2 Samuël 13:19

Gereviseerde Leidse Vertaling

nam zij as en strooide die op haar hoofd, scheurde het prachtige kleed dat zij aanhad, legde de hand op haar hoofd en ging schreiende heen.

Parallel Translations

Gereviseerde Lutherse Vertaling
wierp Tamar as op haar hoofd, en scheurde den bonten rok, dien zij aanhad, en legde de hand op het hoofd en ging heen en schreide.

Staten Vertaling
Toen nam Thamar as op haar hoofd, en scheurde den veelvervigen rok, dien zij aanhad; en zij leide haar hand op haar hoofd, en ging vast henen en kreet.

Bible Verse Review
  from Treasury of Scripure Knowledge

put ashes: 2 Samuel 1:2, Joshua 7:6, Job 2:12, Job 42:6

laid her: Jeremiah 2:37

Reciprocal: Genesis 44:13 - General Leviticus 13:45 - his clothes 1 Samuel 4:12 - with earth 2 Samuel 15:32 - coat rent 1 Kings 20:41 - the ashes away 2 Chronicles 11:12 - he put shields Esther 4:1 - with ashes Job 2:8 - he sat Lamentations 2:10 - cast up Malachi 2:13 - covering Revelation 18:19 - they cast

Gill's Notes on the Bible

And Tamar put ashes on her head,.... In token of sorrow and distress; see Joshua 7:6;

and rent her garment of divers colours that [was] on her; signifying that her virginity was rent from her in a forcible manner, or that she was ravished:

and laid her hand on her head; through grief and shame; see Jeremiah 2:37;

and went on crying; from Amnon's house to her brother Absalom's, as one abused and injured.

Barnes' Notes on the Bible

Laid her hand on her head - To hold on the ashes (see the marginal references).

Went on crying - i. e. “went away, crying out as she went.”