Lectionary Calendar
Sunday, May 19th, 2024
Pentacost
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Jesaja 34

Bijbelverkaring van Matthew HenryHenry's compleet

Search for…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 34

In dit hoofdstuk hebben wij het noodlottig oordeel over de natiën, die vijanden waren van Gods kerk en volk, hoewel alleen Edom genoemd wordt vanwege de oude vijandschap tussen Ezau en Jakob, die even typisch was als de nog oudere vijandschap tussen Kaïn en Abel, en voortvloeide uit de oorspronkelijke vijandschap van de slang jegens het zaad van de vrouw. Het is waarschijnlijk dat deze profetie vervuld werd in de grote verwoestingen, aangericht eerst door het Assyrische leger, of liever, door het leger van Nebukadnezar enige tijd daarna, onder de volken, die naburen waren van Israël en op de een of andere wijze schadelijk voor hen geweest zijn. Deze machtige veroveraar stelde er zijn roem in om bloed te vergieten en de landen te verwoesten, en- geheel buiten zijn bedoeling-heeft hij hiermede vervuld wat God hier tegen Zijn en Zijns volksvijanden heeft gedreigd. Maar wij hebben reden te denken dat het bedoeld is als een aankondiging van Gods toorn tegen allen, die strijden tegen de belangen van Zijn koninkrijk onder de mensen, dat het herhaaldelijk vervuld wordt in de verwoesting, die veroorzaakt wordt door de oorlogen, die de volken voeren tegen elkaar, en in andere verwoestende oordelen, en ten volle vervuld zal worden in de finale ontbinding van alle dingen op de dag des oordeels en in het verderf van de goddelozen. Hier is:

I. Een oproep tot algemene aandacht, Isaiah 34:1.

II. Een ontzettend toneel van bloed en verwarring voorgesteld, Isaiah 34:2.

III. De reden, opgegeven voor deze oordelen, Isaiah 34:8.

IV. De voortduur van deze verwoesting, daar het land als de zee van Sodom zal wezen, Isaiah 34:9, Isaiah 34:10, en de steden overgelaten zijn aan wilde dieren en onrein gevogelte, Isaiah 34:11. De plechtige bevestiging hiervan, Isaiah 34:16, Isaiah 34:17. Laat ons horen en vrezen.

Inleiding

Bijbelverkaring van Matthew Henry, JESAJA 34

In dit hoofdstuk hebben wij het noodlottig oordeel over de natiën, die vijanden waren van Gods kerk en volk, hoewel alleen Edom genoemd wordt vanwege de oude vijandschap tussen Ezau en Jakob, die even typisch was als de nog oudere vijandschap tussen Kaïn en Abel, en voortvloeide uit de oorspronkelijke vijandschap van de slang jegens het zaad van de vrouw. Het is waarschijnlijk dat deze profetie vervuld werd in de grote verwoestingen, aangericht eerst door het Assyrische leger, of liever, door het leger van Nebukadnezar enige tijd daarna, onder de volken, die naburen waren van Israël en op de een of andere wijze schadelijk voor hen geweest zijn. Deze machtige veroveraar stelde er zijn roem in om bloed te vergieten en de landen te verwoesten, en- geheel buiten zijn bedoeling-heeft hij hiermede vervuld wat God hier tegen Zijn en Zijns volksvijanden heeft gedreigd. Maar wij hebben reden te denken dat het bedoeld is als een aankondiging van Gods toorn tegen allen, die strijden tegen de belangen van Zijn koninkrijk onder de mensen, dat het herhaaldelijk vervuld wordt in de verwoesting, die veroorzaakt wordt door de oorlogen, die de volken voeren tegen elkaar, en in andere verwoestende oordelen, en ten volle vervuld zal worden in de finale ontbinding van alle dingen op de dag des oordeels en in het verderf van de goddelozen. Hier is:

I. Een oproep tot algemene aandacht, Isaiah 34:1.

II. Een ontzettend toneel van bloed en verwarring voorgesteld, Isaiah 34:2.

III. De reden, opgegeven voor deze oordelen, Isaiah 34:8.

IV. De voortduur van deze verwoesting, daar het land als de zee van Sodom zal wezen, Isaiah 34:9, Isaiah 34:10, en de steden overgelaten zijn aan wilde dieren en onrein gevogelte, Isaiah 34:11. De plechtige bevestiging hiervan, Isaiah 34:16, Isaiah 34:17. Laat ons horen en vrezen.

Verzen 1-8

Jesaja 34:1-8

Hier hebben wij een profetie, gelijk wij elders een geschiedenis hebben, van de oorlogen des Heeren, die, hiervan zijn wij zeker, allen beide rechtvaardig en voorspoedig zijn. Aan deze wereld, als Zijn schepsel, doet Hij goed, maar daar zij de belangen dient van Satan, die de god van deze wereld genoemd wordt, strijdt Hij tegen haar.

I. Hier wordt de bazuin geblazen en de oorlog verklaard, Isaiah 34:1. Alle natiën moeten horen en luisteren, niet alleen omdat hetgeen God doen gaat hun aandacht wel waardig is zoals Isaiah 33:13, maar omdat zij er allen in betrokken zijn, het is met hen, dat God een twist heeft, het is tegen hen, dat God uitgaat in toorn. Laat hen er allen kennis van nemen, dat de grote God toornig op hen is, dat Zijn verbolgenheid is over alle heidenen, laat dus alle heidenen naderen en horen. "De bazuin wordt geblazen in de stad," Amos 3:6, en de wachters op de muren roepen: "Luistert naar het geluid van de bazuin," Jeremiah 6:1, "de aarde hore en haar volheid, want zij is des Heeren," Psalm Z4:1, en behoort te luisteren naar haar maker en meester. De wereld moet horen en alles wat daaruit voortkomt, de kinderen van de mensen, die van de aarde aards zijn, komen er uit voort en moeten er toe weerkeren, of, de onbezielde voortbrengselen van de aarde worden opgeroepen, daar het meer waarschijnlijk is dat zij zullen luisteren dan de zondaren, wier hart verhard is tegen de roepstem Gods. Hoort, gij bergen, de twist des Heeren," Micah 6:2. Het is zo rechtvaardig een twistzaak, dat omtrent haar billijkheid gerust een bergop gedaan kon worden op geheel de wereld.

II. Hier is het manifest openbaar gemaakt waarin wordt aangetoond:

1. Tegen wie Hij oorlog voert, Isaiah 34:2, de verbolgenheid des Heeren is over al de heidenen, zij zijn allen saamverbonden tegen God en Gods dienst, allen zijn zij de belangen toegedaan van de duivel, en daarom is Hij verbolgen op allen, namelijk op al de heidenen, die Hem vergeten. Gedurende lange tijd heeft Hij hen "laten wandelen in hun wegen," Acts 14:16, maar nu zal Hij niet langer zwijgen, gelijk zij allen de weldaad hadden van Zijn lankmoedigheid, zo moeten zij nu allen verwachten Zijn toorn te gevoelen. Zijn grimmigheid is inzonderheid over hun legers.

a. Omdat zij met hun legers kwaad hebben gedaan aan het volk van God, deze zijn het, die bloedig werk onder hen gedaan hebben, en daarom kunnen zij er zeker van zijn dat hun bloed te drinken zal worden gegeven.

b. Omdat zij met deze, dit is met hun legers, bestand denken te zijn tegen de gerechtigheid en de macht van God, zij steunen en vertrouwen er op als hun verdediging en bescherming, en daarom zal over hen in de eerste plaats Gods verbolgenheid zijn. Voor Gods toorn zijn legerscharen slechts als stoppelen voor een verterend vuur, al zijn zij ook nog zo talrijk en kloekmoedig.

