Lectionary Calendar
Saturday, May 10th, 2025
the Third Week after Easter
the Third Week after Easter
video advertismenet
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Take your personal ministry to the Next Level by helping StudyLight build churches and supporting pastors in Uganda.
Click here to join the effort!
Click here to join the effort!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
1 Kronieken 21:17
en zeide David tot God: Immers heb ik bevolen het volk te tellen; ik ben het die gezondigd heb; ik, de herder, heb kwaad gedaan; maar dezen, de schapen, wat hebben zij bedreven? Heer, mijn god, zij toch uw hand tegen mij en mijns vaders huis, maar niet ter plage tegen uw volk.
Bible Study Resources
Concordances:
- Nave'sDictionaries:
- AmericanEncyclopedias:
- CondensedParallel Translations
Gereviseerde Lutherse Vertaling
en David sprak tot God: Ben ik het niet, die het volk liet tellen? Ik ben het, die gezondigd en die kwaad gedaan heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? Heer, mijn God, laat uwe hand tegen mij en mijns vaders huis, en niet tegen uw volk zijn om het te plagen.
en David sprak tot God: Ben ik het niet, die het volk liet tellen? Ik ben het, die gezondigd en die kwaad gedaan heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? Heer, mijn God, laat uwe hand tegen mij en mijns vaders huis, en niet tegen uw volk zijn om het te plagen.
Staten Vertaling
En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage.
En David zeide tot God: Ben ik het niet, die gezegd heb, dat men het volk tellen zou? Ja, ik zelf ben het, die gezondigd en zeer kwalijk gehandeld heb; maar deze schapen, wat hebben die gedaan? O HEERE, mijn God, dat toch Uw hand tegen mij, en tegen het huis mijns vaders zij, maar niet tegen Uw volk ter plage.
Bible Verse Review
from Treasury of Scripure Knowledge
Is it not I: 1 Chronicles 21:8, 2 Samuel 24:17, Psalms 51:4, Ezekiel 16:63
these sheep: 1 Kings 22:17, Psalms 44:11
what have: 2 Samuel 24:1
let thine: Genesis 44:33, Exodus 32:32, Exodus 32:33, John 10:11, John 10:12, Romans 9:3, 1 John 3:16
on my father's: Exodus 20:5, 2 Samuel 12:10, Psalms 51:14, Isaiah 39:7, Isaiah 39:8
that they should: Joshua 22:18
Reciprocal: Genesis 3:24 - a flaming Genesis 20:4 - wilt Joshua 5:13 - his sword Job 2:5 - put forth Ezekiel 11:13 - Then Jonah 1:12 - for
Gill's Notes on the Bible
See Gill "1Ch 21:1".