Lectionary Calendar
Saturday, May 18th, 2024
Eve of Pentacost
Attention!
For 10¢ a day you can enjoy StudyLight.org ads
free while helping to build churches and support pastors in Uganda.
Click here to learn more!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Esther 8

1 Te dien dage schonk koning Ahasweros aan koningin Ester het huis van Haman, den Jodenvervolger, en Mordochai kwam in 's konings tegenwoordigheid; want Ester had meegedeeld, in welke betrekking hij tot haar stond.2 De koning deed den zegelring dien hij van Haman had doen wegnemen van zijn vinger en gaf dien aan Mordochai, en Ester stelde Mordochai aan over het huis van Haman.

3 Daarna sprak Ester opnieuw, terwijl zij aan 's konings voeten neerviel tot hem en smeekte hem weenende het boze plan van Haman, den Agagiet, en hetgeen hij tegen de Joden beraamd had ongedaan te maken.4 Toen de koning aan Ester den gouden schepter toegestoken had, stond zij op, bleef voor den koning staan5 en zeide: Indien het den koning goeddunkt en ik gunst bij hem gevonden heb, indien de zaak den koning zuiver toeschijnt en ik hem welgevallig ben, laat dan een bevelschrift uitgevaardigd worden om de brieven te herroepen waarin het plan staat van Haman, den zoon van Hammedatha, den Agagiet, die hij geschreven heeft om de Joden in al de provincien des konings om te brengen.6 Want hoe zou ik het onheil dat mijn volk zal treffen kunnen aanzien? hoe kunnen aanzien den ondergang van mijn maagschap?7 En koning Ahasweros zeide tot koningin Ester en den Jood Mordochai: Zie, ik heb het huis van Haman aan Ester gegeven en hemzelf heeft men aan den paal gehangen, omdat hij de hand tegen de Joden heeft uitgestoken.8 Schrijft gij nu in des konings naam aangaande de Joden naar het u goeddunkt, en verzegelt het met des konings zegelring; want een geschrift dat in naam des konings geschreven en met des konings zegelring verzegeld is kan niet herroepen worden.9 Aanstonds werden de schrijvers des konings ontboden, in de derde maand, dat is de maand Siwan, op den drie en twintigsten dag daarvan, en naar alwat Mordochai gelastte schreef men aan de Joden, aan de stadhouders, aan de landvoogden en aan de vorsten der provincien, van Indie tot Ethiopie, honderd zeven en twintig provincien, naar elke provincie in haar eigen schrift en aan elk volk in zijn eigen taal, en aan de Joden in hun geschrift en in hun taal.10 Hij schreef dan in naam van koning Ahasweros, verzegelde het met des konings zegelring en zond brieven door bereden ijlboden, gezeten op harddravers, renpaarden uit de koninklijke stoeterij:11 dat de koning den Joden in alle steden toestond zich te verzamelen en voor hun leven op te komen, door te verdelgen, te doden en om te brengen alle manschappen van volk of provincie die hen zouden benauwen, met vrouwen en kinderen en hun have buit te maken,12 in al de provincien van koning Ahasweros, op een en denzelfden dag, den dertienden der twaalfde maand dat is de maand Adar.13 Het geschrift hield den last in, dat in alle provincien een verordening zou uitgevaardigd worden, openbaar aan alle volken, dat op dien dag de Joden gereed moesten zijn om zich te wreken op hun vijanden.14 De ijlboden, op harddravers gezeten, op renpaarden, gingen uit, gejaagd en gedreven door des konings woord, en de verordening werd uitgevaardigd in den burg Sjusjan.

15 En Mordochai ging heen uit 's konings tegenwoordigheid met een koninklijk gewaad van violet en wit, een groten gouden diadeem en een mantel van fijn linnen en purper, terwijl de stad Sjusjan jubelde van vreugde:16 voor de Joden was het licht en vreugde, blijdschap en eer.17 Ook in alle provincien en steden, waar ook het bevel des konings en zijn verordening aankwam, was onder de Joden vreugde en blijdschap, maaltijd en feestdag, en velen van de bevolking des lands gingen tot het Jodendom over; want de schrik voor de Joden was op hen gevallen.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile