the Week of Proper 15 / Ordinary 20
Click here to learn more!
Read the Bible
Gereviseerde Lutherse Vertaling
2 Kronieken 34:30
Bible Study Resources
Concordances:
- Nave'sDictionaries:
- AmericanParallel Translations
En de koning ging op naar het huis des Heeren, en al de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem met hem, alsmede de priesters en de Levieten, en het ganse volk, van den kleinste af tot den grootste toe; en hij las hun al de woorden voor van het boek des verbonds dat in het huis des Heeren gevonden was.
En de koning ging op in het huis des HEEREN, en al de mannen van Juda en de inwoners van Jeruzalem, mitsgaders de priesters en de Levieten, en al het volk, van den grote tot den kleine toe; en men las voor hun oren al de woorden van het boek des verbonds, dat in het huis des HEEREN gevonden was.
Bible Verse Review
from Treasury of Scripure Knowledge
great and small: Heb. from great even to small, 2 Chronicles 15:12, 2 Chronicles 15:13, 2 Chronicles 18:30, Deuteronomy 1:17, Job 3:19
he read: 2 Chronicles 6:1-11, 2 Chronicles 17:7-9, Deuteronomy 17:18-20, Nehemiah 8:2-5, Ecclesiastes 1:12, Ecclesiastes 12:9, Ecclesiastes 12:10
the book: 2 Chronicles 34:15, 2 Chronicles 34:18, 2 Chronicles 34:19, 2 Chronicles 34:24, Exodus 24:7, 2 Kings 23:2, 2 Kings 23:21, Jeremiah 31:31, Jeremiah 31:32
Reciprocal: 2 Kings 23:1 - the king 1 Chronicles 13:1 - consulted 1 Chronicles 23:2 - he gathered 2 Chronicles 1:2 - to the captains 2 Chronicles 29:10 - to make a covenant Jeremiah 11:10 - turned Jeremiah 34:8 - had Ezekiel 46:10 - General
Gill's Notes on the Bible
:-.
Barnes' Notes on the Bible
The writer has characteristically substituted “Levites” for the “prophets” of 2 Kings 23:2. No doubt Josiah was accompanied by priests, prophets, and Levites, but the writer of Kings thought it enough to mention the two former, and merged the Levites in the mass of the people. The writer of Chronicles, on the other hand, thinks the presence of Levites too important to he omitted, and as the prophets could be but few in number, passes them over.
Clarke's Notes on the Bible
Verse 2 Chronicles 34:30. The king went — See on 2 Kings 23:1.