Lectionary Calendar
Friday, May 24th, 2024
the Week of Proper 2 / Ordinary 7
Attention!
We are taking food to Ukrainians still living near the front lines. You can help by getting your church involved.
Click to donate today!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Jesaja 47

1 Daal af en zit in het stof, jonkvrouw, dochter van Babel! ga op den grond zitten, zonder zetel, dochter der Chaldeen! want men zal u niet langer noemen een verwende en verwijfde.2 Neem den handmolen en maal meel; sla uw sluier op! Omhoog uw slippen, ontbloot uw schenkel, waad door stromen;3 ontbloot worde uw schaamte, ja, gezien worde uw schande! Wraak zal ik oefenen zonder voorspraak aan te nemen,4 spreekt onze losser; Heer der heirscharen is zijn naam, Israels Heilige.5 Zit doodstil en begeef u in het donker, dochter der Chaldeen; want men zal u niet langer heten gebiedster van koninkrijken.6 Toen ik vergramd was op mijn volk, mijn bezitting ontwijdde en hen in uw hand overgaf, hebt gij hun geen barmhartigheid bewezen, maar den grijsaards een zeer zwaar juk opgelegd.

7 En gij zeidet: Voor altijd zal ik gebiedster zijn! terwijl gij hierop geen achtsloegt en den afloop der zaak niet bedacht.8 Nu dan, luister, gij vertroetelde, die onbezorgd neerzit, die bij u zelf zegt: Ik ben het en anders geen; nooit zal ik als weduwe nederzitten, nooit kinderloosheid kennen--9 juist die twee zullen u in een oogwenk overkomen, op een dag kinderloosheid en weduwstaat; plotseling overkomen zij u, ondanks uw talrijke toverijen, ten spijt van de macht uwer bezweringen,10 terwijl gij vertrouwdet op uw boosheid, en zeidet: Niemand ziet mij. Uw wijsheid en wetenschap, die heeft u afkerig gemaakt, zodat gij bij uzelf zeidet: Ik ben het, en anders geen.11 Daarom zullen u rampen overkomen die gij niet weet te bezweren, zal onheil u overvallen dat gij niet vermoogt te verzoenen, plotseling verdelging u treffen die gij niet kent.12 Houd toch vol met uw bezweringen, met uw talrijke toverijen, waarmee gij u hebt afgesloofd van jongs aan! Wellicht kunt gij er baat bij vinden, wellicht kunt gij schrik aanjagen.13 Gij hebt u vermoeid met al uw plannenmaken; laten nu dan standhouden en u redden de waarnemers van den hemel, de sterrenwichelaars, die elke maand doen weten wat u overkomen zal.14 Zie, zij zijn geworden als kaf, door het vuur verbrand, zij kunnen zichzelf niet redden uit de vlam; er blijft geen kool om zich bij te warmen, geen gloed om bij te zitten.15 Dat hebt gij nu aan hen met wie gij u van jongs aan hebt afgesloofd! Uw kooplieden dolen, elk zijn eigen kant uit; niemand die u redt.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile