Read the Bible

¹ Een bedevaartslied. Van David. Ik verblijdde mij toen men tot mij zeide: Laat ons gaan naar 's Heeren huis!² Onze voeten staan in uw poorten, Jeruzalem!³ Jeruzalem, gij goedgebouwde, een vast aaneengesloten stad,⁴ waarheen de stammen opgaan, de stammen van den Heer--naar het voorschrift van Israel--om te loven den naam des Heeren;⁵ want daar staan zetels ten gerichte, de zetels van Davids huis.

⁶ Bidt om vrede voor Jeruzalem! Mogen rustig leven zij die u liefhebben!⁷ Vrede zij op uw borstwering, rust in uw burchten!⁸ Ter wille van mijn broeders en mijn vrienden wil ik spreken van vrede in u;⁹ ter wille van het huis van den Heer, onzen God, wil ik uw welzijn zoeken.