2 Kronieken 34:31

Gereviseerde Lutherse Vertaling

En de koning trad op zijne plaats, en maakte een verbond voor den Heer, dat men den Heer zou nawandelen, om zijne geboden, getuigenissen en rechten van ganser harte en van ganser ziel te onderhouden, om te doen naar al de woorden des verbonds, die geschreven stonden in dat boek.

Parallel Translations

Gereviseerde Leidse Vertaling
Daarna ging de koning op zijn standplaats staan en sloot voor den Heer het verbond dat zij den Heer zouden volgen, en zijn geboden, voorschriften en inzettingen van ganser hart en ziel onderhouden om de woorden van het verbond die in dit boek geschreven stonden te volbrengen.

Staten Vertaling
En de koning stond in zijn standplaats, en maakte een verbond voor des HEEREN aangezicht, om den HEERE na te wandelen, en om Zijn geboden, en Zijn getuigenissen, en Zijn inzettingen, met zijn ganse hart en met zijn ganse ziel, te onderhouden, doende de woorden des verbonds, die in datzelve boek geschreven zijn.

Bible Verse Review
  from Treasury of Scripure Knowledge

In his place: Instead of al omdo, "in his place," the parallel passage, 2 Kings 23:3, has al haammood, "by the pillar;" which is probably the true reading, as the LXX in both places read פןם ףפץכןם, "the pillar." 2 Chronicles 6:13, 2 Kings 11:4, 2 Kings 23:3, Ezekiel 46:2

made a covenant: This was expressed:

1. In general, to walk after Jehovah; to have no gods beside him.

2. To take this law for the regulation of their conduct.

3. In particular, to bend their whole heart and soul to the performance of it; so that they might not only have religion without, but piety within. 2 Chronicles 23:16, 2 Chronicles 29:10, Exodus 24:6-8, Deuteronomy 29:1, Deuteronomy 29:10-15, Joshua 24:25, Nehemiah 9:38, Nehemiah 10:29, Jeremiah 50:5, Hebrews 8:6-13

and his testimonies: Psalms 119:111, Psalms 119:112

with all: 2 Chronicles 15:12, 2 Chronicles 15:15, 2 Chronicles 31:21, Deuteronomy 6:5, Luke 10:27-29

to perform: Psalms 119:106

Reciprocal: Deuteronomy 13:4 - walk Deuteronomy 26:17 - avouched 2 Kings 11:14 - a pillar 2 Kings 11:17 - made a covenant 2 Chronicles 20:5 - Jehoshaphat 2 Chronicles 23:13 - the king Ezra 10:3 - let us make Psalms 103:18 - To such Jeremiah 11:2 - General Ezekiel 16:59 - which Ezekiel 44:3 - for Ezekiel 46:10 - General

Gill's Notes on the Bible

:-.

Clarke's Notes on the Bible

Verse 2 Chronicles 34:31. Made a covenant — See on 2 Kings 23:3. And see the notes on that and the preceding chapter, for the circumstances detailed here.