou komen; en zij legden de steen weer op de mond van die put, op zijn plaats, 1)opdat de wind het zand niet daarin zou waaien en om het gebruik door vreemden te beletten. 1) Uit het verhaal schijnt men te moeten afleiden, dat de bron niet zeer dicht dij Haran lag (Jakob ziet geen stad); waarom hier de bron, in Genesis 24:1 bedoeld, niet gemeend kan zijn..

Vers 3

3. En derwaarts werden telkens al de kudden verzameld van al de herders, aan wie die put toekwam, volgens een onder hen bestaande overeenkomst, en zij wentelden de steen van de mond van de put, en drenkten de schapen uit de drinkbakken, n opdat van het voorhanden water niets nutteloos zou verloren gaan, n opdat niemand van de medebezitters bij de anderen tekort zou komen; en zij legden de steen weer op de mond van die put, op zijn plaats, 1)opdat de wind het zand niet daarin zou waaien en om het gebruik door vreemden te beletten. 1) Uit het verhaal schijnt men te moeten afleiden, dat de bron niet zeer dicht dij Haran lag (Jakob ziet geen stad); waarom hier de bron, in Genesis 24:1 bedoeld, niet gemeend kan zijn..

Vers 4

4. Toen zei Jakob tot hen, tot de herders, die zich bij de put gelegerd hadden: Mijn broeders!1) gij; van waar zijt gij? En zij zeiden: Wij zijn van Haran, dat niet ver van hier verwijderd ligt.

1) Uit deze ontmoeting blijkt, hoe groot de eenvoudigheid van zeden in die tijd was. Want ofschoon de broedernaam dikwijls aan goddelozen en slechten bij vergissing werd gegeven, toch is er geen twijfel aan of toen was de menselijke samenleving op vertrouwelijker wijze geschoeid. Vandaar dan ook, dat Jakob hem onbekende mensen, broeders noemt, zonder twijfel volgens het toen heersend gebruik..

Vers 4

4. Toen zei Jakob tot hen, tot de herders, die zich bij de put gelegerd hadden: Mijn broeders!1) gij; van waar zijt gij? En zij zeiden: Wij zijn van Haran, dat niet ver van hier verwijderd ligt.

1) Uit deze ontmoeting blijkt, hoe groot de eenvoudigheid van zeden in die tijd was. Want ofschoon de broedernaam dikwijls aan goddelozen en slechten bij vergissing werd gegeven, toch is er geen twijfel aan of toen was de menselijke samenleving op vertrouwelijker wijze geschoeid. Vandaar dan ook, dat Jakob hem onbekende mensen, broeders noemt, zonder twijfel volgens het toen heersend gebruik..

Vers 5

5. En hij zei tot hen: Kent gij Laban, de zoon van Bethuël, en kleinzoon van Nachor? En zij zeiden: Wij kennen hem.

Vers 5

5. En hij zei tot hen: Kent gij Laban, de zoon van Bethuël, en kleinzoon van Nachor? En zij zeiden: Wij kennen hem.

Vers 6

6. Voorts zei hij tot hen: Is het wl met hem? En zij zeiden: Het is wl, en zie, Rachel (ooilam) zijn dochter, 1) komt straks met de schapen, 2) om ze uit deze put te drenken.

1) Men leert hieruit het huishoudelijke van die dagen kennen, dat ook Rachel haar arbeid ten koste legt aan de kudde. Want, wanneer Laban overvloed hebbende van dienstbaren, toch zijn dochter voor heel gewone en geringe diensten gebruikt, is dit niet, omdat het schandelijk was, kinderen in rust, wekelijkheid en vermaak groot te brengen?.

2) Een zeer voorzichtig antwoord geven de herders hier. Laban-zijn doen en laten geven recht tot de veronderstelling -zal wellicht niet bemind bij zijn onderhorigen geweest zijn. Zij willen echter geen kwaad van hem zeggen en verwijzen nu de vreemdeling naar zijn dochter..

Vers 6

6. Voorts zei hij tot hen: Is het wl met hem? En zij zeiden: Het is wl, en zie, Rachel (ooilam) zijn dochter, 1) komt straks met de schapen, 2) om ze uit deze put te drenken.

1) Men leert hieruit het huishoudelijke van die dagen kennen, dat ook Rachel haar arbeid ten koste legt aan de kudde. Want, wanneer Laban overvloed hebbende van dienstbaren, toch zijn dochter voor heel gewone en geringe diensten gebruikt, is dit niet, omdat het schandelijk was, kinderen in rust, wekelijkheid en vermaak groot te brengen?.

2) Een zeer voorzichtig antwoord geven de herders hier. Laban-zijn doen en laten geven recht tot de veronderstelling -zal wellicht niet bemind bij zijn onderhorigen geweest zijn. Zij willen echter geen kwaad van hem zeggen en verwijzen nu de vreemdeling naar zijn dochter..

Vers 7

7. Toen Jakob, die was uitgegaan, om een vrouw voor zich te zoeken, hoorde dat Rachel kwam, had hij gaarne de herders verwijderd gezien, om haar alleen te ontmoeten; en hij zei tot die mannen: Ziet, het is nog hoog dag, het is geen tijd, dat het vee verzameld wordt, waarom zou het zolang van het grazen worden afgehouden? drenkt de schapen en gaat heen; weidt hen opnieuw.

Vers 7

7. Toen Jakob, die was uitgegaan, om een vrouw voor zich te zoeken, hoorde dat Rachel kwam, had hij gaarne de herders verwijderd gezien, om haar alleen te ontmoeten; en hij zei tot die mannen: Ziet, het is nog hoog dag, het is geen tijd, dat het vee verzameld wordt, waarom zou het zolang van het grazen worden afgehouden? drenkt de schapen en gaat heen; weidt hen opnieuw.

Vers 8

8. Toen zeiden zij: Wij kunnen niet, wegens de onder ons bestaande overeenkomst (Genesis 29:5), totdat al de kudden samen zullen verzameld zijn, en dat men de steen van de mond van de put afwentelt, opdat wij de schapen drenken.

De herders hebben een wettige reden voor hun tijdverzuim. Ongetwijfeld zullen zij in Jakob een meerdere hebben gezien. Anders toch zouden zij niet zulk een antwoord hebben gegeven.

Vers 8

8. Toen zeiden zij: Wij kunnen niet, wegens de onder ons bestaande overeenkomst (Genesis 29:5), totdat al de kudden samen zullen verzameld zijn, en dat men de steen van de mond van de put afwentelt, opdat wij de schapen drenken.

De herders hebben een wettige reden voor hun tijdverzuim. Ongetwijfeld zullen zij in Jakob een meerdere hebben gezien. Anders toch zouden zij niet zulk een antwoord hebben gegeven.

Vers 9

9. Als hij nog met hen sprak, zo kwam Rachel met de schapen, die haar vader toebehoorden, bij de put, want zij was een herderin, gelijk nog heden bij de Arabieren de dochters, zelfs van de rijkste Emirs, met de schapen uitgaan 10. En het geschiedde, als Jakob Rachel zag, de dochter van Laban, de broeder van zijn moeder, en de schapen van Laban, de broeder van zijn moeder, 1) dat Jakob in liefde ontbrandde voor het schone meisje, zich dankbaar gevoelde jegens God, die hem zo kennelijk tot zijn doel had geleid, en toetrad; en hij wentelde 2) alleen de steen van de mond van de put, daar liefde en dankgevoel hem dubbele kracht verleenden, en hij drenkte de schapen van Laban, de broeder van zijn moeder. Reeds hierdoor maakte zich Jakob bekend als iemand, die in nadere betrekking tot haar stond; de herders nu weerden hem niet, omdat zij de vreemdeling met een zekere eerbied beschouwden, en zich bij hem, als een gast, een uitzondering lieten welgevallen.

1) Tot driemaal toe in dit vers: "De broeder van zijn moeder." Zonder twijfel, om daarmee te doen uitkomen, n dat de Heere Jakob op bijzondere wijze de weg voorspoedig gemaakt had, n dat Rachel wel degelijk uit de familie van Abraham en van zijn moeder was. Ook kan in die herhaling tevens liggen, dat Rachel Jakob herinnerde aan zijn eigen moeder..

2) Jezus is de bron des levens; de steen is de menselijke onmacht, die het geloof wegwentelt..

Jakob wentelt alleen de steen af. God geeft hem er de kracht toe, opdat hij terstond bij zijn eerste kennismaking een goede indruk maakt..

Vers 9

9. Als hij nog met hen sprak, zo kwam Rachel met de schapen, die haar vader toebehoorden, bij de put, want zij was een herderin, gelijk nog heden bij de Arabieren de dochters, zelfs van de rijkste Emirs, met de schapen uitgaan 10. En het geschiedde, als Jakob Rachel zag, de dochter van Laban, de broeder van zijn moeder, en de schapen van Laban, de broeder van zijn moeder, 1) dat Jakob in liefde ontbrandde voor het schone meisje, zich dankbaar gevoelde jegens God, die hem zo kennelijk tot zijn doel had geleid, en toetrad; en hij wentelde 2) alleen de steen van de mond van de put, daar liefde en dankgevoel hem dubbele kracht verleenden, en hij drenkte de schapen van Laban, de broeder van zijn moeder. Reeds hierdoor maakte zich Jakob bekend als iemand, die in nadere betrekking tot haar stond; de herders nu weerden hem niet, omdat zij de vreemdeling met een zekere eerbied beschouwden, en zich bij hem, als een gast, een uitzondering lieten welgevallen.

1) Tot driemaal toe in dit vers: "De broeder van zijn moeder." Zonder twijfel, om daarmee te doen uitkomen, n dat de Heere Jakob op bijzondere wijze de weg voorspoedig gemaakt had, n dat Rachel wel degelijk uit de familie van Abraham en van zijn moeder was. Ook kan in die herhaling tevens liggen, dat Rachel Jakob herinnerde aan zijn eigen moeder..

2) Jezus is de bron des levens; de steen is de menselijke onmacht, die het geloof wegwentelt..

Jakob wentelt alleen de steen af. God geeft hem er de kracht toe, opdat hij terstond bij zijn eerste kennismaking een goede indruk maakt..

Vers 11

11. En Jakob kuste Rachel, volgens het recht van zijn verwantschap met haar; want bij een kuis leven was toen de vrijheid ook groter. Terwijl hij haar nu wilde zeggen, wie hij was, opdat zij zich niet voor de herders beschaamd zou moeten voelen, verhinderde hem zijn gevoel, en hij hief zijn stem op en weende; 1) daarna herstelde hij zich.

1) "Hij weende." Welk een tegenstelling met dat moedig afwentelen van de steen van de mond van de put! Dat wenen had een dubbele oorzaak. De eerste was, dankbare blijdschap over de leiding van God, en de tweede, weemoedige herinnering aan zijn moeder, die hij verlaten had. Ook de gelovige blijft mens..

Vers 11

11. En Jakob kuste Rachel, volgens het recht van zijn verwantschap met haar; want bij een kuis leven was toen de vrijheid ook groter. Terwijl hij haar nu wilde zeggen, wie hij was, opdat zij zich niet voor de herders beschaamd zou moeten voelen, verhinderde hem zijn gevoel, en hij hief zijn stem op en weende; 1) daarna herstelde hij zich.

1) "Hij weende." Welk een tegenstelling met dat moedig afwentelen van de steen van de mond van de put! Dat wenen had een dubbele oorzaak. De eerste was, dankbare blijdschap over de leiding van God, en de tweede, weemoedige herinnering aan zijn moeder, die hij verlaten had. Ook de gelovige blijft mens..

Vers 12

12. En Jakob gaf Rachel te kennen, dat hij een broeder, een bloedverwant, van haar vader, en dat hij de zoon van Rebekka was. Toen liep zij aanstonds van de kudde heen, en gaf het aan haar vader, die zich niet ver van daar bevond, te kennen, dat zij een zoon van Rebekka bij de put ontmoet had.

Vers 12

12. En Jakob gaf Rachel te kennen, dat hij een broeder, een bloedverwant, van haar vader, en dat hij de zoon van Rebekka was. Toen liep zij aanstonds van de kudde heen, en gaf het aan haar vader, die zich niet ver van daar bevond, te kennen, dat zij een zoon van Rebekka bij de put ontmoet had.

Vers 13

13. En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde van Jakob, zijn zusters zoon, zo liep hij hem tegemoet, verheugd, dat hij een zoon ontmoette van haar, die hij 97jaar geleden uit zijn vaders huis had zien trekken (Genesis 24:59) en, toen hij bij hem gekomen was, omhelsde hij hem, en kuste hem, en bracht hem naar zijn huis te Haran, dat waarschijnlijk weinig uren van de put gelegen was. En hij vertelde Laban al deze dingen, 1) hoe zijn vader en zijn moeder hem tot de reis hadden gedwongen, en hoe zij hem met zegenbeden hadden laten gaan, en hoe het hem tot hiertoe vergaan was.

1) Daar Laban vroeger een van de dienaren van Abraham, beladen met buitengewone schatten, gezien had, kon een verkeerde gedachte, omtrent diens kleinzoon, bij hem post vatten. Derhalve was het noodzakelijk voor de heilige Jakob, de redenen van zijn tocht bloot te leggen, en waarom hij in die verachtelijke toestand was weggezonden. En men kan geloven, dat zijn moeder hem bekend heeft gemaakt, door welke aanwijzingen en kentekenen hij haar verwantschap moest bewijzen. Daarom roept Laban uit: "Waarlijk, gij zijt mijn gebeente en mijn vlees," hiermee tonende, dat hij hem genoeg overtuigd heeft, maar ook, dat hij zich door geen twijfelachtige bewijzen heeft laten overreden, om Jakob als zijn neef te erkennen..

Vers 13

13. En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde van Jakob, zijn zusters zoon, zo liep hij hem tegemoet, verheugd, dat hij een zoon ontmoette van haar, die hij 97jaar geleden uit zijn vaders huis had zien trekken (Genesis 24:59) en, toen hij bij hem gekomen was, omhelsde hij hem, en kuste hem, en bracht hem naar zijn huis te Haran, dat waarschijnlijk weinig uren van de put gelegen was. En hij vertelde Laban al deze dingen, 1) hoe zijn vader en zijn moeder hem tot de reis hadden gedwongen, en hoe zij hem met zegenbeden hadden laten gaan, en hoe het hem tot hiertoe vergaan was.

