Lectionary Calendar
Sunday, May 19th, 2024
Pentacost
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Psalmen 98

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 98

PSALM 98.

OPWEKKING OM CHRISTUS TE LOVEN.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 98

PSALM 98.

OPWEKKING OM CHRISTUS TE LOVEN.

Vers 1

1. Een Psalm (Psalms 3:1; 1 Chronicles 25:31 ).

Onze psalm staat tot den vorigen in dezelfde betrekking als Habakkuk 3:1 tot Psalms 1:1, 2 en als Isaiah 42:10-Isaiah 42:12 tot Psalms 98:13-Psalms 98:17; hij is de lyrische begeleider van den vorigen Psalm, die meer profetisch was, Als de Psalm op den Psalm draagt hij den naam: mismor, en is de enige, die het enkele woord: "Psalm" zonder enige bijvoeging ten opschrift heeft. (Vergelijk Ezra 6:19-Ezra 6:22 ).

I. Psalms 98:1-Psalms 98:8. Terwijl de heilige zanger begint met de opwekking aan de gemeente, om den Heere te loven, geeft hij ook aanstonds de beweegreden daarvoor op: op wonderbare wijze heeft de Heere Zijn volk verlost, en dat is toch wel reden genoeg voor een nieuw lied.

Zingt den HEERE een nieuw lied (Psalms 96:1), want, gelijk wij in dezen tijd ondervonden hebben, Hij heeft wonderen gedaan 1), en het aangevangen werk, waarvan in Psalms 97:1-Psalms 97:7 gesproken werd, voortgezet; Zijne rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, Zijn onbeperkt vermogen heeft Hem, gelijk in Isaiah 59:16; Isaiah 63:5 voorzegd is, heil gegeven.

1) Ook hier wordt aangespoord tot het verhogen van het heil des Heren, en alles toegeschreven aan den Heere God, en Hem alleen. Want Israël heeft zich niet zich zelven de vrijheid verschaft. Om Israël's wille heeft God het niet gedaan, maar enkel en alleen, omdat Hij gedachtig is geweest Zijner goedertierenheid en waarheid. Dezelfde Godsgedachte wordt hier uitgesproken, dat de redding van het verbondsvolk enkel en alleen is, omdat de Heere God het doet om Zichzelfs wille.

Vers 1

1. Een Psalm (Psalms 3:1; 1 Chronicles 25:31 ).

Onze psalm staat tot den vorigen in dezelfde betrekking als Habakkuk 3:1 tot Psalms 1:1, 2 en als Isaiah 42:10-Isaiah 42:12 tot Psalms 98:13-Psalms 98:17; hij is de lyrische begeleider van den vorigen Psalm, die meer profetisch was, Als de Psalm op den Psalm draagt hij den naam: mismor, en is de enige, die het enkele woord: "Psalm" zonder enige bijvoeging ten opschrift heeft. (Vergelijk Ezra 6:19-Ezra 6:22 ).

I. Psalms 98:1-Psalms 98:8. Terwijl de heilige zanger begint met de opwekking aan de gemeente, om den Heere te loven, geeft hij ook aanstonds de beweegreden daarvoor op: op wonderbare wijze heeft de Heere Zijn volk verlost, en dat is toch wel reden genoeg voor een nieuw lied.

Zingt den HEERE een nieuw lied (Psalms 96:1), want, gelijk wij in dezen tijd ondervonden hebben, Hij heeft wonderen gedaan 1), en het aangevangen werk, waarvan in Psalms 97:1-Psalms 97:7 gesproken werd, voortgezet; Zijne rechterhand, en de arm Zijner heiligheid, Zijn onbeperkt vermogen heeft Hem, gelijk in Isaiah 59:16; Isaiah 63:5 voorzegd is, heil gegeven.

1) Ook hier wordt aangespoord tot het verhogen van het heil des Heren, en alles toegeschreven aan den Heere God, en Hem alleen. Want Israël heeft zich niet zich zelven de vrijheid verschaft. Om Israël's wille heeft God het niet gedaan, maar enkel en alleen, omdat Hij gedachtig is geweest Zijner goedertierenheid en waarheid. Dezelfde Godsgedachte wordt hier uitgesproken, dat de redding van het verbondsvolk enkel en alleen is, omdat de Heere God het doet om Zichzelfs wille.

Vers 2

2. De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt, Hij heeft Zijne gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der Heidenen.

Vers 2

2. De HEERE heeft Zijn heil bekend gemaakt, Hij heeft Zijne gerechtigheid geopenbaard voor de ogen der Heidenen.

Vers 3

3. Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israël's, zodat Hij Zijne beloften vervuld heeft (Isaiah 63:7); en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods 1) (Isaiah 52:10).

