Lectionary Calendar
Thursday, July 31st, 2025
the Week of Proper 12 / Ordinary 17
the Week of Proper 12 / Ordinary 17
video advertismenet
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Leidse Vertaling
2 Samuël 13:24
Hij kwam bij den koning en zeide: Uw dienaar houdt het feest van het schaapscheren; dat toch de koning en zijn dienaren met uw dienaar medegaan!
Bible Study Resources
Concordances:
- Nave'sDictionaries:
- AmericanEncyclopedias:
- CondensedParallel Translations
Gereviseerde Lutherse Vertaling
En hij ging tot den koning en sprak: Zie, uw knecht heeft schaapscheerders; de koning gelieve toch, benevens zijne knechten, mede te gaan met zijnen knecht.
En hij ging tot den koning en sprak: Zie, uw knecht heeft schaapscheerders; de koning gelieve toch, benevens zijne knechten, mede te gaan met zijnen knecht.
Staten Vertaling
En Absalom kwam tot den koning, en zeide: Zie, nu heeft uw knecht schaaps scheerders; dat toch de koning en zijn knechten met uw knecht gaan.
En Absalom kwam tot den koning, en zeide: Zie, nu heeft uw knecht schaaps scheerders; dat toch de koning en zijn knechten met uw knecht gaan.
Bible Verse Review
from Treasury of Scripure Knowledge
let the king: 2 Samuel 11:8-15, Psalms 12:2, Psalms 55:21, Jeremiah 41:6, Jeremiah 41:7
Reciprocal: 1 Samuel 25:2 - shearing 2 Samuel 15:7 - let me go Luke 18:5 - because
Gill's Notes on the Bible
And Absalom came to the king,.... At Jerusalem, to invite him in person:
and said, behold now, thy servant hath sheepshearers; persons employed in shearing his sheep: and this being a time of entertainment and joy,
let the king, I beseech thee, and his servants, go with thy servant; he invited the king and the whole royal family to go with him to Baalhazor, and partake of the sheepshearing feast; for by "his servants" are not meant the king's domestic servants, his guard and retinue, but his sons, as appears by what follows.