Lectionary Calendar
Wednesday, September 10th, 2025
the Week of Proper 18 / Ordinary 23
the Week of Proper 18 / Ordinary 23
video advertismenet
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!
Click here to join the effort!
Read the Bible
Staten Vertaling
1 Koningen 16:26
En hij wandelde in alle wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in zijn zonden, waarmede hij Israel had doen zondigen, verwekkende den HEERE, den God Israels, tot toorn, door hun ijdelheden.
Bible Study Resources
Concordances:
- Nave'sDictionaries:
- BridgewayEncyclopedias:
- CondensedParallel Translations
Gereviseerde Lutherse Vertaling
en hij wandelde in al de wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in zijne zonden, met welke hij Isral had doen zondigen, dat zij den Heer, Israls God, vertoornden door hunne afgoderij.
en hij wandelde in al de wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in zijne zonden, met welke hij Isral had doen zondigen, dat zij den Heer, Israls God, vertoornden door hunne afgoderij.
Gereviseerde Leidse Vertaling
hij wandelde op al de wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in de zonde welke deze Israel had doen bedrijven om den Heer, Israels god, te tergen met hun nietigheden.
hij wandelde op al de wegen van Jerobeam, den zoon van Nebat, en in de zonde welke deze Israel had doen bedrijven om den Heer, Israels god, te tergen met hun nietigheden.
Bible Verse Review
from Treasury of Scripure Knowledge
he walked: 1 Kings 16:2, 1 Kings 16:7, 1 Kings 16:19, 1 Kings 12:26-33, 1 Kings 13:33, 1 Kings 13:34
their vanities: 1 Kings 16:13, Psalms 31:6, Jeremiah 8:19, Jeremiah 10:3, Jeremiah 10:8, Jeremiah 14:22, Jeremiah 16:19, Jeremiah 18:15, Acts 14:15, Romans 1:21-23
Reciprocal: Deuteronomy 32:21 - with their vanities 1 Kings 15:26 - in his sin 1 Kings 21:22 - made Israel to sin 2 Kings 13:6 - walked
Gill's Notes on the Bible
For he walked in the way of Jeroboam the son of Nebat, in his sin wherewith he made Israel to sin,.... Worshipping the calves;
to provoke the Lord God of Israel to anger with their vanities; these, and whatsoever idols else were worshipped by him, see 1 Kings 16:13.