1) Ene echo van dit woord: "Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid en Zijner waarheid aan het huis Israël" is wat de maagd Maria in haren lofzang (Luke 1:54) zegt: "Hij heeft Israël, Zijnen knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham en zijn zaad, in der eeuwigheid." Wanneer de Syrische overzetting onzen Psalm zo opvat, als zag hij op de verlossing van Israël uit Egypte, zo is dit niet juist; hij heeft integendeel betrekking op de bevrijding uit de Babylonische ballingschap, die echter in `t voorledene aan de redding uit Egypte doet denken, en in de toekomst aan de verlossing door Christus. Dit alles is zeer goed te vereeuwigen, wanneer de Psalm, gelijk wij menen, voornamelijk voor het Paasfeest van het jaar 515 v r Christus bestemd werd..

4.

II. Psalms 98:4-Psalms 98:6. Hierop leert de heilige zanger de gemeente, op welke wijze zij haar loflied ter ere des Heren tot uitvoering moet brengen, alle middelen die haar ten dienste staan moet zij daartoe aanwenden. Hij noemt vreugdebetuigingen met den mond, gelijk ieder daartoe bekwaam is (Psalms 98:4), begeleiding van het gezang met snarenspel, zo als de levitische zangers dit hebben (Psalms 98:5), en met geklank der blaasinstrumenten, zo als de priesters dit maken (Psalms 98:6).

Vers 3

3. Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid, en Zijner waarheid aan het huis Israël's, zodat Hij Zijne beloften vervuld heeft (Isaiah 63:7); en al de einden der aarde hebben gezien het heil onzes Gods 1) (Isaiah 52:10).

1) Ene echo van dit woord: "Hij is gedachtig geweest Zijner goedertierenheid en Zijner waarheid aan het huis Israël" is wat de maagd Maria in haren lofzang (Luke 1:54) zegt: "Hij heeft Israël, Zijnen knecht, opgenomen, opdat Hij gedachtig ware der barmhartigheid, gelijk Hij gesproken heeft tot onze vaderen, namelijk tot Abraham en zijn zaad, in der eeuwigheid." Wanneer de Syrische overzetting onzen Psalm zo opvat, als zag hij op de verlossing van Israël uit Egypte, zo is dit niet juist; hij heeft integendeel betrekking op de bevrijding uit de Babylonische ballingschap, die echter in `t voorledene aan de redding uit Egypte doet denken, en in de toekomst aan de verlossing door Christus. Dit alles is zeer goed te vereeuwigen, wanneer de Psalm, gelijk wij menen, voornamelijk voor het Paasfeest van het jaar 515 v r Christus bestemd werd..

4.

II. Psalms 98:4-Psalms 98:6. Hierop leert de heilige zanger de gemeente, op welke wijze zij haar loflied ter ere des Heren tot uitvoering moet brengen, alle middelen die haar ten dienste staan moet zij daartoe aanwenden. Hij noemt vreugdebetuigingen met den mond, gelijk ieder daartoe bekwaam is (Psalms 98:4), begeleiding van het gezang met snarenspel, zo als de levitische zangers dit hebben (Psalms 98:5), en met geklank der blaasinstrumenten, zo als de priesters dit maken (Psalms 98:6).

Vers 4

4. Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk en psalmzingt.

Vers 4

4. Juicht den HEERE, gij ganse aarde! roept uit van vreugde, en zingt vrolijk en psalmzingt.

Vers 5

5. Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs.

Vers 5

5. Psalmzingt den HEERE met de harp, met de harp en met de stem des gezangs.

Vers 6

6. Met trompetten en bazuinen-geklank: juicht voor het aangezicht des Konings, des HEEREN, die nu Zijne regering heeft aanvaard en de gehele wereld aan Zich heeft onderworpen.

Hier is de godsdienst niet: offeren te Jeruzalem, maar prediken en danken, dat de Koning in de gehele wereld is de gerechtigheid, d.i. Hij, die van zonden en dood verlost door Zich zelven, zonder onze verdienste..

7.

III. Psalms 98:7-Psalms 98:9. Bij de intensiteit, zo leert de Psalm verder, moet ook de extensiteit komen, bij de inwendige macht de uitwendige uitbreiding van het loven. De oproeping daartoe, reeds in het vorige gedeelte tot de gehele wereld gericht werd, wordt nu tot de levenloze schepping gericht-want niet alleen heeft de gehele mensheid haar aandeel aan de zaligheid, die Israël ervaart, maar ook zal de schepping vrij worden van den dienst van het vergankelijke tot de heerlijke vrijheid der kinderen Gods. (Romans 8:21).

Vers 6

6. Met trompetten en bazuinen-geklank: juicht voor het aangezicht des Konings, des HEEREN, die nu Zijne regering heeft aanvaard en de gehele wereld aan Zich heeft onderworpen.

Hier is de godsdienst niet: offeren te Jeruzalem, maar prediken en danken, dat de Koning in de gehele wereld is de gerechtigheid, d.i. Hij, die van zonden en dood verlost door Zich zelven, zonder onze verdienste..

7.