2. Voor wie Hij strijd voert, en wat de gronden en redenen zijn van de oorlog, Isaiah 34:8. Het is de dag van de wraak des Heeren, en Hij is het wie de wraak toekomt, en die nooit onrechtvaardig is, als Hij wraak doet, Romans 3:5. Gelijk er een dag is van de lankmoedigheid des Heeren, zo zal er een dag zijn van Zijn wraak, want, hoewel Hij lang verdraagt, zal Hij toch niet altijd verdragen. Het is het jaar van de vergeldingen om Zions twistzaak. Zion is de heilige stad, de stad onder bijeenkomsten een type en afschaduwing van de kerk Gods in de wereld. Zion heeft een rechtvaardige twistzaak met haar naburen om het onrecht dat zij haar hebben aangedaan, voor al die trouweloosheid en wreedheid, waarmee zij haar behandeld hebben, haar heilige dingen ontwijdende, haar paleizen verwoestende en haar zonen dodende. Zij heeft het aan God overgelaten om haar twistzaak te twisten, en Hij zal het doen als de bestemde tijd gekomen is om aan Zion gunst te bewijzen, dan zal Hij aan haar vervolgers en verdrukkers het kwaad vergelden, dat zij haar gedaan hebben. De twistzaak zal beslist worden, dat is er zal uitspraak in worden gedaan, en die uitspraak zal luiden dat aan Zion onrecht is gedaan, en in het haar aangedane onrecht werd Zions God verongelijkt, en nu zal na deze beslissing het oordeel worden uitgesproken, en het oordeel, het vonnis zal volvoerd worden. Er is in de raad Gods een tijd vooraf vastgesteld voor de verlossing van de kerk en het verderf van haar vijanden, een jaar van de verlosten, dat komen zal, een jaar van de vergeldingen om Zions twistzaak en wij moeten het geduldig verbeiden, en over niets oordelen voor de tijd.

III. Hier zijn de krijgsoperaties en de methode ervan vastgesteld met onfeilbare zekerheid van succes.

1. Het zwaard des Heeren gebaad in de hemel, Isaiah 34:5, dat is al de toebereiding voor de oorlog, die hier gemaakt wordt. Het kan een toespeling zijn op een onder hen bestaand gebruik, om hun zwaarden in het een of ander vocht te dompelen om ze te harden of blinkend te maken, het is hetzelfde als ze te scherpen en te vegen, dat is te polijsten, Ezechiël 21:9-11. Gods zwaard is gebaad in de hemel, in Zijn raad en raadsbesluit, in Zijn gerechtigheid en macht, en dan kan niemand er voor bestaan.

2. Het zal neerdalen, wat Hij besloten heeft zal zonder falen ten uitvoer worden gebracht, het zal neerdalen van de hemel, en hoe hoger de plaats is, vanwaar het komt, hoe zwaarder het vallen zal, het zal neerdalen op Edom, het volk van Gods vloek, dat onder Zijn vloek ligt en er door ten verderve gewild is. Rampzalig, voor eeuwig rampzalig zijn zij. die zich door hun zonden tot het volk van Gods vloek hebben gemaakt, want het zwaard des Heeren zal zonder falen gepaard gaan met de vloek des Heeren, en er het vonnis van volvoeren, en die Hij vloekt, zijn in waarheid vervloekt. Het zal neerdalen ten oordeel, om oordelen te volvoeren aan de zonderen. Gods oorlogszwaard is altijd een zwaard van de gerechtigheid. Er is opgemerkt van Hem, uit wiens mond een scherp zwaard gaat, dat Hij "oordeelt en krijg voert in gerechtigheid," Revelation 19:11, Revelation 19:15.

3. De heidenen en hun legers zullen aan het zwaard overgeleverd worden, Isaiah 34:2. God heeft hen ter slachting overgeleverd, en dan kunnen zij zichzelf er niet van verlossen, en evenmin kunnen al de vrienden, die zij hebben, hen ervan verlossen. Alleen diegenen worden gedood, die God ter slachting overlevert, want de sleutels van de dood zijn in Zijn hand, en door hen ter slachting over te leveren, heeft Hij hen ten enenmale verdaan, hun verderf is even gewis, als God hen er aan gewijd heeft, alsof zij reeds vernietigd waren, volkomen vernietigd. God heeft in werkelijkheid al de wrede vijanden van Zijn kerk ter slachting overgeleverd door het woord, Revelation 13:10 :Indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden, want de Heere is rechtvaardig.

4. Ingevolge het vonnis zal er een ontzettende slachting onder hen aangericht worden, Isaiah 34:6. Als het zwaard des Heeren neerdaalt met een opdracht, dan houdt het een parate executie, het is vol van bloed, het is er mee gedrenkt, het is er van verzadigd, ja oververzadigd, met het bloed van de verslagenen, het is er vet mee gemaakt. Als de dag van Gods misbruikte goedertierenheid en lankmoedigheid voorbij is, dan zal het zwaard van Zijn gerechtigheid geen lijfsgenade verlenen en niemand sparen. Door de zonde hebben de mensen de eer van de menselijke natuur verloren, en zijn zij geworden als de beesten die vergaan, daarom worden hun terecht het mededogen en de eerbied ontzegd, die aan de menselijke natuur verschuldigd zijn, en worden zij als beesten gedood, en zo geeft men er niet meer om een leger van mensen te doden, dan om een kudde van lammeren of geiten te slachten, en zich met het vet van de nieren van de rammen te voeden. Ja het zwaard des Heeren zal niet alleen de lammeren en geiten doden, de infanterie van hun leger, de arme, gewone soldaten, maar, Isaiah 34:7, ook de eenhoornen zullen met hen naar beneden worden gebracht, en de varren met de stieren, al zijn zij ook nog zo hoog en trots, nog zo sterk en woest, "de groten, en de rijken, en de oversten over duizend," Revelation 6:15, het zwaard des Heeren zal een even gemakkelijke prooi van hen maken als van de lammeren, en voor de toorn van de grote God zijn de grootsten van de mensen als niets. Zie welk een bloedig werk er gedaan zal worden, hun land zal doordronken zijn van het bloed, zoals van de regen, die er dikwijls en in groten overvloed opvalt, en hun stof, hun dor en onvruchtbaar land zal van het smeer vet gemaakt worden, als bemest worden met het vet van mensen, die in de volle kracht van hun leven gedood zijn. Ja zelfs de bergen, die hard en rotsachtig zijn, zullen smelten van hun bloed, Isaiah 34:3. Deze uitdrukkingen zijn hyperbolisch, zoals de uitdrukking van Johannes in Revelation 14:20 " het bloed is tot de tomen van de paarden gekomen," en zij worden gebezigd omdat zij een zeer vreeslijken klank hebben voor het gevoel (zelfs de gedachte aan zoveel mensenbloed doet ons huiveren) en daarom zijn zij geschikt om de verschrikking van Gods toorn aan te duiden, die boven alle beschrijving of bevatting ontzettend is. Zie welk een werk door zonde en toorn gedaan wordt zelfs in deze wereld, en bedenk hoeveel verschrikkelijker nog de toekomende toorn zijn zal, die zelfs de eenhoornen zal doen afgaan naar de afgrond.

5. Deze grote slachting zal een groot offer zijn aan de gerechtigheid Gods, Isaiah 34:6. De Heere heeft een slachtoffer te Bozra, daar is het dat de klederen van de groten Verlosser besprenkeld waren met bloed, Isaiah 63:1. Offeranden waren bedoeld tot eer van God, om te doen blijken dat Hij de zonde haat en er voldoening voor eist, en dat niets anders dan bloed er verzoening voor doen kan, tot dit doeleinde wordt deze slachting aangericht, opdat daarin de toorn Gods zal geopenbaard worden van de hemel tegen alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, inzonderheid tegen hun goddeloze en onrechtvaardige vijandschap tegen Zijn volk, aan welke zonde de Edomieten zich openlijk schuldig hadden gemaakt. Voor het brengen van grote offeranden werden zeer vele dieren geslacht, hecatomb- b (offer van 100 dieren) werden geofferd, en hun bloed voor het altaar uitgestort, en zo zal het wezen in deze dag van de wraak des Heeren. En zo zou de gehele aarde gedrenkt zijn geworden met het bloed van zondaren, indien Jezus Christus, het grote zoenoffer, Zijn bloed niet voor ons had gestort, maar zij, die Hem verwerpen, en geen verbond willen maken met God door deze grote offerande, zullen zelf als slachtoffers vallen van de Goddelijke wraak. Veroordeelde zondaren zijn eeuwige offeranden, Mark 9:48, Mark 9:49. Zij, die niet offeren (en dat zijn de goddelozen, Ecclesiastes 9:2) moeten geofferd worden.

6. Deze verslagenen zullen verfoeilijk zijn voor het mensdom, en zullen evenzeer zijn afkeer en walging zijn, als zij er ooit Zijn verschrikking voor waren, Isaiah 34:3. Zij zullen weggeworpen worden, niemand zal hun de eerbied bewijzen van hun een eerlijke begrafenis te bezorgen, van hun dode lichamen zal hun stank opgaan, door hun walgelijker reuk, zowel als door het ijzingwekkend gezicht in alle mensen verontwaardiging zal opgewekt worden tegen de zonde en vrees voor de toorn Gods. Zij liggen onbegraven, om gedenktekenen te blijven van de Goddelijke gerechtigheid. 7. De uitwerking en het gevolg van deze slachting zullen een algemene verbijstering en verslagenheid zijn, alsof het gehele samenstel van de natuur in ontbinding of oplossing verkeerde Isaiah 34:4. Al het heir van de hemelen zal offeren-de zon zal verduisterd worden, en de maan zal er zwart uitzien of in bloed veranderd worden, de hemelen zelf zullen als een boek, of als een perkamenten rol, toegerold worden, als wij er mee afgedaan hebben en het terzijde leggen of wanneer het verschrompeld is door de hitte van het vuur. De sterren zullen vallen zoals de bladeren in de herfst, als de schoonheid, vreugde en vertroosting van het overwonnen volk zullen weg zijn, verloren zijn, de magistratuur en de regering zullen afgeschaft wezen, en alle heerschappij en bestuur, behalve die van het zwaard van de strijd, zal vallen. De veroveraars van die tijd vonden er behagen in om de landen, die zij veroverd hadden, in een woestenij te veranderen, en hier wordt in overdrachtelijke bewoordingen zo'n volkomen verwoesting beschreven, maar de letterlijke vervulling ervan zal plaatshebben in de ontbinding van alle dingen aan het einde van de tijd, van welke laatste dag des oordeels de oordelen, die God thans soms over zondige volken laat komen, typen en voorlopers zijn, en hierdoor behoren wij opgewekt te worden, en daaraan te denken om welke reden deze uitdrukkingen hier en in Revelation 6:12, Revelation 6:13 gebruikt zijn. Maar zonder metaphoor zijn zij gebruikt in 2 Peter 3:10 waar ons gezegd wordt dat "de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de aarde verbrand zal worden."

Verzen 1-8

Jesaja 34:1-8

Hier hebben wij een profetie, gelijk wij elders een geschiedenis hebben, van de oorlogen des Heeren, die, hiervan zijn wij zeker, allen beide rechtvaardig en voorspoedig zijn. Aan deze wereld, als Zijn schepsel, doet Hij goed, maar daar zij de belangen dient van Satan, die de god van deze wereld genoemd wordt, strijdt Hij tegen haar.

I. Hier wordt de bazuin geblazen en de oorlog verklaard, Isaiah 34:1. Alle natiën moeten horen en luisteren, niet alleen omdat hetgeen God doen gaat hun aandacht wel waardig is zoals Isaiah 33:13, maar omdat zij er allen in betrokken zijn, het is met hen, dat God een twist heeft, het is tegen hen, dat God uitgaat in toorn. Laat hen er allen kennis van nemen, dat de grote God toornig op hen is, dat Zijn verbolgenheid is over alle heidenen, laat dus alle heidenen naderen en horen. "De bazuin wordt geblazen in de stad," Amos 3:6, en de wachters op de muren roepen: "Luistert naar het geluid van de bazuin," Jeremiah 6:1, "de aarde hore en haar volheid, want zij is des Heeren," Psalm Z4:1, en behoort te luisteren naar haar maker en meester. De wereld moet horen en alles wat daaruit voortkomt, de kinderen van de mensen, die van de aarde aards zijn, komen er uit voort en moeten er toe weerkeren, of, de onbezielde voortbrengselen van de aarde worden opgeroepen, daar het meer waarschijnlijk is dat zij zullen luisteren dan de zondaren, wier hart verhard is tegen de roepstem Gods. Hoort, gij bergen, de twist des Heeren," Micah 6:2. Het is zo rechtvaardig een twistzaak, dat omtrent haar billijkheid gerust een bergop gedaan kon worden op geheel de wereld.

II. Hier is het manifest openbaar gemaakt waarin wordt aangetoond:

1. Tegen wie Hij oorlog voert, Isaiah 34:2, de verbolgenheid des Heeren is over al de heidenen, zij zijn allen saamverbonden tegen God en Gods dienst, allen zijn zij de belangen toegedaan van de duivel, en daarom is Hij verbolgen op allen, namelijk op al de heidenen, die Hem vergeten. Gedurende lange tijd heeft Hij hen "laten wandelen in hun wegen," Acts 14:16, maar nu zal Hij niet langer zwijgen, gelijk zij allen de weldaad hadden van Zijn lankmoedigheid, zo moeten zij nu allen verwachten Zijn toorn te gevoelen. Zijn grimmigheid is inzonderheid over hun legers.

a. Omdat zij met hun legers kwaad hebben gedaan aan het volk van God, deze zijn het, die bloedig werk onder hen gedaan hebben, en daarom kunnen zij er zeker van zijn dat hun bloed te drinken zal worden gegeven.

b. Omdat zij met deze, dit is met hun legers, bestand denken te zijn tegen de gerechtigheid en de macht van God, zij steunen en vertrouwen er op als hun verdediging en bescherming, en daarom zal over hen in de eerste plaats Gods verbolgenheid zijn. Voor Gods toorn zijn legerscharen slechts als stoppelen voor een verterend vuur, al zijn zij ook nog zo talrijk en kloekmoedig.

2. Voor wie Hij strijd voert, en wat de gronden en redenen zijn van de oorlog, Isaiah 34:8. Het is de dag van de wraak des Heeren, en Hij is het wie de wraak toekomt, en die nooit onrechtvaardig is, als Hij wraak doet, Romans 3:5. Gelijk er een dag is van de lankmoedigheid des Heeren, zo zal er een dag zijn van Zijn wraak, want, hoewel Hij lang verdraagt, zal Hij toch niet altijd verdragen. Het is het jaar van de vergeldingen om Zions twistzaak. Zion is de heilige stad, de stad onder bijeenkomsten een type en afschaduwing van de kerk Gods in de wereld. Zion heeft een rechtvaardige twistzaak met haar naburen om het onrecht dat zij haar hebben aangedaan, voor al die trouweloosheid en wreedheid, waarmee zij haar behandeld hebben, haar heilige dingen ontwijdende, haar paleizen verwoestende en haar zonen dodende. Zij heeft het aan God overgelaten om haar twistzaak te twisten, en Hij zal het doen als de bestemde tijd gekomen is om aan Zion gunst te bewijzen, dan zal Hij aan haar vervolgers en verdrukkers het kwaad vergelden, dat zij haar gedaan hebben. De twistzaak zal beslist worden, dat is er zal uitspraak in worden gedaan, en die uitspraak zal luiden dat aan Zion onrecht is gedaan, en in het haar aangedane onrecht werd Zions God verongelijkt, en nu zal na deze beslissing het oordeel worden uitgesproken, en het oordeel, het vonnis zal volvoerd worden. Er is in de raad Gods een tijd vooraf vastgesteld voor de verlossing van de kerk en het verderf van haar vijanden, een jaar van de verlosten, dat komen zal, een jaar van de vergeldingen om Zions twistzaak en wij moeten het geduldig verbeiden, en over niets oordelen voor de tijd.

III. Hier zijn de krijgsoperaties en de methode ervan vastgesteld met onfeilbare zekerheid van succes.

1. Het zwaard des Heeren gebaad in de hemel, Isaiah 34:5, dat is al de toebereiding voor de oorlog, die hier gemaakt wordt. Het kan een toespeling zijn op een onder hen bestaand gebruik, om hun zwaarden in het een of ander vocht te dompelen om ze te harden of blinkend te maken, het is hetzelfde als ze te scherpen en te vegen, dat is te polijsten, Ezechiël 21:9-11. Gods zwaard is gebaad in de hemel, in Zijn raad en raadsbesluit, in Zijn gerechtigheid en macht, en dan kan niemand er voor bestaan.

2. Het zal neerdalen, wat Hij besloten heeft zal zonder falen ten uitvoer worden gebracht, het zal neerdalen van de hemel, en hoe hoger de plaats is, vanwaar het komt, hoe zwaarder het vallen zal, het zal neerdalen op Edom, het volk van Gods vloek, dat onder Zijn vloek ligt en er door ten verderve gewild is. Rampzalig, voor eeuwig rampzalig zijn zij. die zich door hun zonden tot het volk van Gods vloek hebben gemaakt, want het zwaard des Heeren zal zonder falen gepaard gaan met de vloek des Heeren, en er het vonnis van volvoeren, en die Hij vloekt, zijn in waarheid vervloekt. Het zal neerdalen ten oordeel, om oordelen te volvoeren aan de zonderen. Gods oorlogszwaard is altijd een zwaard van de gerechtigheid. Er is opgemerkt van Hem, uit wiens mond een scherp zwaard gaat, dat Hij "oordeelt en krijg voert in gerechtigheid," Revelation 19:11, Revelation 19:15.

3. De heidenen en hun legers zullen aan het zwaard overgeleverd worden, Isaiah 34:2. God heeft hen ter slachting overgeleverd, en dan kunnen zij zichzelf er niet van verlossen, en evenmin kunnen al de vrienden, die zij hebben, hen ervan verlossen. Alleen diegenen worden gedood, die God ter slachting overlevert, want de sleutels van de dood zijn in Zijn hand, en door hen ter slachting over te leveren, heeft Hij hen ten enenmale verdaan, hun verderf is even gewis, als God hen er aan gewijd heeft, alsof zij reeds vernietigd waren, volkomen vernietigd. God heeft in werkelijkheid al de wrede vijanden van Zijn kerk ter slachting overgeleverd door het woord, Revelation 13:10 :Indien iemand met het zwaard zal doden, die moet zelf met het zwaard gedood worden, want de Heere is rechtvaardig.

4. Ingevolge het vonnis zal er een ontzettende slachting onder hen aangericht worden, Isaiah 34:6. Als het zwaard des Heeren neerdaalt met een opdracht, dan houdt het een parate executie, het is vol van bloed, het is er mee gedrenkt, het is er van verzadigd, ja oververzadigd, met het bloed van de verslagenen, het is er vet mee gemaakt. Als de dag van Gods misbruikte goedertierenheid en lankmoedigheid voorbij is, dan zal het zwaard van Zijn gerechtigheid geen lijfsgenade verlenen en niemand sparen. Door de zonde hebben de mensen de eer van de menselijke natuur verloren, en zijn zij geworden als de beesten die vergaan, daarom worden hun terecht het mededogen en de eerbied ontzegd, die aan de menselijke natuur verschuldigd zijn, en worden zij als beesten gedood, en zo geeft men er niet meer om een leger van mensen te doden, dan om een kudde van lammeren of geiten te slachten, en zich met het vet van de nieren van de rammen te voeden. Ja het zwaard des Heeren zal niet alleen de lammeren en geiten doden, de infanterie van hun leger, de arme, gewone soldaten, maar, Isaiah 34:7, ook de eenhoornen zullen met hen naar beneden worden gebracht, en de varren met de stieren, al zijn zij ook nog zo hoog en trots, nog zo sterk en woest, "de groten, en de rijken, en de oversten over duizend," Revelation 6:15, het zwaard des Heeren zal een even gemakkelijke prooi van hen maken als van de lammeren, en voor de toorn van de grote God zijn de grootsten van de mensen als niets. Zie welk een bloedig werk er gedaan zal worden, hun land zal doordronken zijn van het bloed, zoals van de regen, die er dikwijls en in groten overvloed opvalt, en hun stof, hun dor en onvruchtbaar land zal van het smeer vet gemaakt worden, als bemest worden met het vet van mensen, die in de volle kracht van hun leven gedood zijn. Ja zelfs de bergen, die hard en rotsachtig zijn, zullen smelten van hun bloed, Isaiah 34:3. Deze uitdrukkingen zijn hyperbolisch, zoals de uitdrukking van Johannes in Revelation 14:20 " het bloed is tot de tomen van de paarden gekomen," en zij worden gebezigd omdat zij een zeer vreeslijken klank hebben voor het gevoel (zelfs de gedachte aan zoveel mensenbloed doet ons huiveren) en daarom zijn zij geschikt om de verschrikking van Gods toorn aan te duiden, die boven alle beschrijving of bevatting ontzettend is. Zie welk een werk door zonde en toorn gedaan wordt zelfs in deze wereld, en bedenk hoeveel verschrikkelijker nog de toekomende toorn zijn zal, die zelfs de eenhoornen zal doen afgaan naar de afgrond.

5. Deze grote slachting zal een groot offer zijn aan de gerechtigheid Gods, Isaiah 34:6. De Heere heeft een slachtoffer te Bozra, daar is het dat de klederen van de groten Verlosser besprenkeld waren met bloed, Isaiah 63:1. Offeranden waren bedoeld tot eer van God, om te doen blijken dat Hij de zonde haat en er voldoening voor eist, en dat niets anders dan bloed er verzoening voor doen kan, tot dit doeleinde wordt deze slachting aangericht, opdat daarin de toorn Gods zal geopenbaard worden van de hemel tegen alle goddeloosheid en ongerechtigheid van de mensen, inzonderheid tegen hun goddeloze en onrechtvaardige vijandschap tegen Zijn volk, aan welke zonde de Edomieten zich openlijk schuldig hadden gemaakt. Voor het brengen van grote offeranden werden zeer vele dieren geslacht, hecatomb- b (offer van 100 dieren) werden geofferd, en hun bloed voor het altaar uitgestort, en zo zal het wezen in deze dag van de wraak des Heeren. En zo zou de gehele aarde gedrenkt zijn geworden met het bloed van zondaren, indien Jezus Christus, het grote zoenoffer, Zijn bloed niet voor ons had gestort, maar zij, die Hem verwerpen, en geen verbond willen maken met God door deze grote offerande, zullen zelf als slachtoffers vallen van de Goddelijke wraak. Veroordeelde zondaren zijn eeuwige offeranden, Mark 9:48, Mark 9:49. Zij, die niet offeren (en dat zijn de goddelozen, Ecclesiastes 9:2) moeten geofferd worden.

6. Deze verslagenen zullen verfoeilijk zijn voor het mensdom, en zullen evenzeer zijn afkeer en walging zijn, als zij er ooit Zijn verschrikking voor waren, Isaiah 34:3. Zij zullen weggeworpen worden, niemand zal hun de eerbied bewijzen van hun een eerlijke begrafenis te bezorgen, van hun dode lichamen zal hun stank opgaan, door hun walgelijker reuk, zowel als door het ijzingwekkend gezicht in alle mensen verontwaardiging zal opgewekt worden tegen de zonde en vrees voor de toorn Gods. Zij liggen onbegraven, om gedenktekenen te blijven van de Goddelijke gerechtigheid. 7. De uitwerking en het gevolg van deze slachting zullen een algemene verbijstering en verslagenheid zijn, alsof het gehele samenstel van de natuur in ontbinding of oplossing verkeerde Isaiah 34:4. Al het heir van de hemelen zal offeren-de zon zal verduisterd worden, en de maan zal er zwart uitzien of in bloed veranderd worden, de hemelen zelf zullen als een boek, of als een perkamenten rol, toegerold worden, als wij er mee afgedaan hebben en het terzijde leggen of wanneer het verschrompeld is door de hitte van het vuur. De sterren zullen vallen zoals de bladeren in de herfst, als de schoonheid, vreugde en vertroosting van het overwonnen volk zullen weg zijn, verloren zijn, de magistratuur en de regering zullen afgeschaft wezen, en alle heerschappij en bestuur, behalve die van het zwaard van de strijd, zal vallen. De veroveraars van die tijd vonden er behagen in om de landen, die zij veroverd hadden, in een woestenij te veranderen, en hier wordt in overdrachtelijke bewoordingen zo'n volkomen verwoesting beschreven, maar de letterlijke vervulling ervan zal plaatshebben in de ontbinding van alle dingen aan het einde van de tijd, van welke laatste dag des oordeels de oordelen, die God thans soms over zondige volken laat komen, typen en voorlopers zijn, en hierdoor behoren wij opgewekt te worden, en daaraan te denken om welke reden deze uitdrukkingen hier en in Revelation 6:12, Revelation 6:13 gebruikt zijn. Maar zonder metaphoor zijn zij gebruikt in 2 Peter 3:10 waar ons gezegd wordt dat "de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de aarde verbrand zal worden."

Verzen 9-17

Jesaja 34:9-17

Deze profetie heeft een zeer donker aanzien maar zij ziet gewis verder dan naar Edom en Bozra.

1. Zij spreekt van de treurige veranderingen die door de Goddelijke voorzienigheid dikwijls gemaakt worden in landen, steden, paleizen en geslachten, plaatsen, die gebloeid hebben en druk werden bezocht, komen op vreemde, verbazingwekkende wijze in verval. Wij weten de plaatsen niet te vinden, waar grote steden, die in de geschiedenis beroemd waren, gestaan hebben. Vruchtbare landen zijn in de loop van de tijden tot woeste gronden geworden, en prachtige, volkrijke steden zijn in puinhopen veranderd. Oude, vervallen kastelen hebben een afschrikkend aanzien, en hun puinhopen worden thans bijna evenzeer gevreesd als eertijds hun garnizoenen gevreesd werden.

2. Zij spreekt van de verwoestende oordelen, die de uitwerkselen zijn van Gods toorn en de rechtvaardige straf over hen, die vijanden zijn van Zijn volk, en die God hun zal opleggen als het jaar van de verlossing is gekomen, en het jaar der vergeldingen om Zions twistzaak. Zij wier doel het is de kerk te vernietigen, kunnen dat nooit doen, maar zullen onfeilbaar zichzelf in het verderf storten.

3. Zij spreekt van de eindelijke verwoesting van deze boze wereld, die "ten vure bewaard wordt tegen de dag des oordeels", 2 Peter 3:7. De aarde zelf zal, als zij met al de werken, die daarin zijn verbrand zal worden, misschien in een hel veranderd worden voor hen, die alleen op de dingen van de aarde hun hart gezet hadden hoe dit nu zij, wij zien wat het lot zijn van hen die het geslacht zijn van Gods vloek.

I. Het land zal worden als de zee van Sodom Isaiah 34:9, Isaiah 34:10. De beken, die het land bevochtigden, aangenaam en verfrissend waren voor de inwoners, zullen nu in pek veranderd worden, zullen gestold worden, zullen er zwart uitzien en zeer langzaam of in het geheel niet vloeien. Hun stromen zullen in traag pek veranderd worden, aldus Sir Richard Blackwore. Hun stof zal tot zwavel worden, zo brandbaar heeft de zonde hun land gemaakt dat het in brand zal geraken door het eerste vonkje van Gods toorn, dat er op valt, en als het in brand is, zal het tot brandend pek worden. Het vuur zal algemeen zijn, het zal overal wezen, niet een enkel huis slechts of een enkele stad, zal in brand geraken, maar een geheel land, en het zal in niemands macht wezen om het te blussen, het zal voortdurend branden, branden tot in eeuwigheid, en zal nacht noch dag geblust worden. De pijniging van hen, die in de hel zijn, of die een hel in hun binnenste hebben, in hun eigen geweten, gaat onophoudelijk voort. De rook van hun vuur gaat op tot in eeuwigheid. Zolang als er tergende zondaren zijn op de aarde, van geslacht tot geslacht, een toeneming van zondige mensen, "om de hittigheid van des Heeren toorn te vermeerderen," Numbers 32:14, zal er een rechtvaardig God in de hemel zijn om hen er voor te straffen. En zolang een volk een opvolging van zondaren aanhoudt, zal God een opeenvolging van plagen voor hen hebben, en nooit zal iemand, die valt onder Gods toorn, in staat zijn om zich te herstellen. Men zal bevinden-hoe licht de mensen er ook overmogen denken-dat het vreeslijk is te vallen in de handen van de levenden God. Als het land ten verderve gewijd is, zal niemand er doorgaan. De reizigers zullen liever een grote omweg maken, dan binnen de reuk ervan te komen.

II. De steden zullen worden als oude vermolmde huizen, die door de eigenaars verlaten zijnde, een schrikkelijk aanzien hebben, daar zij gewoonlijk in het bezit zijn van roofdieren en van onheilspellende vogels. Zie hoe akelig de paleizen van de vijand er uitzien. De beschrijving er van is zeer bijzonder sierlijk en treffend.

1. God zal ze tekenen voor het verderf, Hij zal een richtsnoer van de woestheid over Bozra trekken, en een richtlood van de ledigheid, Isaiah 34:11. Hiermede wordt de billijkheid van het vonnis aangeduid, dat er over uitgesproken is, het is naar de regel van de gerechtigheid, en de nauwkeurigheid, waarmee het voltrokken werd de verwoesting geschiedt niet zo maar in `t wilde, maar naar regel en orde, de verwarring en ledigheid, die over geheel de oppervlakte van het land verspreid zal zijn, zal wezen als die van de gehele aarde, toen zij Thoe wavhoe was diezelfde woorden zijn hier gebruikt, woest en ledig. De zonde zal een provincie spoedig in een chaos veranderen en de schoonheid van geheel de schepping bederven, Genesis 1:2. Als er verwarring is, zal er spoedig leegte zijn, maar beide zijn verordineerd door de bestuurder van de wereld, en in juiste evenredigheid.

2. Hun groten zullen allen gedood zijn, of geen van hen zal voor de dag durven komen, Isaiah 34:12. Zij zullen de edelen van het koninkrijk roepen, om de moeilijke taak op zich te nemen, die voor hen ligt, maar er zal niemand wezen om de puinhoop onder zijn zorg en hoede te nemen, al hun vorsten, de treurige tijding ontvangen hebbende, zullen niet zijn dat is zullen teniet zijn, zij zullen ten einde raad wezen, niet bij machte om hun enigerlei hulp te verlenen, hen te behoeden en te beschutten tegen het verderf.

III. Zelfs hun statige huizen en vestingen zullen als woestijnen worden, Isaiah 34:13. Niet alleen gras zal er in groeien, maar doornen zullen in hun paleizen opgaan, netelen en distelen in hun vestingen, en er zal niemand zijn om die uit te roeien of te vertreden. Soms zien wij bouwvallen van huizen, die aldus begroeid zijn met allerlei onkruid. Het geeft te kennen dat de plaats niet slechts onbewoond en onbezocht zal zijn, waar een volledig hof placht gehouden te worden, maar dat zij onder de vloek Gods ligt, want doornen en distelen waren de voortbrengselen van de vloek, Genesis 3:18.

IV. Zij zullen de woonstede en plaats van samenkomst wezen van verschrikkelijke, afzichtelijke dieren en vogelen, die gewoonlijk zulke treurige, woeste plaatsen bezoeken, omdat zij er ongestoord verblijf kunnen houden, en als zij daarhenen geschrikt worden, dan dragen zij er toe bij om de mensen ervan weg te schrikken. Over deze bijzonderheid van de verwoesting, die zo geschikt is om vrees en ontsteltenis op te wekken in de mens, wordt hier zeer uitgeweid, Isaiah 34:11. De roerdomp zal het erfelijk bezitten, die gaarne op eenzame plaatsen is Psalms 102:7, en de nachtuil, die afschuwelijke geluiden maakt, de uil, een treurige vogel, de raaf, een roofvogel, aangelokt door de dode lichamen, zullen daar wonen. al de onreine vogels, die niet ten dienste waren van de mens, Isaiah 34:13. Het zal een woning van de draken zijn, die giftig en dus schadelijk zijn. Hetgeen een hof was voor vorsten, zal nu een hof wezen voor uilen en struisvogels, Isaiah 34:14. De wilde dieren van de woestijnen, van de droge landstreken, zullen als bij afspraak, de wilde dieren van de eilanden van de vochtige moerassige streken, daar ontmoeten en zij zullen zich verlustigen in de volkomen woestheid, die zij daar zullen vinden. De duivel zal zijn metgezel toeroepen om met hem te gaan naar deze woeste plaats, daar zijnde, zullen zij zich verheugen zo'n aangename woonstede te hebben gevonden. Daar zal de nachtuil, een onheilspellende nachtvogel, rusten, de wilde merel zal daar haar nest maken, Isaiah 34:15, leggen en haar jongen uitbikken, of uitbroeden, het gebroed er van zal in wezen gehouden worden, om erfgenamen te bezorgen voor die eenzame, woeste plaatsen, de gieren, die azen op dode lichamen, zullen aldaar met elkaar verzameld worden. Merk nu op: 1. Hoe de plaatsen, die door de mensen werden verlaten, en waarvan zij zich op een afstand houden, geschikte plaatsen zijn voor dieren, voor welke Gods voorzienigheid zorg draagt, en die zij niet zal veronachtzamen.

2. Op wie zij gelijken, die nors, ongezellig en ongenaakbaar zijn, zich in treurige neerslachtigheid terugtrekken in sombere eenzaamheid, zij zijn als deze eenzame schepselen, die zich verlustigen in woestheid.

3. Welk een akelige verandering teweeggebracht wordt door de zonde, zij verandert een vruchtbaar land in onvruchtbaarheid, een drukbezochte stad in een woestijn.

V. Hier wordt een verzekering gegeven van de volkomen vervulling van deze voorzegging zelfs tot in de kleinste bijzonderheden ervan, Isaiah 34:16 Isaiah 34:17:"Zoekt in het boek des Heeren en leest. Als dit verderf komt, vergelijkt dan de gebeurtenis met de voorzegging, en gij zult bevinden dat zij er nauwkeurig mee overeenkomt." Het boek van de profeten is het boek des Heeren (en wij behoren het te raadplegen en er mee te spreken), dat het gezag heeft van een Goddelijken oorsprong, wij moeten het niet alleen lezen, maar erin zoeken, ons eerst naar de ene tekst wenden, en dan naar een anderen, en ze met elkaar vergelijken. Zeer veel nuttige kennis zou door zo'n onderzoeken van de Schriften verkregen worden welke niet door een oppervlakkige lezing verkregen kan worden. Als gij de voorzegging uit het boek des Heeren gelezen hebt, merk dan op:

1. Dat gij overeenkomstig hetgeen gij gelezen hebt, ziet, niet een van deze zal er feilen, noch dier, noch vogel, en daar voorzegd is dat zij het zullen bezitten van geslacht tot geslacht en te dien einde de soort voortgeplant moet worden, zullen de paren in wezen blijven, deze tekenen van verwoesting zullen vruchtbaar zich en zich vermenigvuldigen en het land vervullen.

2. Dat Gods mond deze ontzettende monstering geboden hebbende, Zijn Geest ze tesamen zal brengen, zoals de dieren door instinct tot Adam vergaderd werden om namen te krijgen en tot Noach om in de ark gehuisvest te worden. Wat Gods woord bepaald heeft, zal door Zijn Geest ten uitvoer worden gebracht, want geen woord van God zal ter aarde vallen. Evenzo zal het woord van Gods belofte vervuld worden door de werkingen van Zijn Geest.

3. Dat er een juiste orde en evenredigheid in acht is genomen in de vervulling van de bedreiging. Hij heeft het lot geworpen voor deze dieren en vogels, zodat ieder van hen zijn plaats zal kennen, alsof zij door een meetsnoer was aangewezen. Zie hetzelfde in Joel 2:7, Joel 2:8. "Zij zullen hun rangen niet verbreken, en zij zullen elkaar niet dringen." De waarzeggers onder de heidenen voorspelden de gebeurtenissen naar de vlucht van de vogels, alsof het lot van de mensen van hen afhing: maar hier bevinden wij dat de vlucht van de vogels onder het bestuur is van de God van Israël, Hij heeft het lot voor hen verworpen.

4. Dat de verwoesting voortduren zal, tot in eeuwigheid zullen zo dat erfelijk bezitten. Gods Jeruzalem kan in puin worden geworpen kan wijken voor het Evangelie-Jeruzalem, dat nedergeworpen kan zijn, maar weer opgebouwd zal worden en voortduren zal, totdat het wijkt voor het hemelse Jeruzalem. Maar de vijanden van de kerk zullen verwoest zijn tot in eeuwigheid zullen met een eeuwige verwoesting worden gestraft.

Verzen 9-17

Jesaja 34:9-17

Deze profetie heeft een zeer donker aanzien maar zij ziet gewis verder dan naar Edom en Bozra.

1. Zij spreekt van de treurige veranderingen die door de Goddelijke voorzienigheid dikwijls gemaakt worden in landen, steden, paleizen en geslachten, plaatsen, die gebloeid hebben en druk werden bezocht, komen op vreemde, verbazingwekkende wijze in verval. Wij weten de plaatsen niet te vinden, waar grote steden, die in de geschiedenis beroemd waren, gestaan hebben. Vruchtbare landen zijn in de loop van de tijden tot woeste gronden geworden, en prachtige, volkrijke steden zijn in puinhopen veranderd. Oude, vervallen kastelen hebben een afschrikkend aanzien, en hun puinhopen worden thans bijna evenzeer gevreesd als eertijds hun garnizoenen gevreesd werden.

2. Zij spreekt van de verwoestende oordelen, die de uitwerkselen zijn van Gods toorn en de rechtvaardige straf over hen, die vijanden zijn van Zijn volk, en die God hun zal opleggen als het jaar van de verlossing is gekomen, en het jaar der vergeldingen om Zions twistzaak. Zij wier doel het is de kerk te vernietigen, kunnen dat nooit doen, maar zullen onfeilbaar zichzelf in het verderf storten.

3. Zij spreekt van de eindelijke verwoesting van deze boze wereld, die "ten vure bewaard wordt tegen de dag des oordeels", 2 Peter 3:7. De aarde zelf zal, als zij met al de werken, die daarin zijn verbrand zal worden, misschien in een hel veranderd worden voor hen, die alleen op de dingen van de aarde hun hart gezet hadden hoe dit nu zij, wij zien wat het lot zijn van hen die het geslacht zijn van Gods vloek.

I. Het land zal worden als de zee van Sodom Isaiah 34:9, Isaiah 34:10. De beken, die het land bevochtigden, aangenaam en verfrissend waren voor de inwoners, zullen nu in pek veranderd worden, zullen gestold worden, zullen er zwart uitzien en zeer langzaam of in het geheel niet vloeien. Hun stromen zullen in traag pek veranderd worden, aldus Sir Richard Blackwore. Hun stof zal tot zwavel worden, zo brandbaar heeft de zonde hun land gemaakt dat het in brand zal geraken door het eerste vonkje van Gods toorn, dat er op valt, en als het in brand is, zal het tot brandend pek worden. Het vuur zal algemeen zijn, het zal overal wezen, niet een enkel huis slechts of een enkele stad, zal in brand geraken, maar een geheel land, en het zal in niemands macht wezen om het te blussen, het zal voortdurend branden, branden tot in eeuwigheid, en zal nacht noch dag geblust worden. De pijniging van hen, die in de hel zijn, of die een hel in hun binnenste hebben, in hun eigen geweten, gaat onophoudelijk voort. De rook van hun vuur gaat op tot in eeuwigheid. Zolang als er tergende zondaren zijn op de aarde, van geslacht tot geslacht, een toeneming van zondige mensen, "om de hittigheid van des Heeren toorn te vermeerderen," Numbers 32:14, zal er een rechtvaardig God in de hemel zijn om hen er voor te straffen. En zolang een volk een opvolging van zondaren aanhoudt, zal God een opeenvolging van plagen voor hen hebben, en nooit zal iemand, die valt onder Gods toorn, in staat zijn om zich te herstellen. Men zal bevinden-hoe licht de mensen er ook overmogen denken-dat het vreeslijk is te vallen in de handen van de levenden God. Als het land ten verderve gewijd is, zal niemand er doorgaan. De reizigers zullen liever een grote omweg maken, dan binnen de reuk ervan te komen.

II. De steden zullen worden als oude vermolmde huizen, die door de eigenaars verlaten zijnde, een schrikkelijk aanzien hebben, daar zij gewoonlijk in het bezit zijn van roofdieren en van onheilspellende vogels. Zie hoe akelig de paleizen van de vijand er uitzien. De beschrijving er van is zeer bijzonder sierlijk en treffend.

1. God zal ze tekenen voor het verderf, Hij zal een richtsnoer van de woestheid over Bozra trekken, en een richtlood van de ledigheid, Isaiah 34:11. Hiermede wordt de billijkheid van het vonnis aangeduid, dat er over uitgesproken is, het is naar de regel van de gerechtigheid, en de nauwkeurigheid, waarmee het voltrokken werd de verwoesting geschiedt niet zo maar in `t wilde, maar naar regel en orde, de verwarring en ledigheid, die over geheel de oppervlakte van het land verspreid zal zijn, zal wezen als die van de gehele aarde, toen zij Thoe wavhoe was diezelfde woorden zijn hier gebruikt, woest en ledig. De zonde zal een provincie spoedig in een chaos veranderen en de schoonheid van geheel de schepping bederven, Genesis 1:2. Als er verwarring is, zal er spoedig leegte zijn, maar beide zijn verordineerd door de bestuurder van de wereld, en in juiste evenredigheid.

2. Hun groten zullen allen gedood zijn, of geen van hen zal voor de dag durven komen, Isaiah 34:12. Zij zullen de edelen van het koninkrijk roepen, om de moeilijke taak op zich te nemen, die voor hen ligt, maar er zal niemand wezen om de puinhoop onder zijn zorg en hoede te nemen, al hun vorsten, de treurige tijding ontvangen hebbende, zullen niet zijn dat is zullen teniet zijn, zij zullen ten einde raad wezen, niet bij machte om hun enigerlei hulp te verlenen, hen te behoeden en te beschutten tegen het verderf.

III. Zelfs hun statige huizen en vestingen zullen als woestijnen worden, Isaiah 34:13. Niet alleen gras zal er in groeien, maar doornen zullen in hun paleizen opgaan, netelen en distelen in hun vestingen, en er zal niemand zijn om die uit te roeien of te vertreden. Soms zien wij bouwvallen van huizen, die aldus begroeid zijn met allerlei onkruid. Het geeft te kennen dat de plaats niet slechts onbewoond en onbezocht zal zijn, waar een volledig hof placht gehouden te worden, maar dat zij onder de vloek Gods ligt, want doornen en distelen waren de voortbrengselen van de vloek, Genesis 3:18.

IV. Zij zullen de woonstede en plaats van samenkomst wezen van verschrikkelijke, afzichtelijke dieren en vogelen, die gewoonlijk zulke treurige, woeste plaatsen bezoeken, omdat zij er ongestoord verblijf kunnen houden, en als zij daarhenen geschrikt worden, dan dragen zij er toe bij om de mensen ervan weg te schrikken. Over deze bijzonderheid van de verwoesting, die zo geschikt is om vrees en ontsteltenis op te wekken in de mens, wordt hier zeer uitgeweid, Isaiah 34:11. De roerdomp zal het erfelijk bezitten, die gaarne op eenzame plaatsen is Psalms 102:7, en de nachtuil, die afschuwelijke geluiden maakt, de uil, een treurige vogel, de raaf, een roofvogel, aangelokt door de dode lichamen, zullen daar wonen. al de onreine vogels, die niet ten dienste waren van de mens, Isaiah 34:13. Het zal een woning van de draken zijn, die giftig en dus schadelijk zijn. Hetgeen een hof was voor vorsten, zal nu een hof wezen voor uilen en struisvogels, Isaiah 34:14. De wilde dieren van de woestijnen, van de droge landstreken, zullen als bij afspraak, de wilde dieren van de eilanden van de vochtige moerassige streken, daar ontmoeten en zij zullen zich verlustigen in de volkomen woestheid, die zij daar zullen vinden. De duivel zal zijn metgezel toeroepen om met hem te gaan naar deze woeste plaats, daar zijnde, zullen zij zich verheugen zo'n aangename woonstede te hebben gevonden. Daar zal de nachtuil, een onheilspellende nachtvogel, rusten, de wilde merel zal daar haar nest maken, Isaiah 34:15, leggen en haar jongen uitbikken, of uitbroeden, het gebroed er van zal in wezen gehouden worden, om erfgenamen te bezorgen voor die eenzame, woeste plaatsen, de gieren, die azen op dode lichamen, zullen aldaar met elkaar verzameld worden. Merk nu op: 1. Hoe de plaatsen, die door de mensen werden verlaten, en waarvan zij zich op een afstand houden, geschikte plaatsen zijn voor dieren, voor welke Gods voorzienigheid zorg draagt, en die zij niet zal veronachtzamen.

2. Op wie zij gelijken, die nors, ongezellig en ongenaakbaar zijn, zich in treurige neerslachtigheid terugtrekken in sombere eenzaamheid, zij zijn als deze eenzame schepselen, die zich verlustigen in woestheid.

3. Welk een akelige verandering teweeggebracht wordt door de zonde, zij verandert een vruchtbaar land in onvruchtbaarheid, een drukbezochte stad in een woestijn.

V. Hier wordt een verzekering gegeven van de volkomen vervulling van deze voorzegging zelfs tot in de kleinste bijzonderheden ervan, Isaiah 34:16 Isaiah 34:17:"Zoekt in het boek des Heeren en leest. Als dit verderf komt, vergelijkt dan de gebeurtenis met de voorzegging, en gij zult bevinden dat zij er nauwkeurig mee overeenkomt." Het boek van de profeten is het boek des Heeren (en wij behoren het te raadplegen en er mee te spreken), dat het gezag heeft van een Goddelijken oorsprong, wij moeten het niet alleen lezen, maar erin zoeken, ons eerst naar de ene tekst wenden, en dan naar een anderen, en ze met elkaar vergelijken. Zeer veel nuttige kennis zou door zo'n onderzoeken van de Schriften verkregen worden welke niet door een oppervlakkige lezing verkregen kan worden. Als gij de voorzegging uit het boek des Heeren gelezen hebt, merk dan op:

1. Dat gij overeenkomstig hetgeen gij gelezen hebt, ziet, niet een van deze zal er feilen, noch dier, noch vogel, en daar voorzegd is dat zij het zullen bezitten van geslacht tot geslacht en te dien einde de soort voortgeplant moet worden, zullen de paren in wezen blijven, deze tekenen van verwoesting zullen vruchtbaar zich en zich vermenigvuldigen en het land vervullen.

2. Dat Gods mond deze ontzettende monstering geboden hebbende, Zijn Geest ze tesamen zal brengen, zoals de dieren door instinct tot Adam vergaderd werden om namen te krijgen en tot Noach om in de ark gehuisvest te worden. Wat Gods woord bepaald heeft, zal door Zijn Geest ten uitvoer worden gebracht, want geen woord van God zal ter aarde vallen. Evenzo zal het woord van Gods belofte vervuld worden door de werkingen van Zijn Geest.

3. Dat er een juiste orde en evenredigheid in acht is genomen in de vervulling van de bedreiging. Hij heeft het lot geworpen voor deze dieren en vogels, zodat ieder van hen zijn plaats zal kennen, alsof zij door een meetsnoer was aangewezen. Zie hetzelfde in Joel 2:7, Joel 2:8. "Zij zullen hun rangen niet verbreken, en zij zullen elkaar niet dringen." De waarzeggers onder de heidenen voorspelden de gebeurtenissen naar de vlucht van de vogels, alsof het lot van de mensen van hen afhing: maar hier bevinden wij dat de vlucht van de vogels onder het bestuur is van de God van Israël, Hij heeft het lot voor hen verworpen.

4. Dat de verwoesting voortduren zal, tot in eeuwigheid zullen zo dat erfelijk bezitten. Gods Jeruzalem kan in puin worden geworpen kan wijken voor het Evangelie-Jeruzalem, dat nedergeworpen kan zijn, maar weer opgebouwd zal worden en voortduren zal, totdat het wijkt voor het hemelse Jeruzalem. Maar de vijanden van de kerk zullen verwoest zijn tot in eeuwigheid zullen met een eeuwige verwoesting worden gestraft.

Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Isaiah 34". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/isaiah-34.html. 1706.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile