Lectionary Calendar
Friday, May 24th, 2024
the Week of Proper 2 / Ordinary 7
Attention!
StudyLight.org has pledged to help build churches in Uganda. Help us with that pledge and support pastors in the heart of Africa.
Click here to join the effort!

Read the Bible

Gereviseerde Leidse Vertaling

Richteren 10

1 Na Abimelech stond op om Israel te redden Tola, de zoon van Pua, den zoon van Dodo, uit Issachar; hij woonde te Sjamir, op het gebergte van Efraim.

2 Drie en twintig jaar richtte hij Israel; toen stierf hij en werd te Sjamir begraven.

3 Na hem stond Jair, de Gileadiet, op en richtte Israel twee en twintig jaar.

4 Hij had dertig zonen; zij reden op dertig ezelveulens en hadden dertig steden, die men de Jairs-gehuchten noemde, zoals zij tot op dezen dag heten; zij liggen in het land Gilead.

5 Jair stierf en werd begraven in Kamon.

6 De Israelieten gingen voort te doen wat kwaad was in 's Heeren oog: zij dienden de baals en de Astarte's, de goden van Aram, van Sidon en van Moab, die der Ammonieten en der Filistijnen; zij verzaakten den Heer en dienden hem niet.

7 Hierover ontstak de Heer in toorn tegen Israel en hij verkocht hen aan de Filistijnen en de Ammonieten.

8 Zij verpletterden en verbrijzelden de Israelieten in dat jaar, en achttien jaren lang, alle Israelieten die in het Overjordaansche woonden, in het land der Amorieten die in Gilead waren.

9 Zelfs trokken de Ammonieten den Jordaan over, om ook tegen Juda, Benjamin en het huis Efraim te strijden; zodat het Israel zeer bang werd.

10 Toen riepen de Israelieten tot den Heer: Wij hebben tegen u gezondigd, daar wij onzen god verzaakt en de baals gediend hebben!

11 En de Heer zeide tot de Israelieten: Heb ik niet, toen de Egyptenaren, Amorieten, Ammonieten, Filistijnen,

12 Sidoniers, Amalekieten en Midianieten u onderdrukten en gij tot mij riept, u uit hun hand gered?

13 Toch hebt gij mij verzaakt en andere goden gediend; daarom zal ik u niet weder redden.

14 Gaat heen en roept tot de goden die gij uitverkoren hebt; laten die u redden ten tijde uwer benauwdheid!

15 Maar de Israelieten zeiden tot den Heer: Wij hebben gezondigd. Doe met ons naar alwat u goeddunkt; maar verlos ons toch heden.

16 Ook deden zij de buitenlandsche goden uit hun midden weg en dienden den Heer. Nu raakte, bij het zien van Israels lijden, zijn geduld ten einde.

17 Toen eens de Ammonieten zich verzamelden en in Gilead legerden, terwijl de Israelieten bijeenkwamen en zich in Mispa legerden,

18 zeide het volk onder elkander: Wie is de man die den strijd tegen de Ammonieten aanbinden zal? Hij zal ten hoofdman over alle inwoners van Gilead zijn.

 
adsfree-icon
Ads FreeProfile