III. Psalms 98:7-Psalms 98:9. Bij de intensiteit, zo leert de Psalm verder, moet ook de extensiteit komen, bij de inwendige macht de uitwendige uitbreiding van het loven. De oproeping daartoe, reeds in het vorige gedeelte tot de gehele wereld gericht werd, wordt nu tot de levenloze schepping gericht-want niet alleen heeft de gehele mensheid haar aandeel aan de zaligheid, die Israël ervaart, maar ook zal de schepping vrij worden van den dienst van het vergankelijke tot de heerlijke vrijheid der kinderen Gods. (Romans 8:21).

Vers 7

7. De zee bruise met hare volheid tot openbaring der feestelijke stemming, welke de gehele natuur doordringt (Psalms 96:11), de wereld met degenen, die daarin wonen (Psalms 24:1), mogen vol vrolijke beweging zijn.

Vers 7

7. De zee bruise met hare volheid tot openbaring der feestelijke stemming, welke de gehele natuur doordringt (Psalms 96:11), de wereld met degenen, die daarin wonen (Psalms 24:1), mogen vol vrolijke beweging zijn.

Vers 8

8. Dat de rivieren met de handen klappen 1), gelijk onder de mensen geschiedt bij de troonsbeklimming van enen koning (2 Kings 11:12), dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven (Isaiah 55:12).

1) Het in de handen klappen doelt op het geluid van den golfslag; Isaiah 55:12 wordt de uitdrukking gebezigd van de takken der bomen. Ook hier zijn toespelingen op vele plaatsen in de Psalmen en profeten: Psalms 66:1. Jes 44:23; 51:4. Eigenaardig voor dezen Psalm zijn, bij de deelneming der natuur aan de vreugde der mensen, de in de handen klappende rivieren; de rivieren doen hun golven hoog oprijzen, en die stuiten als klappende handen tegen elkaar. Vergelijk Habakkuk 3:10, wanneer de afgrond der zee zijne handen in de hoogte heft, d.i. zijne golven naar den hemel opstapelt..

Vers 8

8. Dat de rivieren met de handen klappen 1), gelijk onder de mensen geschiedt bij de troonsbeklimming van enen koning (2 Kings 11:12), dat tegelijk de gebergten vreugde bedrijven (Isaiah 55:12).

1) Het in de handen klappen doelt op het geluid van den golfslag; Isaiah 55:12 wordt de uitdrukking gebezigd van de takken der bomen. Ook hier zijn toespelingen op vele plaatsen in de Psalmen en profeten: Psalms 66:1. Jes 44:23; 51:4. Eigenaardig voor dezen Psalm zijn, bij de deelneming der natuur aan de vreugde der mensen, de in de handen klappende rivieren; de rivieren doen hun golven hoog oprijzen, en die stuiten als klappende handen tegen elkaar. Vergelijk Habakkuk 3:10, wanneer de afgrond der zee zijne handen in de hoogte heft, d.i. zijne golven naar den hemel opstapelt..

Vers 9

9. Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, om de aarde te richten (Psalms 96:12-Psalms 96:13); Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, opdat Hij van ene plaats des jammers ene plaats des geluks make, en de volken in alle rechtmatigheid, opdat zij vrede hebben met God en vrede onder elkaar.

De Psalm heeft veel overeenkomst met den 96sten, doch is daarom niet voor overbodig te houden; want daar wij zo dikwijls weer in den ouden klaagtoon vervallen, zo is ene herhaalde opwekking tot een nieuw lied over de zaligheid en over het rijk Gods zeer gepast..

Men kan deze opwekking beschouwen als ene poëtische tekening van den eerbied, dien alle redelijke wezens aan dien Goddelijken rechter zullen bewijzen. Anders kan men ook weer de uitdrukkingen zinnebeeldig opvatten en door de zee de woeste heidenen verstaan, door de rivieren onderscheidene volken en natiën, en door de gebergten koninkrijken, vorsten en lieden van den hoogsten rang, terwijl de wereld ons aan alle kinderen der stervelingen doet denken..

Vers 9

9. Voor het aangezicht des HEEREN; want Hij komt, om de aarde te richten (Psalms 96:12-Psalms 96:13); Hij zal de wereld richten in gerechtigheid, opdat Hij van ene plaats des jammers ene plaats des geluks make, en de volken in alle rechtmatigheid, opdat zij vrede hebben met God en vrede onder elkaar.

De Psalm heeft veel overeenkomst met den 96sten, doch is daarom niet voor overbodig te houden; want daar wij zo dikwijls weer in den ouden klaagtoon vervallen, zo is ene herhaalde opwekking tot een nieuw lied over de zaligheid en over het rijk Gods zeer gepast..

Men kan deze opwekking beschouwen als ene poëtische tekening van den eerbied, dien alle redelijke wezens aan dien Goddelijken rechter zullen bewijzen. Anders kan men ook weer de uitdrukkingen zinnebeeldig opvatten en door de zee de woeste heidenen verstaan, door de rivieren onderscheidene volken en natiën, en door de gebergten koninkrijken, vorsten en lieden van den hoogsten rang, terwijl de wereld ons aan alle kinderen der stervelingen doet denken..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Psalms 98". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/psalms-98.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile