Lectionary Calendar
Friday, May 17th, 2024
the Seventh Week after Easter
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Bible Commentaries
Leviticus 24

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, LEVITICUS 24

Leviticus 24:1.

VAN DE KANDELAAR, VAN DE TOONBRODEN, DE STRAF, VAN GODSLASTERAARS EN DOODSLAGERS.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, LEVITICUS 24

Leviticus 24:1.

VAN DE KANDELAAR, VAN DE TOONBRODEN, DE STRAF, VAN GODSLASTERAARS EN DOODSLAGERS.

Vers 1

1. En de HEERE, over de bijzonder heilige tijden gehandeld hebbende, sprak tot Mozes ook over de wijze, waarop behalve de Sabbat iedere afzonderlijke dag van de week, en behalve de feesten iedere afzonderlijke week van het jaar in Israël moest geheiligd worden, zeggende:

Vers 1

1. En de HEERE, over de bijzonder heilige tijden gehandeld hebbende, sprak tot Mozes ook over de wijze, waarop behalve de Sabbat iedere afzonderlijke dag van de week, en behalve de feesten iedere afzonderlijke week van het jaar in Israël moest geheiligd worden, zeggende:

Vers 2

2. Gebied de kinderen van Israël, zoals Ik reeds in Exodus 27:20 u beval, en dit bevel dan ook reeds uitgevoerd is (Exodus 40:25 Numbers 8:1-Numbers 8:4 ); maar Ik herhaal het toen gesproken woord nog eenmaal, omdat Ik voor de rechte, zuivere godsdienst op de stipte volbrenging daarvan zoveel aankomt, dat zij tot u brengen zuivere gestoten olijfolie, voor de luchter, om de lampen van de gouden kandelaar (Exodus 25:31) gedurig aan te steken. 1)

1) Sommigen menen, dat die lampen onophoudelijk hebben gebrand, doch het is waarschijnlijker, dat zij `s nachts, maar niet bij dag gebrand hebben, te meer daar de Heilige Schrift nergens melding maakt, dat enig licht bij dag heeft gebrand, maar wel, dat ze `s avonds werden aangestoken en tot `s morgens brandden, daarom moet het woord gedurig verstaan worden in die betekenis, dat geen nacht mocht worden overgeslagen..

Vers 2

2. Gebied de kinderen van Israël, zoals Ik reeds in Exodus 27:20 u beval, en dit bevel dan ook reeds uitgevoerd is (Exodus 40:25 Numbers 8:1-Numbers 8:4 ); maar Ik herhaal het toen gesproken woord nog eenmaal, omdat Ik voor de rechte, zuivere godsdienst op de stipte volbrenging daarvan zoveel aankomt, dat zij tot u brengen zuivere gestoten olijfolie, voor de luchter, om de lampen van de gouden kandelaar (Exodus 25:31) gedurig aan te steken. 1)

1) Sommigen menen, dat die lampen onophoudelijk hebben gebrand, doch het is waarschijnlijker, dat zij `s nachts, maar niet bij dag gebrand hebben, te meer daar de Heilige Schrift nergens melding maakt, dat enig licht bij dag heeft gebrand, maar wel, dat ze `s avonds werden aangestoken en tot `s morgens brandden, daarom moet het woord gedurig verstaan worden in die betekenis, dat geen nacht mocht worden overgeslagen..

Vers 3

3. Aron, of wie van de gewone priesters in zijn plaats de dienst verricht, zal die voor het aangezicht van de HEERE gedurig toerichten, van de avond tot de morgen, bij het brengen van het avond en morgenoffer (Exodus 29:38) buiten de voorhang van de getuigenis, 1) in de tent der samenkomst, die in de tabernakel de plaats van de getuigenis (Exodus 25:22) van de overige ruimte afzondert; het is een eeuwige instelling voor uw geslachten.

1) In Exodus 27:21 luidt het: Buiten de voorhang, die voor het getuigenis is. De bedoeling is, buiten de voorhang, die het Heilige van het Heilige der Heiligen scheidt.

Vers 3

3. Aron, of wie van de gewone priesters in zijn plaats de dienst verricht, zal die voor het aangezicht van de HEERE gedurig toerichten, van de avond tot de morgen, bij het brengen van het avond en morgenoffer (Exodus 29:38) buiten de voorhang van de getuigenis, 1) in de tent der samenkomst, die in de tabernakel de plaats van de getuigenis (Exodus 25:22) van de overige ruimte afzondert; het is een eeuwige instelling voor uw geslachten.

1) In Exodus 27:21 luidt het: Buiten de voorhang, die voor het getuigenis is. De bedoeling is, buiten de voorhang, die het Heilige van het Heilige der Heiligen scheidt.

Vers 4

4. Hij zal, zoals gezegd is, op de loutere kandelaar, de kandelaar van louter of zuiver goud, die lampen voor het aangezicht van de HEERE gedurig 1) toerichten, en dit werk met het andere voor de dagelijkse tempeldienst ook op de Sabbat en de feestdagen niet nalaten, maar altijd voor het brengen van de sabbat- en feestoffers op gewone wijze toerichten.

1) De wet spaart geen herhaling, zolang zij nog niet haar geestelijke vervulling verkregen heeft..

Vers 4

4. Hij zal, zoals gezegd is, op de loutere kandelaar, de kandelaar van louter of zuiver goud, die lampen voor het aangezicht van de HEERE gedurig 1) toerichten, en dit werk met het andere voor de dagelijkse tempeldienst ook op de Sabbat en de feestdagen niet nalaten, maar altijd voor het brengen van de sabbat- en feestoffers op gewone wijze toerichten.

1) De wet spaart geen herhaling, zolang zij nog niet haar geestelijke vervulling verkregen heeft..

Vers 5

5. Gij zult ook, zoals volgens Mijn bevel (Exodus 25:30) tot dusver geschied is (Exodus. 39:36; 40:23) door de priester die voor de dienst zorgen moet, meelbloem nemen en twaalf broodkoeken, van dikkere vorm dan de in Leviticus 2:4 vermelde vladen daarvan bakken; van twee tienden (of Gomer) zal n koek zijn 1) (zie "Exodus 16:36).

1) Volgens de eenparige Joodse overlevering werden zij zonder zuurdeeg toebereid. Voor deze toebereiding moest later het geslacht van de Kahathieten zorgen (1 Chronicles 9:32), dat de wijze van toebereiding als familiegeheim bewaarde. In de tweede tempel geschiedde dit in een bijzonder vertrek, het gloed- of bakhuis aan de noordzijde van de voorhof van de priesters; maar zij mochten ook, zoals ander heilig gebak, in het vlek Bethfag, bij Jeruzalem (Matthew 21:1) worden gebakken..

Nu is men gekomen tot het derde deel van de uitwendige eredienst, dat de overgang vormt voor de uitlegging van het tweede gebod. Er is daarom te handelen over de heilige offeranden, waaronder Hij de eerste plaats behaagt te geven aan de broden, die een eigen tafel hebben, recht tegenover de kandelaar, aan de noordzijde, zoals bij de bouw van de tabernakel is gezien. Doch ofschoon er ergens anders sprake van is, zoals zij echter op zichzelf werden aangeboden en geplaatst v r de Ark van het Verbond, als het ware v r het aangezicht van God, waren zij niet te scheiden van de offeranden. Ik heb reeds vroeger uitgelegd, dat dit een symbool is geweest van een niet alledaagse genade van God, waar Hij op gemeenzame wijze tot hen af daalt, alsof Hij hun gastvriend ware. Doch zij worden genaamd toonbroden, daarom, omdat zij als voor de ogen van God worden geplaatst. Maar daarmee toont Hij een zeldzame gunst, door als het ware wederkerig tot hun gastmaal te komen. Het is niet twijfelachtig, dat Hij het getal twaalf heeft bevolen met het oog op de twaalf stammen, alsof Hij de door elke stam afzonderlijk aangeboden spijs tot Zijn tafel toeliet..

De bereiding van de toonbroden wordt eerst nu nauwkeurig beschreven, ofschoon zij reeds bij de inwijding van de tabernakel door de gemeente geleverd en door Mozes op de dis gelegd werden. Door het brengen en bereiden ervan, uit de door de gemeente gebrachte meelbloem, en meer nog door de bijvoeging van wierook, die bij de wegneming van de broden, op iedere Sabbat, als Ascara, d.i. als dadelijke herinnering van de gemeente, voor God op het altaar aangestoken werd, werd die oplegging van de broden een onbloedig offer waarmee de gemeente de vrucht van haar werken, leven en sterven voor het aangezicht van de Heere brengt, en in deze God zich als een volk, dat ijverig is, in de heiliging tot goede werken, bewijst..

Deze koeken moesten wel zonder zuurdeeg zijn, omdat zij waren een Heiligheid der Heiligheden. De gezuurdesemde koek mocht niet op het altaar komen, en evenmin daarom op de tafel van de toonbroden, voor het aangezicht van de Heere..

Vers 5

5. Gij zult ook, zoals volgens Mijn bevel (Exodus 25:30) tot dusver geschied is (Exodus. 39:36; 40:23) door de priester die voor de dienst zorgen moet, meelbloem nemen en twaalf broodkoeken, van dikkere vorm dan de in Leviticus 2:4 vermelde vladen daarvan bakken; van twee tienden (of Gomer) zal n koek zijn 1) (zie "Exodus 16:36).

1) Volgens de eenparige Joodse overlevering werden zij zonder zuurdeeg toebereid. Voor deze toebereiding moest later het geslacht van de Kahathieten zorgen (1 Chronicles 9:32), dat de wijze van toebereiding als familiegeheim bewaarde. In de tweede tempel geschiedde dit in een bijzonder vertrek, het gloed- of bakhuis aan de noordzijde van de voorhof van de priesters; maar zij mochten ook, zoals ander heilig gebak, in het vlek Bethfag, bij Jeruzalem (Matthew 21:1) worden gebakken..

Nu is men gekomen tot het derde deel van de uitwendige eredienst, dat de overgang vormt voor de uitlegging van het tweede gebod. Er is daarom te handelen over de heilige offeranden, waaronder Hij de eerste plaats behaagt te geven aan de broden, die een eigen tafel hebben, recht tegenover de kandelaar, aan de noordzijde, zoals bij de bouw van de tabernakel is gezien. Doch ofschoon er ergens anders sprake van is, zoals zij echter op zichzelf werden aangeboden en geplaatst v r de Ark van het Verbond, als het ware v r het aangezicht van God, waren zij niet te scheiden van de offeranden. Ik heb reeds vroeger uitgelegd, dat dit een symbool is geweest van een niet alledaagse genade van God, waar Hij op gemeenzame wijze tot hen af daalt, alsof Hij hun gastvriend ware. Doch zij worden genaamd toonbroden, daarom, omdat zij als voor de ogen van God worden geplaatst. Maar daarmee toont Hij een zeldzame gunst, door als het ware wederkerig tot hun gastmaal te komen. Het is niet twijfelachtig, dat Hij het getal twaalf heeft bevolen met het oog op de twaalf stammen, alsof Hij de door elke stam afzonderlijk aangeboden spijs tot Zijn tafel toeliet..

De bereiding van de toonbroden wordt eerst nu nauwkeurig beschreven, ofschoon zij reeds bij de inwijding van de tabernakel door de gemeente geleverd en door Mozes op de dis gelegd werden. Door het brengen en bereiden ervan, uit de door de gemeente gebrachte meelbloem, en meer nog door de bijvoeging van wierook, die bij de wegneming van de broden, op iedere Sabbat, als Ascara, d.i. als dadelijke herinnering van de gemeente, voor God op het altaar aangestoken werd, werd die oplegging van de broden een onbloedig offer waarmee de gemeente de vrucht van haar werken, leven en sterven voor het aangezicht van de Heere brengt, en in deze God zich als een volk, dat ijverig is, in de heiliging tot goede werken, bewijst..

Deze koeken moesten wel zonder zuurdeeg zijn, omdat zij waren een Heiligheid der Heiligheden. De gezuurdesemde koek mocht niet op het altaar komen, en evenmin daarom op de tafel van de toonbroden, voor het aangezicht van de Heere..

Vers 6

6. En gij zult ze in twee rijen leggen, zes in een rij, op de daartoe bestemde reine tafel (Exodus 25:23) ) die voor het aangezicht van de in het Allerheiligste aanwezige HEERE staat.

Vers 6

6. En gij zult ze in twee rijen leggen, zes in een rij, op de daartoe bestemde reine tafel (Exodus 25:23) ) die voor het aangezicht van de in het Allerheiligste aanwezige HEERE staat.

Vers 7

7. En op elke rij zult gij, op gouden schalen, zuivere wierook leggen, welke het brood ten gedenkoffer zal zijn, terwijl de wierook bij het wegnemen van de broden op het altaar aangestoken wordt; het is een vuuroffer voor de HEERE, waardoor deze bewogen wordt, aan Zijn gemeente in genade te denken.

Vers 7

7. En op elke rij zult gij, op gouden schalen, zuivere wierook leggen, welke het brood ten gedenkoffer zal zijn, terwijl de wierook bij het wegnemen van de broden op het altaar aangestoken wordt; het is een vuuroffer voor de HEERE, waardoor deze bewogen wordt, aan Zijn gemeente in genade te denken.

Vers 8

8. Op elke Sabbatdag gedurig zal men, de dienstdoende priester, bij het begin van de sabbat dat voor het aangezicht van de HEERE toerichten, de oude broden wegnemenen daarvoor de nieuwe-nog warm (1 Samuel 21:6) -in de plaats stellen, vanwege de kinderen van Israël, tot een eeuwig verbond. 1)

1) De bedoeling is, dat deze broden, deze onbloedige offeranden teken en onderpand zouden zijn van het Verbond, dat de Heere God met Zijn volk had opgericht. Volgens Maimonides werden de toonbroden door vier priesters op de tafel bezorgd, terwijl vier anderen de broden van de tafel afnamen..

Vers 8

8. Op elke Sabbatdag gedurig zal men, de dienstdoende priester, bij het begin van de sabbat dat voor het aangezicht van de HEERE toerichten, de oude broden wegnemenen daarvoor de nieuwe-nog warm (1 Samuel 21:6) -in de plaats stellen, vanwege de kinderen van Israël, tot een eeuwig verbond. 1)

1) De bedoeling is, dat deze broden, deze onbloedige offeranden teken en onderpand zouden zijn van het Verbond, dat de Heere God met Zijn volk had opgericht. Volgens Maimonides werden de toonbroden door vier priesters op de tafel bezorgd, terwijl vier anderen de broden van de tafel afnamen..

Vers 9

9. En a) het, de weggenomen vorige broden, zal voor Aron en zijn zonen zijn, die dat in de heilige plaats zullen eten; want het is voor hem een Heiligheid der Heiligheden uit de vuuroffers van de HEERE, een eeuwige instelling; het behoort mede tot die overblijfselen van het offer, waarmee men zeer heilig moet handelen en die de priesters alleen, met uitsluiting van de vrouwelijke leden van het priesterlijke geslacht, mogen eten (Leviticus 6:17; Leviticus 21:22 Matthew 12:4 ).

a)Exodus 29:32 Leviticus 8:31; 1 Samuel 21:6

Wil men zoals het leggen van de toonbroden in het algemeen (zie Exodus 25:30) ook dit, dat alleen de priesters en dan nog maar binnen het heiligdom ze mochten eten, geestelijk verklaren, dan lag daarin voor Israël de wenk: "Wees ijverig in goede werken, dan zult gij als een priesterlijk volk in Gods huis wonen en uit Zijn gemeenschap heil en zegen voor u zien vloeien."

I. Leviticus 24:10-Leviticus 24:23. Te midden van deze overlegging van God met Mozes, waarbij de Heere hem die wetten meedeelt, welke de ontwikkeling van Israël als een heilig volk bedoelen, geschiedt er iets dat aan de gemeente de eerste gelegenheid biedt, om het goddelijk strafgericht te handhaven. De zoon van een Israëlitische vrouw, geboren uit een vermenging met een Egyptische man, wordt als een godslasteraar tot Mozes gebracht; deze laat door de Heere zelf zeggen wat met de misdadiger moet geschieden, en nu volgt als Gods bevel de openbare steniging buiten de legerplaats.

Vers 9

9. En a) het, de weggenomen vorige broden, zal voor Aron en zijn zonen zijn, die dat in de heilige plaats zullen eten; want het is voor hem een Heiligheid der Heiligheden uit de vuuroffers van de HEERE, een eeuwige instelling; het behoort mede tot die overblijfselen van het offer, waarmee men zeer heilig moet handelen en die de priesters alleen, met uitsluiting van de vrouwelijke leden van het priesterlijke geslacht, mogen eten (Leviticus 6:17; Leviticus 21:22 Matthew 12:4 ).

a)Exodus 29:32 Leviticus 8:31; 1 Samuel 21:6

Wil men zoals het leggen van de toonbroden in het algemeen (zie Exodus 25:30) ook dit, dat alleen de priesters en dan nog maar binnen het heiligdom ze mochten eten, geestelijk verklaren, dan lag daarin voor Israël de wenk: "Wees ijverig in goede werken, dan zult gij als een priesterlijk volk in Gods huis wonen en uit Zijn gemeenschap heil en zegen voor u zien vloeien."

I. Leviticus 24:10-Leviticus 24:23. Te midden van deze overlegging van God met Mozes, waarbij de Heere hem die wetten meedeelt, welke de ontwikkeling van Israël als een heilig volk bedoelen, geschiedt er iets dat aan de gemeente de eerste gelegenheid biedt, om het goddelijk strafgericht te handhaven. De zoon van een Israëlitische vrouw, geboren uit een vermenging met een Egyptische man, wordt als een godslasteraar tot Mozes gebracht; deze laat door de Heere zelf zeggen wat met de misdadiger moet geschieden, en nu volgt als Gods bevel de openbare steniging buiten de legerplaats.

Vers 10

10. En er ging uit de tent van zijn vader, welke, zoals de tenten van de uit Egypte meegevoerde gemengde schare (Exodus 12:38) in het algemeen, buiten de tenten van de naar hun stamhoofden gelegerde Israëlieten (Numbers 2:2) stond, de zoon van een Israëlitische vrouw (Leviticus 24:11), uit, die in het midden van de kinderen van Israël, als ware hij hun geloofsgenoot, de zoon van een Egyptische, met haar gehuwde, man was; 1) en de zoon van deze Israëlitischeen een Israëlietisch man, die dat niet verdragen en om zijn afkomst van een vreemdeling hem afwijzen wilde, twistten in het leger.

1) De zo nadrukkelijke vermelding van de afkomst van de vloeker, bedoelt zonder twijfel op het bedenkelijke van zulke huwelijken opmerkzaam te maken. Zo wordt ook in de Christelijke Kerk, zowel door de Evangelische als door de Room- Katholieken, het gemengde huwelijk (tussen personen van verschillende geloofsbelijdenis) aangezien voor iets, dat eerder moet nagelaten dan gedaan worden; de oudste Evangelische kerkorden bepalen, dat v r het huwelijk de geloofsbelijdenis van de verloofden zeer nauwkeurig zal onderzocht worden.. 11. Toen lasterde 1) in het vuur van drift, de zoon van de Israëlitische vrouw uitdrukkelijk de NAAM des Heeren (Leviticus 24:16) en vloekte, braakte allerlei verachtelijke en goddeloze woorden tegen die naam uit; daarom brachten zij, die dit hadden aangehoord, hem totMozes; de naam nu van zijn moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van de stam Daniël

1) Het in de grondtekst staande woord betekent in het algemeen "aanduiden, noemen, uitspreken" en wordt zowel in goede als slechte zin gebruikt. Welke zin bedoeld wordt, moet het verband dan aangeven. Maar de Joden zijn van oudsher bij de algemene betekenis van het woord blijven staan, en hebben nu op deze plaats (Leviticus 24:16) het bekende verbod gegrond, dat de naamhwhy hwhy eigenlijk = Jahveh te punkturen, in het geheel niet uitgesproken, maar daarvoor altijd ynda (Adonai = de Heere) moest worden gelezen, (waarom nu xrxy = Jehova gepunktueerd wordt). Maimonides (een Joods geleerde uit de 12de eeuw, om zijn diepe kennis van de Joodse godgeleerdheid de tweede Mozes genoemd) zegt het volgende: Die naam werd vroeger alleen in het heiligdom en wel door de gewijde priesters, bij de priesterlijke zegen en door de Hogepriester, op de grote Verzoendag uitgesproken. Sedert de tijd van Simon de rechtvaardige, werd dit echter afgeschaft, en van nu aan ook in de tempel steeds Adonai gezegd, opdat niet iemand die naam leerde, die hij ontheiligen kon..

Vers 10

10. En er ging uit de tent van zijn vader, welke, zoals de tenten van de uit Egypte meegevoerde gemengde schare (Exodus 12:38) in het algemeen, buiten de tenten van de naar hun stamhoofden gelegerde Israëlieten (Numbers 2:2) stond, de zoon van een Israëlitische vrouw (Leviticus 24:11), uit, die in het midden van de kinderen van Israël, als ware hij hun geloofsgenoot, de zoon van een Egyptische, met haar gehuwde, man was; 1) en de zoon van deze Israëlitischeen een Israëlietisch man, die dat niet verdragen en om zijn afkomst van een vreemdeling hem afwijzen wilde, twistten in het leger.

1) De zo nadrukkelijke vermelding van de afkomst van de vloeker, bedoelt zonder twijfel op het bedenkelijke van zulke huwelijken opmerkzaam te maken. Zo wordt ook in de Christelijke Kerk, zowel door de Evangelische als door de Room- Katholieken, het gemengde huwelijk (tussen personen van verschillende geloofsbelijdenis) aangezien voor iets, dat eerder moet nagelaten dan gedaan worden; de oudste Evangelische kerkorden bepalen, dat v r het huwelijk de geloofsbelijdenis van de verloofden zeer nauwkeurig zal onderzocht worden.. 11. Toen lasterde 1) in het vuur van drift, de zoon van de Israëlitische vrouw uitdrukkelijk de NAAM des Heeren (Leviticus 24:16) en vloekte, braakte allerlei verachtelijke en goddeloze woorden tegen die naam uit; daarom brachten zij, die dit hadden aangehoord, hem totMozes; de naam nu van zijn moeder was Selomith, de dochter van Dibri, van de stam Daniël

1) Het in de grondtekst staande woord betekent in het algemeen "aanduiden, noemen, uitspreken" en wordt zowel in goede als slechte zin gebruikt. Welke zin bedoeld wordt, moet het verband dan aangeven. Maar de Joden zijn van oudsher bij de algemene betekenis van het woord blijven staan, en hebben nu op deze plaats (Leviticus 24:16) het bekende verbod gegrond, dat de naamhwhy hwhy eigenlijk = Jahveh te punkturen, in het geheel niet uitgesproken, maar daarvoor altijd ynda (Adonai = de Heere) moest worden gelezen, (waarom nu xrxy = Jehova gepunktueerd wordt). Maimonides (een Joods geleerde uit de 12de eeuw, om zijn diepe kennis van de Joodse godgeleerdheid de tweede Mozes genoemd) zegt het volgende: Die naam werd vroeger alleen in het heiligdom en wel door de gewijde priesters, bij de priesterlijke zegen en door de Hogepriester, op de grote Verzoendag uitgesproken. Sedert de tijd van Simon de rechtvaardige, werd dit echter afgeschaft, en van nu aan ook in de tempel steeds Adonai gezegd, opdat niet iemand die naam leerde, die hij ontheiligen kon..

Vers 12

12. En Zij leidden hem op bevel van Mozes, die in dit ongehoord geval niet zelf het oordeel durfde uitspreken, in de gevangenis, opdat hem naar de mond van de HEEREverklaring 1) geschieden zou.

1) In het Hebreeuws Liphrasch, eigenlijk scheiden. Vandaar de betekenis, zijn vonnis bepalen. Verklaring doen betekent dan ook, het vonnis vellen, zijn vonnis aanzeggen..

Vers 12

12. En Zij leidden hem op bevel van Mozes, die in dit ongehoord geval niet zelf het oordeel durfde uitspreken, in de gevangenis, opdat hem naar de mond van de HEEREverklaring 1) geschieden zou.

1) In het Hebreeuws Liphrasch, eigenlijk scheiden. Vandaar de betekenis, zijn vonnis bepalen. Verklaring doen betekent dan ook, het vonnis vellen, zijn vonnis aanzeggen..

Vers 13

13. En de HEERE sprak tot Mozes, om hem het begeerde antwoord te geven, zeggende:

Vers 13

13. En de HEERE sprak tot Mozes, om hem het begeerde antwoord te geven, zeggende:

Vers 14

14. Breng de vloeker uit tot buiten het leger, en allen die het, zijn lastering, gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.

Door een zonde, als deze, was de gehele, met de zondaar uiterlijk verbonden gemeente aan deze schuld medeplichtig; wel was deze schuld slechts ontvangen, haar gewelddadig opgedrongen, maar zij was haar eigen, persoonlijke geworden, wanneer zij haar niet aan degene had weergegeven, van wie zij haar ontvangen had. Dit teruggeven geschiedt nu werkelijk door de verdelging van de zondaar, door de gehele gemeente volbracht; maar vooraf geschiedt dit ook symbolisch, daar zij die getuigen van zijn zonde zijn geweest, de vloek hebben aangehoord en nog in bijzondere zin door zijn schuld zijn besmet geworden, de handen op hem leggen. Deze hier en overal door de wet voorgeschreven handeling bij openbare misdrijven verdient ook door ons zeer nauwkeurig beschouwd te worden. Het kwaad, dat in grotere of kleinere kringen gepleegd wordt, steekt voor een deel als een doordringend vergif de anderen aan en werkt deels afschuwwekkend, deels verleidend op hen; wanneer niet door aan de gerechtigheid de volle loop te laten, de lucht, om zo te zeggen, weer gezuiverd is 1 Corinthiers 5:6) De getuigen legden de handen op de zondaar, niet alleen, omdat zij in het openbaar beleden, getuigen van de misdaad te zijn, maar dat ze ook de onheilen te wachten, om zulke schrikkelijke misdaden, van het volk afkeerden en ze weer op het hoofd van de misdadiger brachten. Hieruit leert men de kracht van de spreekwijze kennen: Zijn ongeluk komt op zijn hoofd..

Het leggen van de handen door de getuigen op het hoofd van de schuldige betekende ook, dat zij de zonden, waarmee zij zelfs door het aanhoren ervan besmet waren, op de vloeker weer overdroegen..

Vers 14

14. Breng de vloeker uit tot buiten het leger, en allen die het, zijn lastering, gehoord hebben, zullen hun handen op zijn hoofd leggen; daarna zal hem de gehele vergadering stenigen.

Door een zonde, als deze, was de gehele, met de zondaar uiterlijk verbonden gemeente aan deze schuld medeplichtig; wel was deze schuld slechts ontvangen, haar gewelddadig opgedrongen, maar zij was haar eigen, persoonlijke geworden, wanneer zij haar niet aan degene had weergegeven, van wie zij haar ontvangen had. Dit teruggeven geschiedt nu werkelijk door de verdelging van de zondaar, door de gehele gemeente volbracht; maar vooraf geschiedt dit ook symbolisch, daar zij die getuigen van zijn zonde zijn geweest, de vloek hebben aangehoord en nog in bijzondere zin door zijn schuld zijn besmet geworden, de handen op hem leggen. Deze hier en overal door de wet voorgeschreven handeling bij openbare misdrijven verdient ook door ons zeer nauwkeurig beschouwd te worden. Het kwaad, dat in grotere of kleinere kringen gepleegd wordt, steekt voor een deel als een doordringend vergif de anderen aan en werkt deels afschuwwekkend, deels verleidend op hen; wanneer niet door aan de gerechtigheid de volle loop te laten, de lucht, om zo te zeggen, weer gezuiverd is 1 Corinthiers 5:6) De getuigen legden de handen op de zondaar, niet alleen, omdat zij in het openbaar beleden, getuigen van de misdaad te zijn, maar dat ze ook de onheilen te wachten, om zulke schrikkelijke misdaden, van het volk afkeerden en ze weer op het hoofd van de misdadiger brachten. Hieruit leert men de kracht van de spreekwijze kennen: Zijn ongeluk komt op zijn hoofd..

Het leggen van de handen door de getuigen op het hoofd van de schuldige betekende ook, dat zij de zonden, waarmee zij zelfs door het aanhoren ervan besmet waren, op de vloeker weer overdroegen..

Vers 15

15. En tot de kinderen van Israël zult gij spreken, 1) voor alle voorkomende gevallen van deze aard, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen, boeten.

1) Hieruit blijkt meer duidelijk, dat het doel van het derde gebod is geweest, dat, zoals het betaamt, de heilige naam van God met zorgvuldigheid en eerbied zou gevreesd worden, omdat met de doodstraf gestraft werd de zorgeloosheid, waardoor deze werd geschonden. Want met het woord laster duidt Mozes aan, alle ijdele en onreine woorden, welke bedoelden die Naam te ontheiligen, zoals, indien iemand God van onrechtvaardigheid of wreedheid betichtte, of Hem met smaadredenen hekelde, of met opzet Zijn roem verkleinde, hetzij dit uit wraakzucht geschiedde, hetzij uit onbezonnenheid, zoals velen, zo maar, de schrikkelijkste godslasteringen uitbraken, en anderen in hun overmoed hun brutaalheid tonen..

Vers 15

15. En tot de kinderen van Israël zult gij spreken, 1) voor alle voorkomende gevallen van deze aard, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal hebben, zo zal hij zijn zonde dragen, boeten.

1) Hieruit blijkt meer duidelijk, dat het doel van het derde gebod is geweest, dat, zoals het betaamt, de heilige naam van God met zorgvuldigheid en eerbied zou gevreesd worden, omdat met de doodstraf gestraft werd de zorgeloosheid, waardoor deze werd geschonden. Want met het woord laster duidt Mozes aan, alle ijdele en onreine woorden, welke bedoelden die Naam te ontheiligen, zoals, indien iemand God van onrechtvaardigheid of wreedheid betichtte, of Hem met smaadredenen hekelde, of met opzet Zijn roem verkleinde, hetzij dit uit wraakzucht geschiedde, hetzij uit onbezonnenheid, zoals velen, zo maar, de schrikkelijkste godslasteringen uitbraken, en anderen in hun overmoed hun brutaalheid tonen..

Vers 16

16. En wie de naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zeker gedood worden, de gehele vergadering zal hem zeker stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn gelijk aan de inwoner, als hij, de inwoner, de Naam boven alle namen (Deuteronomy 28:38) zal gelasterd hebben, hij zal op dezelfde wijze gedood worden, zoals nu deze vreemdeling sterven moet.

Vers 16

16. En wie de naam des HEEREN gelasterd zal hebben, zal zeker gedood worden, de gehele vergadering zal hem zeker stenigen; alzo zal de vreemdeling zijn gelijk aan de inwoner, als hij, de inwoner, de Naam boven alle namen (Deuteronomy 28:38) zal gelasterd hebben, hij zal op dezelfde wijze gedood worden, zoals nu deze vreemdeling sterven moet.

Vers 17

17. Als iemand enige ziel van de mens zal verslagen hebben, hij zal zeker gedood worden. 1)

1) Wat in Exodus 21:12 gezegd is, in zake het zesde gebod, ten opzichte van de Israëliet, wordt nu ook op de vreemdeling van toepassing verklaard. Zowel het recht van de vreemdeling wordt hiermee gehandhaafd, als de straf op zijn misdrijven gesteld..

Vers 17

17. Als iemand enige ziel van de mens zal verslagen hebben, hij zal zeker gedood worden. 1)

1) Wat in Exodus 21:12 gezegd is, in zake het zesde gebod, ten opzichte van de Israëliet, wordt nu ook op de vreemdeling van toepassing verklaard. Zowel het recht van de vreemdeling wordt hiermee gehandhaafd, als de straf op zijn misdrijven gesteld..

Vers 18

18. Maar wie de ziel van enig vee zal verslagen hebben, hij zal het teruggeven, volgens de grondstellingen van de strenge wedervergelding, het jus talionis (zie "Exodus 21:14" en zie "Ex 21:25), zalhij geven, ziel voor ziel, een levend wezen voor het andere.

Vers 18

18. Maar wie de ziel van enig vee zal verslagen hebben, hij zal het teruggeven, volgens de grondstellingen van de strenge wedervergelding, het jus talionis (zie "Exodus 21:14" en zie "Ex 21:25), zalhij geven, ziel voor ziel, een levend wezen voor het andere.

Vers 19

19. Als ook iemand aan zijn naaste een gebrek zal aangebracht hebben, waarvan deze een blijvende schade ondervindt, zoals hij gedaan heeft, zo zal ook aan hemgedaan worden.

Vers 19

19. Als ook iemand aan zijn naaste een gebrek zal aangebracht hebben, waarvan deze een blijvende schade ondervindt, zoals hij gedaan heeft, zo zal ook aan hemgedaan worden.

Vers 20

20. Breuk voor breuk, a) oog voor oog, tand voor tand; zoals hij een gebrek een mens zal aangebracht hebben, zo zal ook hem aangebracht worden.

a)Exodus 21:24 Deuteronomy 19:21 Matthew 5:38 Matthew 5:21. Wie dan enig vee verslaat, die zal het weergeven; maar wie een mens verslaat, die zal gedood worden.

Vers 20

20. Breuk voor breuk, a) oog voor oog, tand voor tand; zoals hij een gebrek een mens zal aangebracht hebben, zo zal ook hem aangebracht worden.

a)Exodus 21:24 Deuteronomy 19:21 Matthew 5:38 Matthew 5:21. Wie dan enig vee verslaat, die zal het weergeven; maar wie een mens verslaat, die zal gedood worden.

Vers 22

22. Een recht zult gij hebben; 1) zo zal de vreemdeling zijn als de inwoner; want Ik ben de Heere uw God, die onder u geheiligd wil zijn-wanneer niet door u, dan tenminste aan u.

1) Opdat het volk Israël naar de aard van zijn trotse natuur niet zou menen, dat het geslacht van Abraham alleen onschendbaar was, strekt Hij ook de wet tot de vreemdelingen uit. En zo toont God, dat het gehele menselijke geslacht Hem ter harte gaat, zodat Hij ook niet wil, dat de meest vreemden aan de willekeur van de goddelozen zouden blootgesteld zijn. In andere zaken zorgt Hij, door een bijzonder privilegie, voor Zijn uitverkoren volk, maar nu, omdat Hij zonder uitzondering, alle stervelingen naar Zijn beeld heeft geformeerd, neemt Hij hen allen in Zijn bijzondere hoede en bescherming, opdat niemand hen straffeloos schade zou aanbrengen..

Vers 22

22. Een recht zult gij hebben; 1) zo zal de vreemdeling zijn als de inwoner; want Ik ben de Heere uw God, die onder u geheiligd wil zijn-wanneer niet door u, dan tenminste aan u.

1) Opdat het volk Israël naar de aard van zijn trotse natuur niet zou menen, dat het geslacht van Abraham alleen onschendbaar was, strekt Hij ook de wet tot de vreemdelingen uit. En zo toont God, dat het gehele menselijke geslacht Hem ter harte gaat, zodat Hij ook niet wil, dat de meest vreemden aan de willekeur van de goddelozen zouden blootgesteld zijn. In andere zaken zorgt Hij, door een bijzonder privilegie, voor Zijn uitverkoren volk, maar nu, omdat Hij zonder uitzondering, alle stervelingen naar Zijn beeld heeft geformeerd, neemt Hij hen allen in Zijn bijzondere hoede en bescherming, opdat niemand hen straffeloos schade zou aanbrengen..

Vers 23

23. En Mozes zei tot de kinderen van Israël wat hem bij gelegenheid van het gebeurde in Leviticus 24:10, als de wil van de Heere (Leviticus 24:14) was geopenbaard; dat zij de vloeker overeenkomstig die wil tot buiten het leger uitbrengen en hem met stenen stenigen zouden. En de kinderen van Israël deden, zoals de HEERE Mozes geboden had.

Naar alle waarschijnlijkheid geschiedde de strafoefening op een van de dagen van het Paasfeest (Leviticus 23:44). Ook later waren de Joden gewoon zware misdadigers juist op feestdagen als er veel volk te Jeruzalem bijeen was te vonnissen, en wel op grond van Deuteronomy 17:13, opdat al het volk hoorde en vreesde en zich niet meer onderwond om dit te doen. Vooral geschiedde dit, wanneer het de bestraffing van een godslasteraar gold, daar men deze straf voor een deel van de godsdienst aanzag en daardoor de Sabbat niet geschonden werd. Zo kan het ons niet verwonderen, dat Jezus op de 15de Nisan, de eerste van de zeven dagen van de ongezuurde broden, ofschoon op die dag geen werk werd verricht, maar een feestelijke verzameling moest worden gehouden (Hebrews 13:7), gekruisigd is..

Vers 23

23. En Mozes zei tot de kinderen van Israël wat hem bij gelegenheid van het gebeurde in Leviticus 24:10, als de wil van de Heere (Leviticus 24:14) was geopenbaard; dat zij de vloeker overeenkomstig die wil tot buiten het leger uitbrengen en hem met stenen stenigen zouden. En de kinderen van Israël deden, zoals de HEERE Mozes geboden had.

Naar alle waarschijnlijkheid geschiedde de strafoefening op een van de dagen van het Paasfeest (Leviticus 23:44). Ook later waren de Joden gewoon zware misdadigers juist op feestdagen als er veel volk te Jeruzalem bijeen was te vonnissen, en wel op grond van Deuteronomy 17:13, opdat al het volk hoorde en vreesde en zich niet meer onderwond om dit te doen. Vooral geschiedde dit, wanneer het de bestraffing van een godslasteraar gold, daar men deze straf voor een deel van de godsdienst aanzag en daardoor de Sabbat niet geschonden werd. Zo kan het ons niet verwonderen, dat Jezus op de 15de Nisan, de eerste van de zeven dagen van de ongezuurde broden, ofschoon op die dag geen werk werd verricht, maar een feestelijke verzameling moest worden gehouden (Hebrews 13:7), gekruisigd is..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Leviticus 24". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/leviticus-24.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile