Lectionary Calendar
Monday, July 21st, 2025
the Week of Proper 11 / Ordinary 16
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

1 Koningen 8:20

Nu heeft de Heer het woord gestandgedaan dat hij gesproken heeft; want ik ben mijn vader David opgevolgd en heb mij gezet op den troon van Israel, zoals de Heer gesproken heeft; ook heb ik het huis gebouwd voor den naam van den Heer, Israels god,

Bible Study Resources

Concordances:

- Nave's Topical Bible - God;   Throne;   Scofield Reference Index - Kingdom;   Thompson Chain Reference - Dedication;   Torrey's Topical Textbook - Faithfulness of God, the;   Temple, the First;  

Dictionaries:

- American Tract Society Bible Dictionary - Dedication;   Baker Evangelical Dictionary of Biblical Theology - Building;   Jesus Christ, Name and Titles of;   Psalms, Theology of;   Holman Bible Dictionary - Kings, 1 and 2;   Hastings' Dictionary of the Bible - Israel;   Solomon;   People's Dictionary of the Bible - Jerusalem;  

Encyclopedias:

- Condensed Biblical Cyclopedia - Hebrew Monarchy, the;   International Standard Bible Encyclopedia - Throne;   The Jewish Encyclopedia - Alliteration and Kindred Figures;   Tabernacles, Feast of;  

Parallel Translations

Gereviseerde Lutherse Vertaling
En de Heer heeft zijn woord vervuld, dat Hij gesproken heeft; want ik ben opgetreden in de plaats van mijnen vader David, en zit op den troon van Isral, zoals de Heer gesproken heeft, en ik heb een huis gebouwd voor den naam van den Heer, den God van Isral,
Staten Vertaling
Zo heeft de HEERE bevestigd Zijn woord, dat Hij gesproken had; want ik ben opgestaan in de plaats van mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft; en ik heb een huis gebouwd den Naam des HEEREN, des Gods van Israel.

Bible Verse Review
  from Treasury of Scripure Knowledge

hath performed: 1 Kings 8:15, Nehemiah 9:8, Isaiah 9:7, Jeremiah 29:10, Jeremiah 29:11, Ezekiel 12:25, Ezekiel 37:14, Micah 7:20, Romans 4:21, Philippians 1:6

as the Lord: 1 Chronicles 28:5, 1 Chronicles 28:6

Reciprocal: Deuteronomy 12:5 - But unto 2 Samuel 7:12 - And when 1 Kings 9:5 - I will establish 1 Chronicles 17:11 - I will raise 1 Chronicles 22:7 - unto the name 1 Chronicles 22:10 - He shall build 1 Chronicles 29:1 - whom 2 Chronicles 2:1 - for the name 2 Chronicles 13:5 - to David Psalms 74:7 - dwelling Ezekiel 37:26 - set Acts 7:47 - General

Gill's Notes on the Bible

And the Lord hath performed his word that he spake,.... To David, concerning his son's building the temple:

and I am risen up in the room of David my father, and sit on the throne of Israel, as the Lord promised; succeeded him in the kingdom:

and have built an house for the name of the Lord God of Israel; the temple he had now finished; and thus the promise to David was punctually fulfilled, that he should have a son that should succeed him in the throne, and build the house of the Lord.


 
adsfree-icon
Ads FreeProfile