1) Daar Laban vroeger een van de dienaren van Abraham, beladen met buitengewone schatten, gezien had, kon een verkeerde gedachte, omtrent diens kleinzoon, bij hem post vatten. Derhalve was het noodzakelijk voor de heilige Jakob, de redenen van zijn tocht bloot te leggen, en waarom hij in die verachtelijke toestand was weggezonden. En men kan geloven, dat zijn moeder hem bekend heeft gemaakt, door welke aanwijzingen en kentekenen hij haar verwantschap moest bewijzen. Daarom roept Laban uit: "Waarlijk, gij zijt mijn gebeente en mijn vlees," hiermee tonende, dat hij hem genoeg overtuigd heeft, maar ook, dat hij zich door geen twijfelachtige bewijzen heeft laten overreden, om Jakob als zijn neef te erkennen..

Vers 14

14. Toen zei Laban, tot hem: Voorwaar! gij zijt ons welkom, want gij zijt mijn gebeente en mijn vlees, mijn bloedverwant; rust nu uit van uw reis, en blijf bij ons. En hij bleef bij hem een volle maand. 1) Gedurende deze tijd toonde Jakob een bijzondere vlijt, en zijn ervarenheid in alles, wat op het vee betrekking heeft.

1) Ofschoon Laban niet twijfelt, dat Jakob zijn zusters zoon is, wil hij toch, in de loop van een maand, diens zeden leren kennen. Daarop onderhandelt hij met hem over het loon. Hieruit kan men de vroomheid van de heilige man leren kennen, dat hij niet werkeloos bij zijn oom is geweest, maar zich met eervolle arbeid heeft bezig gehouden, opdat hij niet het brood van een ander zou eten, zonder er iets voor te doen, zodat hij Laban dwingt te bekennen, dat hij hem, behalve de leeftocht, ook nog enig loon verschuldigd is..

Zo ondervindt Jakob al aanstonds de vervulling van de belofte hem bij Bethel gedaan..

II. Genesis 29:15-Genesis 29:30. Jakob dient Laban voor Rachel zeven jaar; op de dag van de bruiloft verkrijgt hij echter niet deze, maar Lea, haar oudere zuster, en moet nu, daar Laban na zeven dagen hem ook de verkorene geeft, nog zeven jaar dienen.

Vers 14

14. Toen zei Laban, tot hem: Voorwaar! gij zijt ons welkom, want gij zijt mijn gebeente en mijn vlees, mijn bloedverwant; rust nu uit van uw reis, en blijf bij ons. En hij bleef bij hem een volle maand. 1) Gedurende deze tijd toonde Jakob een bijzondere vlijt, en zijn ervarenheid in alles, wat op het vee betrekking heeft.

1) Ofschoon Laban niet twijfelt, dat Jakob zijn zusters zoon is, wil hij toch, in de loop van een maand, diens zeden leren kennen. Daarop onderhandelt hij met hem over het loon. Hieruit kan men de vroomheid van de heilige man leren kennen, dat hij niet werkeloos bij zijn oom is geweest, maar zich met eervolle arbeid heeft bezig gehouden, opdat hij niet het brood van een ander zou eten, zonder er iets voor te doen, zodat hij Laban dwingt te bekennen, dat hij hem, behalve de leeftocht, ook nog enig loon verschuldigd is..

Zo ondervindt Jakob al aanstonds de vervulling van de belofte hem bij Bethel gedaan..

II. Genesis 29:15-Genesis 29:30. Jakob dient Laban voor Rachel zeven jaar; op de dag van de bruiloft verkrijgt hij echter niet deze, maar Lea, haar oudere zuster, en moet nu, daar Laban na zeven dagen hem ook de verkorene geeft, nog zeven jaar dienen.

Vers 15

15. Daarna zei Laban, die wij reeds in Genesis 24:30, als een zelfzuchtig en inhalig man leerden kennen, tot Jakob, schijnbaar uit belangstelling in hem, maar eigenlijk alleen om eigen voordeel, om de kundige en vlijtige arbeider voor langere tijd aan zich te verbinden, en zeker wel vermoedende wat zijn begeerte was: Omdat gij mijn broeder (Genesis 29:11) zijt, en zelf er niet aan hebt gedacht voor uw diensten een loon te eisen, zou gij mij derhalve om niet dienen? Verklaar mij wat zal uw loon zijn? Het is beter, dat wij een vaste verbintenis omtrent uw beloning aangaan.

Labans zelfzucht komt in deze woorden treffend uit. Het komt hem zijn eer te na, dat Jakob hem zonder loon dient, maar tegelijk berekent hij reeds op welk een wijze hij voor weinig geld of voor geen geld van zijn diensten zal gebruik maken. Het is zeker zijn aandacht niet ontgaan, dat Jakob zijn dochter Rachel bemint..

Vers 15

15. Daarna zei Laban, die wij reeds in Genesis 24:30, als een zelfzuchtig en inhalig man leerden kennen, tot Jakob, schijnbaar uit belangstelling in hem, maar eigenlijk alleen om eigen voordeel, om de kundige en vlijtige arbeider voor langere tijd aan zich te verbinden, en zeker wel vermoedende wat zijn begeerte was: Omdat gij mijn broeder (Genesis 29:11) zijt, en zelf er niet aan hebt gedacht voor uw diensten een loon te eisen, zou gij mij derhalve om niet dienen? Verklaar mij wat zal uw loon zijn? Het is beter, dat wij een vaste verbintenis omtrent uw beloning aangaan.

Labans zelfzucht komt in deze woorden treffend uit. Het komt hem zijn eer te na, dat Jakob hem zonder loon dient, maar tegelijk berekent hij reeds op welk een wijze hij voor weinig geld of voor geen geld van zijn diensten zal gebruik maken. Het is zeker zijn aandacht niet ontgaan, dat Jakob zijn dochter Rachel bemint..

Vers 16

16. En Laban had, behalve zonen (Genesis 31:1), twee dochters: de naam van de grootste (oudste) was Lea (smachtende, verlangende); en de naam van de kleinste (jongste) was Rachel (Genesis 29:6).

Vers 16

16. En Laban had, behalve zonen (Genesis 31:1), twee dochters: de naam van de grootste (oudste) was Lea (smachtende, verlangende); en de naam van de kleinste (jongste) was Rachel (Genesis 29:6).

Vers 17

17. Doch Lea had tedere, 1) (zwakke) ogen, zodat zij minder aantrekkelijk door haar uiterlijk was, maar Rachel 2) was schoon van gedaante en bovendien schoon van aangezicht, geheel een vrouwelijke schoonheid.

1) In het Hebreeuws Raccoth, "zwakke", "doffe" of "matte." De Vulgata vertaalt: "lippus, druipend, leep." De vertaling van "zwak", in de zin van, dof of mat is het nauwkeurigst. Tot de vrouwelijke schoonheid behoorde toch voor een oosterlinge levendige en heldere ogen, de z.g. gazelle-ogen..

2) Rachel is de derde schoonheid in de familie van de patriarchen, die de Schrift ons noemt. Zo wij de geschiedenis niet kenden, zouden wij menen, dat Lea, als moeder van Juda en de Davidische Messiaanse geslachtslijn, na Sara en Rebekka de prijs van de schoonheid had moeten hebben..

Ook hier weer blijkt, dat de Heere het verachte uit het slijk opheft; want niet de schone Rachel, maar de wegens haar doffe ogen verachte Lea is bestemd, om de v rmoeder van de Christus Gods te zijn..

Ook naar haar karakter waren de zusters zeer onderscheiden. "Over het algemeen stel ik mij Lea voor, als gewoon zich te onderwerpen, en als geen onderdrukking kennende. Zij boezemt ons belangstelling en deelneming in, daar zij door de baatzuchtigheid van haar vader tot een huwelijk gedwongen wordt waarin zij weinig genoeglijke dagen te verwachten heeft. Men verblijdt zich, dat de Voorzienigheid, die niet aanziet, wat voor ogen is, gelijk de mensen, de zijde van Lea kiest, en haar vruchtbaar maakt boven haar zuster; te meer, wanneer men acht geeft op haar godsvrucht, welke zij bij de geboorte van haar zonen aan de dag legt (zie hun namen Genesis 29:32 enz.). Rachel is niet geheel zo goedhartig. Men ziet meer vuur, meer leven in alles, wat zij doet; doch niet zoveel goedaardigheid. Zij is driftig, opvliegend, ongeduldig en onbezonnen.".

Vers 17

17. Doch Lea had tedere, 1) (zwakke) ogen, zodat zij minder aantrekkelijk door haar uiterlijk was, maar Rachel 2) was schoon van gedaante en bovendien schoon van aangezicht, geheel een vrouwelijke schoonheid.

1) In het Hebreeuws Raccoth, "zwakke", "doffe" of "matte." De Vulgata vertaalt: "lippus, druipend, leep." De vertaling van "zwak", in de zin van, dof of mat is het nauwkeurigst. Tot de vrouwelijke schoonheid behoorde toch voor een oosterlinge levendige en heldere ogen, de z.g. gazelle-ogen..

2) Rachel is de derde schoonheid in de familie van de patriarchen, die de Schrift ons noemt. Zo wij de geschiedenis niet kenden, zouden wij menen, dat Lea, als moeder van Juda en de Davidische Messiaanse geslachtslijn, na Sara en Rebekka de prijs van de schoonheid had moeten hebben..

Ook hier weer blijkt, dat de Heere het verachte uit het slijk opheft; want niet de schone Rachel, maar de wegens haar doffe ogen verachte Lea is bestemd, om de v rmoeder van de Christus Gods te zijn..

Ook naar haar karakter waren de zusters zeer onderscheiden. "Over het algemeen stel ik mij Lea voor, als gewoon zich te onderwerpen, en als geen onderdrukking kennende. Zij boezemt ons belangstelling en deelneming in, daar zij door de baatzuchtigheid van haar vader tot een huwelijk gedwongen wordt waarin zij weinig genoeglijke dagen te verwachten heeft. Men verblijdt zich, dat de Voorzienigheid, die niet aanziet, wat voor ogen is, gelijk de mensen, de zijde van Lea kiest, en haar vruchtbaar maakt boven haar zuster; te meer, wanneer men acht geeft op haar godsvrucht, welke zij bij de geboorte van haar zonen aan de dag legt (zie hun namen Genesis 29:32 enz.). Rachel is niet geheel zo goedhartig. Men ziet meer vuur, meer leven in alles, wat zij doet; doch niet zoveel goedaardigheid. Zij is driftig, opvliegend, ongeduldig en onbezonnen.".

Vers 18

18. En Jakob had Rachel lief; reeds de eerste ontmoeting had een diepe indruk op hem gemaakt; na de vier weken, die hij in Labans huis vertoefd had, was zij het doel van al zijn wensen; in zijn bijzondere toestand, waarin hij, geheel van het vaderhuis verwijderd, op zichzelf en op de zegen des Heren vertrouwen moest, nam hij aanstonds het voorstel aan, en hij zei: a)Ik zal u zeven 1) jaar dienen, om Rachel, uw kleinste, jongste dochter; zeven jaar dienst zal mijn gave (Genesis 34:12; Exodus 22:16,Exodus 22:17 aan u zijn voor Rachel.

a) Hosea 2:13

1) In Kerek dient de onbemiddelde man vijf tot zes jaar en in Haran vond BURKHARDT (Syrië 464) een jonge man, die, alleen voor voedsel, acht jaar gediend had, vervolgens de dochter van zijn meester verkreeg, maar nog altijd dienen moest..

De zevenjarige dienst herinnert wellicht aan het later recht van de Israëlieten, volgens welke de lijfeigene steeds in het zevende jaar weer vrij werd (Exodus 21:2). Zo zou dan Jakob ter vergoeding voor Labans dochter een volledige dienstbaarheid als knecht zich getroost hebben. Dat hij de koopprijs niet van zijn vaders huis laat halen, laat zich daaruit verklaren, dat hij alle mogelijke aanraking daarmee vermeed, om de toorn van zijn broeder niet gaande te maken..

Wellicht, dat er nog enige hoop bij Jakob levend was, dat de toorn van zijn broeder eerder gestild zou zijn. Dan zou hij een geschenk kunnen geven..

Ook hier blijkt weer, dat "zeven" het getal van het Verbond is. Aleer het verbond van het huwelijk gesloten zou worden, zou Jakob een zevental jaar dienen..

Vers 18

18. En Jakob had Rachel lief; reeds de eerste ontmoeting had een diepe indruk op hem gemaakt; na de vier weken, die hij in Labans huis vertoefd had, was zij het doel van al zijn wensen; in zijn bijzondere toestand, waarin hij, geheel van het vaderhuis verwijderd, op zichzelf en op de zegen des Heren vertrouwen moest, nam hij aanstonds het voorstel aan, en hij zei: a)Ik zal u zeven 1) jaar dienen, om Rachel, uw kleinste, jongste dochter; zeven jaar dienst zal mijn gave (Genesis 34:12; Exodus 22:16,Exodus 22:17 aan u zijn voor Rachel.

a) Hosea 2:13

1) In Kerek dient de onbemiddelde man vijf tot zes jaar en in Haran vond BURKHARDT (Syrië 464) een jonge man, die, alleen voor voedsel, acht jaar gediend had, vervolgens de dochter van zijn meester verkreeg, maar nog altijd dienen moest..

De zevenjarige dienst herinnert wellicht aan het later recht van de Israëlieten, volgens welke de lijfeigene steeds in het zevende jaar weer vrij werd (Exodus 21:2). Zo zou dan Jakob ter vergoeding voor Labans dochter een volledige dienstbaarheid als knecht zich getroost hebben. Dat hij de koopprijs niet van zijn vaders huis laat halen, laat zich daaruit verklaren, dat hij alle mogelijke aanraking daarmee vermeed, om de toorn van zijn broeder niet gaande te maken..

Wellicht, dat er nog enige hoop bij Jakob levend was, dat de toorn van zijn broeder eerder gestild zou zijn. Dan zou hij een geschenk kunnen geven..

Ook hier blijkt weer, dat "zeven" het getal van het Verbond is. Aleer het verbond van het huwelijk gesloten zou worden, zou Jakob een zevental jaar dienen..

Vers 19

19. Toen zei Laban: Het is beter, dat ik haar aan u, mijn bloedverwant, geef, 1) dan dat ik haar aan een andere man, een vreemde geef; blijf bij mij, om mij voor deze prijs zeven jaar te dienen.

1) Bij alle Bedoeïenen heeft de neef de voorrang boven de vreemden en de Druzen in Syrië trekken altijd de bloedverwant boven een rijke vreemdeling. Het is bovendien in het Oosten gewoonte, dat de man zijn naaste nicht huwt; hij behoeft dit niet, maar hij heeft er het recht toe, terwijl zij zonder zijn toestemming, geen ander nemen mag..

Hier wordt de hebzucht van Laban recht duidelijk. Want het was daar volstrekt geen gewoonte, om zijn vrouw te kopen. Men kwam eenvoudig met een bruidsschat. En nu wordt het loon van zeven jaar de bruidsschat van Jakob aan Laban voor zijn dochter. Ook hier geldt het, dat de barmhartigheden van de goddelozen wreed zijn. Wij moeten echter niet voorbij zien, dat Jakob hier, als de Kerk vertegenwoordigende, ook daardoor het beeld van die Kerk vertoont..

Vers 19

19. Toen zei Laban: Het is beter, dat ik haar aan u, mijn bloedverwant, geef, 1) dan dat ik haar aan een andere man, een vreemde geef; blijf bij mij, om mij voor deze prijs zeven jaar te dienen.

1) Bij alle Bedoeïenen heeft de neef de voorrang boven de vreemden en de Druzen in Syrië trekken altijd de bloedverwant boven een rijke vreemdeling. Het is bovendien in het Oosten gewoonte, dat de man zijn naaste nicht huwt; hij behoeft dit niet, maar hij heeft er het recht toe, terwijl zij zonder zijn toestemming, geen ander nemen mag..

Hier wordt de hebzucht van Laban recht duidelijk. Want het was daar volstrekt geen gewoonte, om zijn vrouw te kopen. Men kwam eenvoudig met een bruidsschat. En nu wordt het loon van zeven jaar de bruidsschat van Jakob aan Laban voor zijn dochter. Ook hier geldt het, dat de barmhartigheden van de goddelozen wreed zijn. Wij moeten echter niet voorbij zien, dat Jakob hier, als de Kerk vertegenwoordigende, ook daardoor het beeld van die Kerk vertoont..

Vers 20

20. Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaar, en die waren, ondanks de moeitevolle dienst, in zijn ogen, daar hij de man van de hoop was (Romans 8:18; 2 Corinthians 4:17), als enige dagen, 1) omdat hij haar liefhad, en hij zich in haar nabijheid zo gelukkig voelde, dat die dienst hem gemakkelijk en zoet was.

1) Ook hier blijkt wederom de waarheid van de spreuk: gewillige arbeid valt niet zwaar. Het werken is licht, waarvan liefde de prikkel en drangreden is. Zolang als derhalve uw werk u nog zo bijzonder zwaar valt, bewijst dit bij u gemis aan liefde en ware belangstelling of voor het werk dat, of voor de persoon ten wiens wille gij het verricht. Hoe snel vliegt de tijd heen, wanneer de liefde hem vleugels geeft; niet de tijd die besteed wordt aan het wachten op, maar aan het werken voor het beminde voorwerp. Maar hoe kort moet dan ook zelfs de eeuwigheid ons schijnen, waar, naar het woord van de Ziener op Patmos, de gezaligden de Heere, die zij liefhebben, omdat Hij hen eerst heeft liefgehad, dag en nacht in Zijn tempel dienen (Revelation 7:15).

Vers 20

20. Alzo diende Jakob om Rachel zeven jaar, en die waren, ondanks de moeitevolle dienst, in zijn ogen, daar hij de man van de hoop was (Romans 8:18; 2 Corinthians 4:17), als enige dagen, 1) omdat hij haar liefhad, en hij zich in haar nabijheid zo gelukkig voelde, dat die dienst hem gemakkelijk en zoet was.

1) Ook hier blijkt wederom de waarheid van de spreuk: gewillige arbeid valt niet zwaar. Het werken is licht, waarvan liefde de prikkel en drangreden is. Zolang als derhalve uw werk u nog zo bijzonder zwaar valt, bewijst dit bij u gemis aan liefde en ware belangstelling of voor het werk dat, of voor de persoon ten wiens wille gij het verricht. Hoe snel vliegt de tijd heen, wanneer de liefde hem vleugels geeft; niet de tijd die besteed wordt aan het wachten op, maar aan het werken voor het beminde voorwerp. Maar hoe kort moet dan ook zelfs de eeuwigheid ons schijnen, waar, naar het woord van de Ziener op Patmos, de gezaligden de Heere, die zij liefhebben, omdat Hij hen eerst heeft liefgehad, dag en nacht in Zijn tempel dienen (Revelation 7:15).

Vers 21

21. Toen de zeven jaar voorbij waren, zei Jakob tot Laban: Geef mij uw dochter, die ik door mijn arbeid tot mijn rouw verkregen heb; geef mijn verloofde (Deuteronomy 22:24) mij nu tot vrouw, want mijn dagen van dienen zijn volgens ons verbond vervuld, dat ik tot haar inga. 1) 1) Hoe wordt het ons hier duidelijk bericht, dat de liefde van Jakob een kuise liefde was. Hoewel hij zeven jaar lang met haar was uit- en ingegaan, toch had hij zich door de genade van God van alle onkuise daden weten te onthouden. Hij is hier een beschamend voorbeeld van velen. Vele huwelijken zijn daarom dan ook zo ongelukkig, omdat men tegen Gods heilige verordeningen in is begonnen..

Vers 21

21. Toen de zeven jaar voorbij waren, zei Jakob tot Laban: Geef mij uw dochter, die ik door mijn arbeid tot mijn rouw verkregen heb; geef mijn verloofde (Deuteronomy 22:24) mij nu tot vrouw, want mijn dagen van dienen zijn volgens ons verbond vervuld, dat ik tot haar inga. 1) 1) Hoe wordt het ons hier duidelijk bericht, dat de liefde van Jakob een kuise liefde was. Hoewel hij zeven jaar lang met haar was uit- en ingegaan, toch had hij zich door de genade van God van alle onkuise daden weten te onthouden. Hij is hier een beschamend voorbeeld van velen. Vele huwelijken zijn daarom dan ook zo ongelukkig, omdat men tegen Gods heilige verordeningen in is begonnen..

Vers 22

22. Zo verzamelde Laban al de mannen van die plaats, die met hem verwant of zijn vrienden waren, en maakte een maaltijd als bruiloftsmaal.

Mozes bedoelt niet, dat hij een maaltijd aan het gehele volk heeft bereid, maar dat hij zeer vele gasten heeft genodigd, gelijk dat bij aanzienlijke huwelijken pleegt te geschieden. Het is niet twijfelachtig, of hij heeft zich met des te meer ijver toegelegd op het bereiden van een gastmaal, opdat hij Jakob zou verstrikken, zodat hij het huwelijk, waarmee hij bedrogen werd, niet voor nietig zou durven verklaren. Hieruit merken wij, hoe groot toen de heiligheid van het huwelijksbed was. Want de gelegenheid om Jakob te bedriegen was er, omdat daar de zedigheid van de bruid eiste, dat zij gesluierd naar het slaapvertrek werd geleid..

Vers 22

22. Zo verzamelde Laban al de mannen van die plaats, die met hem verwant of zijn vrienden waren, en maakte een maaltijd als bruiloftsmaal.

Mozes bedoelt niet, dat hij een maaltijd aan het gehele volk heeft bereid, maar dat hij zeer vele gasten heeft genodigd, gelijk dat bij aanzienlijke huwelijken pleegt te geschieden. Het is niet twijfelachtig, of hij heeft zich met des te meer ijver toegelegd op het bereiden van een gastmaal, opdat hij Jakob zou verstrikken, zodat hij het huwelijk, waarmee hij bedrogen werd, niet voor nietig zou durven verklaren. Hieruit merken wij, hoe groot toen de heiligheid van het huwelijksbed was. Want de gelegenheid om Jakob te bedriegen was er, omdat daar de zedigheid van de bruid eiste, dat zij gesluierd naar het slaapvertrek werd geleid..

Vers 23

23. En het geschiedde `s avonds, wanneer men gewoonlijk de bruid gesluierd tot de bruidegom leidde, dat hij niet Rachel, maar zijn dochter Lea nam; en hij bracht haar tot hem 1) in het slaapvertrek, en hij, het bedrog niet bemerkende, daar waarschijnlijk Laban met opzet de maaltijd had aangelegd, om Jakob door wijn te bedwelmen, ging tot haar in.

1) Jakob had zijn half blinde vader bedrogen, hier wordt hij door de vader van zijn bruid bedrogen. "Gij zult uw zonde kennen als zij u zal vinden.".

Vers 23

23. En het geschiedde `s avonds, wanneer men gewoonlijk de bruid gesluierd tot de bruidegom leidde, dat hij niet Rachel, maar zijn dochter Lea nam; en hij bracht haar tot hem 1) in het slaapvertrek, en hij, het bedrog niet bemerkende, daar waarschijnlijk Laban met opzet de maaltijd had aangelegd, om Jakob door wijn te bedwelmen, ging tot haar in.

1) Jakob had zijn half blinde vader bedrogen, hier wordt hij door de vader van zijn bruid bedrogen. "Gij zult uw zonde kennen als zij u zal vinden.".

Vers 24

24. En Laban, hetgeen hier reeds met het oog op het meegedeelde in Genesis 30:9 aangemerkt wordt, gaf haar Zilpa (bedauwende), zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd. 1) (Genesis 24:61).

1) Dat Laban haar Zilpa tot dienstmaagd gaf, was weer uit berekening. Zilpa verving hier de geschenken, welke de vader gewoonlijk ook aan zijn dochter gaf..

Vers 24

24. En Laban, hetgeen hier reeds met het oog op het meegedeelde in Genesis 30:9 aangemerkt wordt, gaf haar Zilpa (bedauwende), zijn dienstmaagd, aan Lea, zijn dochter, tot een dienstmaagd. 1) (Genesis 24:61).

1) Dat Laban haar Zilpa tot dienstmaagd gaf, was weer uit berekening. Zilpa verving hier de geschenken, welke de vader gewoonlijk ook aan zijn dochter gaf..

Vers 25

25. En het geschiedde de volgende morgen, dat Jakob van zijn bed opstond, en ziet, het was Lea, 1) bij wie hij gelegen had. Daarom zei hij tot Laban: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u gediend om Rachel? Waarom hebt gij mij dan bedrogen?

1) Ook nu nog ziet in verscheidene Oosterse landen de bruidegom zijn bruid niet anders dan gesluierd, tot op de morgen na de bruiloft, en men zegt, dat dergelijke bedriegerijen ook nu nog wel plaats hebben..

In deze geschiedenis vertoont zich zo duidelijk de goddelijke vergelding (Luke 6:38). "Jakob kende Lea niet, toen hij met haar in de echt trad, evenmin als zijn vader hem kende, toen die hem zegende. Lea volbracht het bedrog op aansporen van haar vader; Jakob had het gedaan op aandringen van zijn moeder. Hij verkreeg echter in zijn onwetendheid in Lea zijn van God hem bestemde vrouw, die de moeder van de Messias zou worden (Genesis 29:35; Matthew 1:2), evenals Izaak onwetend hem als de rechte erfgenaam van de belofte zegende. O, in hoeveel misslagen en dwaasheden van de mensen is hier en overal de onveranderlijke genade en trouw van God ingevlochten.".

Vers 25

25. En het geschiedde de volgende morgen, dat Jakob van zijn bed opstond, en ziet, het was Lea, 1) bij wie hij gelegen had. Daarom zei hij tot Laban: Wat is dit, dat gij mij gedaan hebt; heb ik niet bij u gediend om Rachel? Waarom hebt gij mij dan bedrogen?

1) Ook nu nog ziet in verscheidene Oosterse landen de bruidegom zijn bruid niet anders dan gesluierd, tot op de morgen na de bruiloft, en men zegt, dat dergelijke bedriegerijen ook nu nog wel plaats hebben..

In deze geschiedenis vertoont zich zo duidelijk de goddelijke vergelding (Luke 6:38). "Jakob kende Lea niet, toen hij met haar in de echt trad, evenmin als zijn vader hem kende, toen die hem zegende. Lea volbracht het bedrog op aansporen van haar vader; Jakob had het gedaan op aandringen van zijn moeder. Hij verkreeg echter in zijn onwetendheid in Lea zijn van God hem bestemde vrouw, die de moeder van de Messias zou worden (Genesis 29:35; Matthew 1:2), evenals Izaak onwetend hem als de rechte erfgenaam van de belofte zegende. O, in hoeveel misslagen en dwaasheden van de mensen is hier en overal de onveranderlijke genade en trouw van God ingevlochten.".

Vers 26

26. En Laban zei: Men doet alzo niet in deze plaats, dat men de kleinste uitgeeft v r de eerstgeborene. Om echter aan alle verwijten van Jakob, als deze: Waarom hebt gij mij dat niet vroeger gezegd, tegemoet te komen ging hij aanstonds voort:

Vers 26

26. En Laban zei: Men doet alzo niet in deze plaats, dat men de kleinste uitgeeft v r de eerstgeborene. Om echter aan alle verwijten van Jakob, als deze: Waarom hebt gij mij dat niet vroeger gezegd, tegemoet te komen ging hij aanstonds voort:

Vers 27

27. Vervul de week van deze, beloof ook nog zeven andere jaren voor Rachel, dan zullen wij u ook die geven, Rachel zal de uwe zijn, voor de dienst, die gij nog zeven andere jaren bij mij dienen zult. 1)

1) Hier openbaart Laban zo geheel zijn hebzucht; hij wilde Jakob, wiens dienst hem zo onontbeerlijk geworden was, zo lang mogelijk behouden; daarom bedroog hij hem eerst en stelde hem vervolgens de dubbele echt voor, daar hij wel wist, dat Jakob Rachel niet zou laten varen, maar liever nogmaals een dienst van zeven jaar om harentwille zou aannemen..

Op deze manier wordt Laban tevens een tweede bruiloftsmaal bespaard. Welk een fijne, maar ook sluwe berekening! Laban is het beeld van de volmaakte gierigheid..

Vers 27

27. Vervul de week van deze, beloof ook nog zeven andere jaren voor Rachel, dan zullen wij u ook die geven, Rachel zal de uwe zijn, voor de dienst, die gij nog zeven andere jaren bij mij dienen zult. 1)

1) Hier openbaart Laban zo geheel zijn hebzucht; hij wilde Jakob, wiens dienst hem zo onontbeerlijk geworden was, zo lang mogelijk behouden; daarom bedroog hij hem eerst en stelde hem vervolgens de dubbele echt voor, daar hij wel wist, dat Jakob Rachel niet zou laten varen, maar liever nogmaals een dienst van zeven jaar om harentwille zou aannemen..

Op deze manier wordt Laban tevens een tweede bruiloftsmaal bespaard. Welk een fijne, maar ook sluwe berekening! Laban is het beeld van de volmaakte gierigheid..

Vers 28

28. En Jakob deed alzo, en hij vervulde deze week. Toen die zeven dagen voorbij waren, gaf hij hem ook Rachel, zijn dochter, hem tot een vrouw. 1)

1) Gekomen in Haran, om de vrouw van zijn keuze te zoeken, wordt hij door Laban gedwongen, tegen Gods verordeningen in, meer dan n vrouw te nemen, hoewel Jakob hierin niet geheel en al te verontschuldigen is, daar hij, naar recht en billijkheid, Laban had kunnen vragen, om Lea terug te nemen. Door de liefde voor Rachel is hij echter z verblind, dat hij, om harentwille, niet schroomt in de zonde van polygamie te vervallen.

Vers 28

28. En Jakob deed alzo, en hij vervulde deze week. Toen die zeven dagen voorbij waren, gaf hij hem ook Rachel, zijn dochter, hem tot een vrouw. 1)

1) Gekomen in Haran, om de vrouw van zijn keuze te zoeken, wordt hij door Laban gedwongen, tegen Gods verordeningen in, meer dan n vrouw te nemen, hoewel Jakob hierin niet geheel en al te verontschuldigen is, daar hij, naar recht en billijkheid, Laban had kunnen vragen, om Lea terug te nemen. Door de liefde voor Rachel is hij echter z verblind, dat hij, om harentwille, niet schroomt in de zonde van polygamie te vervallen.

Vers 29

29. En Laban gaf aan zijn dochter Rachel, evenals hij vroeger aan Lea Zilpa gegeven had, zijn dienstmaagd Bilha, haar tot een dienstmaagd (Genesis 30:3,Genesis 30:4).

Vers 29

29. En Laban gaf aan zijn dochter Rachel, evenals hij vroeger aan Lea Zilpa gegeven had, zijn dienstmaagd Bilha, haar tot een dienstmaagd (Genesis 30:3,Genesis 30:4).

Vers 30

30. En hij ging ook in tot Rachel, 1) en had ook Rachel liever dan Lea; 2) en hij diende bij hem nog zeven andere jaren.

1) Dit dubbel huwelijk, later door de wet (Leviticus 18:18) verboden, was door bedrog tot stand gekomen, en daaraan heeft het volk van de wet zijn ontstaan te danken. Met onbuigzame waarheidsliefde verhaalt dit de Heilige Schrift; haar beschrijving van de geschiedenis is waar, omdat zij heilig is, en is heilig, omdat zij waar is..

Ach, ouders! gij weet het niet, hoe uw wel overlegde huwelijksplannen voor uw kinderen zelf, wier geluk gij toch bedoelde, een onuitputtelijke bron van jammer en huiselijk leed doen ontspringen. Terwijl gij anderen tot slachtoffers van uw sluwe berekening meent te maken, doet gij dit het meest uw eigen vlees en bloed. Arme dochters! die als verkocht wordt en gelijk een Lea, feestelijk getooid ter feestzaal, ten echtaltaar gaat, om straks een leven lang te schreien over de eerzucht en onbarmhartigheid van uw ouders. Het is niet alleen een Lea, die reeds v r het huwelijk de rood gekleurde ogen heeft! wier ogen, ook na de huwelijksdag, niet van tranen droog zijn..

2) Welk een bron van jammer ligt in die weinige woorden opgesloten! Jakob kon slechts aan n vrouw zijn hart geven..

III. Genesis 29:31-Genesis 29:30:24. Spoedig op elkaar worden Jakob gedurende het tweede zevental jaar van zijn dienen, elf zonen en een dochter geboren, waarschijnlijk in deze volgorde: van Lea: 1. Ruben, 2. Simeon, 3. Levi, 5. Juda, 8. Issaschar, 10. Zebulon, 12. Dina; van Bilha: 4. Dan, 6 Nafthali; van Rachel: 11. Jozef; van Zilpa: 7. Gad, 9. Aser. Zodat nu tot vervulling komt wat aan Abraham beloofd was: "Ik zal u tot een groot volk maken."

Vers 30

30. En hij ging ook in tot Rachel, 1) en had ook Rachel liever dan Lea; 2) en hij diende bij hem nog zeven andere jaren.

1) Dit dubbel huwelijk, later door de wet (Leviticus 18:18) verboden, was door bedrog tot stand gekomen, en daaraan heeft het volk van de wet zijn ontstaan te danken. Met onbuigzame waarheidsliefde verhaalt dit de Heilige Schrift; haar beschrijving van de geschiedenis is waar, omdat zij heilig is, en is heilig, omdat zij waar is..

Ach, ouders! gij weet het niet, hoe uw wel overlegde huwelijksplannen voor uw kinderen zelf, wier geluk gij toch bedoelde, een onuitputtelijke bron van jammer en huiselijk leed doen ontspringen. Terwijl gij anderen tot slachtoffers van uw sluwe berekening meent te maken, doet gij dit het meest uw eigen vlees en bloed. Arme dochters! die als verkocht wordt en gelijk een Lea, feestelijk getooid ter feestzaal, ten echtaltaar gaat, om straks een leven lang te schreien over de eerzucht en onbarmhartigheid van uw ouders. Het is niet alleen een Lea, die reeds v r het huwelijk de rood gekleurde ogen heeft! wier ogen, ook na de huwelijksdag, niet van tranen droog zijn..

2) Welk een bron van jammer ligt in die weinige woorden opgesloten! Jakob kon slechts aan n vrouw zijn hart geven..

III. Genesis 29:31-Genesis 29:30:24. Spoedig op elkaar worden Jakob gedurende het tweede zevental jaar van zijn dienen, elf zonen en een dochter geboren, waarschijnlijk in deze volgorde: van Lea: 1. Ruben, 2. Simeon, 3. Levi, 5. Juda, 8. Issaschar, 10. Zebulon, 12. Dina; van Bilha: 4. Dan, 6 Nafthali; van Rachel: 11. Jozef; van Zilpa: 7. Gad, 9. Aser. Zodat nu tot vervulling komt wat aan Abraham beloofd was: "Ik zal u tot een groot volk maken."

Vers 31

31. Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat 1) was bij haar man, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar, 2) gelijk de Heere gewoonlijk het onedele van de wereld en het verachte verkiest, en datgene, wat niets is, opdat Hij het sterke teniet zou doen. 1 Corinthiërs. 1:28; Luke 1:62 ).

1)"Gehaat" in de zin van "minder bemind." Jakob verwaarloosde Lea en onthield haar, wat haar toekwam. Hij volbracht aan haar niet, wat hij schuldig was te doen..

2) Hier toont Mozes aan, dat de voorliefde van Jakob door de Heere is getuchtigd, zoals Hij de hartstochten van de gelovigen, wanneer deze al te zeer uitkomen, beteugelt. Rachel wordt voorgetrokken, niet zonder belediging voor haar zuster, aan wie hij de verschuldigde eer niet bewijst. Doch de Heere openbaart zich aan haar als een beschermer en betuigt Jakob's gemoed, door het rechte middel, naar die zijde, waarvan hij al te afkerig was geweest. Deze plaats leert, dat kinderen een bijzonder geschenk van God zijn, daar Hem in het bijzonder de macht wordt toegekend, dat Hij de een vruchtbaar maakt en de baarmoeder van de andere toesluit. Bovendien is hier op te merken, dat het verwekken van kroost, de man met de vrouw nauw verbindt. Vandaar, dat de ouders de kinderen in het algemeen panden noemen, omdat zij niet weinig er toe bijdragen, de wederkerige liefde te vermeerderen en te koesteren..

Vers 31

31. Toen nu de HEERE zag, dat Lea gehaat 1) was bij haar man, opende Hij haar baarmoeder; maar Rachel was onvruchtbaar, 2) gelijk de Heere gewoonlijk het onedele van de wereld en het verachte verkiest, en datgene, wat niets is, opdat Hij het sterke teniet zou doen. 1 Corinthiërs. 1:28; Luke 1:62 ).

1)"Gehaat" in de zin van "minder bemind." Jakob verwaarloosde Lea en onthield haar, wat haar toekwam. Hij volbracht aan haar niet, wat hij schuldig was te doen..

2) Hier toont Mozes aan, dat de voorliefde van Jakob door de Heere is getuchtigd, zoals Hij de hartstochten van de gelovigen, wanneer deze al te zeer uitkomen, beteugelt. Rachel wordt voorgetrokken, niet zonder belediging voor haar zuster, aan wie hij de verschuldigde eer niet bewijst. Doch de Heere openbaart zich aan haar als een beschermer en betuigt Jakob's gemoed, door het rechte middel, naar die zijde, waarvan hij al te afkerig was geweest. Deze plaats leert, dat kinderen een bijzonder geschenk van God zijn, daar Hem in het bijzonder de macht wordt toegekend, dat Hij de een vruchtbaar maakt en de baarmoeder van de andere toesluit. Bovendien is hier op te merken, dat het verwekken van kroost, de man met de vrouw nauw verbindt. Vandaar, dat de ouders de kinderen in het algemeen panden noemen, omdat zij niet weinig er toe bijdragen, de wederkerige liefde te vermeerderen en te koesteren..

Vers 32

32. En Lea werd bevrucht, en baarde nog in het eerste jaar van haar huwelijk een zoon, en zij noemde in vreugde, dat haar eerste kind reeds een zoon was, zijn naam Ruben (zie, een zoon!), want zij zei: Omdat de HEERE mijn verdrukkingheeft aangezien, daarom zal mijn man mij nu lief hebben.

Uit de naamgeving van Ruben blijkt, dat Jakob Lea veronachtzaamde, maar ook, dat zij een dankbaar gemoed bezat en er behoefte aan had, dit in de naam van haar zoon te openbaren..

Vers 32

32. En Lea werd bevrucht, en baarde nog in het eerste jaar van haar huwelijk een zoon, en zij noemde in vreugde, dat haar eerste kind reeds een zoon was, zijn naam Ruben (zie, een zoon!), want zij zei: Omdat de HEERE mijn verdrukkingheeft aangezien, daarom zal mijn man mij nu lief hebben.

Uit de naamgeving van Ruben blijkt, dat Jakob Lea veronachtzaamde, maar ook, dat zij een dankbaar gemoed bezat en er behoefte aan had, dit in de naam van haar zoon te openbaren..

Vers 33

33. En zij werd na enige tijd (Leviticus 12:1-Leviticus 12:4) wederom bevrucht en baarde een tweede zoon en zei: Daar de HEERE mijn zuchten gehoord heeft, dat ik nog altijd gehaat was, zo heeft Hij mij ook deze gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon (verhoring). Men mag uit deze haar woorden opmaken, dat Lea nog niet had verkregen, wat zij gehoopt had..

Lea was, toen ze Simeon droeg, geprikkeld door nijd in haar nieren. Jaloersheid was in haar gevaren. En ze had Rachel niet kunnen zetten en niet kunnen uitstaan, niet omdat ze Jakob voor zonde wilde vrijwaren, maar omdat ze zichzelf gekrenkt voelde, en omdat haar ik gekrenkt was; omdat zij het onderspit dolf. En dit wekte wraakzucht in haar hartstochtelijk hart. Toen ontving en baarde ze Simeon, en haar uitroep is: Simeon zal mij troosten, want ik word gehaat, en er is een hoop voor mijn dorst naar voldoening. De Heere heeft gehoord." Hartstocht dus in Lea, deels goede, deels zondige hartstocht; wonderbare vereniging van geloof en geprikkelde hovaarding. En dat alles gedekt door het roepen: De Heere heeft gehoord. En die gedachte in haar dracht droeg ze dan ook op Simeon over.

Vers 33

33. En zij werd na enige tijd (Leviticus 12:1-Leviticus 12:4) wederom bevrucht en baarde een tweede zoon en zei: Daar de HEERE mijn zuchten gehoord heeft, dat ik nog altijd gehaat was, zo heeft Hij mij ook deze gegeven; en zij noemde zijn naam Simeon (verhoring). Men mag uit deze haar woorden opmaken, dat Lea nog niet had verkregen, wat zij gehoopt had..

Lea was, toen ze Simeon droeg, geprikkeld door nijd in haar nieren. Jaloersheid was in haar gevaren. En ze had Rachel niet kunnen zetten en niet kunnen uitstaan, niet omdat ze Jakob voor zonde wilde vrijwaren, maar omdat ze zichzelf gekrenkt voelde, en omdat haar ik gekrenkt was; omdat zij het onderspit dolf. En dit wekte wraakzucht in haar hartstochtelijk hart. Toen ontving en baarde ze Simeon, en haar uitroep is: Simeon zal mij troosten, want ik word gehaat, en er is een hoop voor mijn dorst naar voldoening. De Heere heeft gehoord." Hartstocht dus in Lea, deels goede, deels zondige hartstocht; wonderbare vereniging van geloof en geprikkelde hovaarding. En dat alles gedekt door het roepen: De Heere heeft gehoord. En die gedachte in haar dracht droeg ze dan ook op Simeon over.

Vers 34

34. En zij werd, spoedig na de geboorte van haar tweede zoon nog bevrucht en baarde een derde zoon, en zei: Nu zal zich ditmaal mijn man bij mij voegen, zich aan mij aansluiten, daar ik hem drie zonen gebaard heb (Prediker. 4:12); daarom noemde zij zijn naam Levi (aansluiting, samenvoeging).

Vers 34

34. En zij werd, spoedig na de geboorte van haar tweede zoon nog bevrucht en baarde een derde zoon, en zei: Nu zal zich ditmaal mijn man bij mij voegen, zich aan mij aansluiten, daar ik hem drie zonen gebaard heb (Prediker. 4:12); daarom noemde zij zijn naam Levi (aansluiting, samenvoeging).

Vers 35

35. En zij werd wederom, voor de vierde maal, bevrucht en baarde een zoon, en zei: Ditmaal zal ik de HEERE loven, 1) want nu heeft Hij zeker mij voor mijn man dierbaar gemaakt; daarom noemde zij zijn naam Juda (zal geprezen worden). En zij hield voor enige tijd op met baren, totdat zij later opnieuw zwanger werd. (Genesis 30:17).

1) De namen van haar zoons drukken haar voortdurende smartelijke ondervinding uit. Na de geboorte van de eerste hoopt zij de liefde van Jakob te veroveren; na de geboorte van de derde hoopt zij ten minste nog op enige gehechtheid; bij de geboorte van de vierde, ziet zij geheel van zichzelf af op Jehova..

Vers 35

35. En zij werd wederom, voor de vierde maal, bevrucht en baarde een zoon, en zei: Ditmaal zal ik de HEERE loven, 1) want nu heeft Hij zeker mij voor mijn man dierbaar gemaakt; daarom noemde zij zijn naam Juda (zal geprezen worden). En zij hield voor enige tijd op met baren, totdat zij later opnieuw zwanger werd. (Genesis 30:17).

1) De namen van haar zoons drukken haar voortdurende smartelijke ondervinding uit. Na de geboorte van de eerste hoopt zij de liefde van Jakob te veroveren; na de geboorte van de derde hoopt zij ten minste nog op enige gehechtheid; bij de geboorte van de vierde, ziet zij geheel van zichzelf af op Jehova..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Genesis 29". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/genesis-29.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile