Lectionary Calendar
Sunday, May 19th, 2024
Pentacost
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!

Bible Commentaries
Psalmen 43

Dächsel BijbelverklaringDächsel Bijbelverklaring

Zoek naar…
Enter query below:

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 43

PSALM 43.

AANROEPING VAN GOD, DEN HOOGSTEN RECHTER.

De voor ons liggende Psalm, naar welks eerste woord (Judica, = Richt) de vijfde Zondag in den vastentijd zijnen naam heeft, staat in zo nauw verband tot den vorigen, dat hij minstens als een korter lied van dezelfden toon, van dezelfden dichter en uit dezelfden tijd te beschouwen is, wellicht zelfs moet gehouden worden als een gedeelte, dat tot den vorigen behoort of ene overzetting er van is. Nemen wij hem, daar eerst hier des zangers klacht, overgave en hoop door bijgevoegde vertrouwende bede volkomen worden, in den laatsten zin, dus als een gedeelte, dat tot den vorigen Psalm behoort, zo is de gang der gedachten de volgende:

III. Psalms 43:1-Psalms 43:5. Nog eens wordt in David's ziel de smart levendig, die zich in een sterk hulpgeschreeuw openbaart: hij bidt, dat de God Zijner sterkte hem tegenover zijne boze vijanden bijsta en hem terugvoere tot het zo innig door hem beminde heiligdom; nog eens onderdrukt hij de onrust in zijn hart, met zich hetzelfde toe te roepen, dat reeds tweemalen zijne kracht betoond heeft.

Inleiding

Bijbelverkaring van Dchsel, PSALMEN 43

PSALM 43.

AANROEPING VAN GOD, DEN HOOGSTEN RECHTER.

De voor ons liggende Psalm, naar welks eerste woord (Judica, = Richt) de vijfde Zondag in den vastentijd zijnen naam heeft, staat in zo nauw verband tot den vorigen, dat hij minstens als een korter lied van dezelfden toon, van dezelfden dichter en uit dezelfden tijd te beschouwen is, wellicht zelfs moet gehouden worden als een gedeelte, dat tot den vorigen behoort of ene overzetting er van is. Nemen wij hem, daar eerst hier des zangers klacht, overgave en hoop door bijgevoegde vertrouwende bede volkomen worden, in den laatsten zin, dus als een gedeelte, dat tot den vorigen Psalm behoort, zo is de gang der gedachten de volgende:

III. Psalms 43:1-Psalms 43:5. Nog eens wordt in David's ziel de smart levendig, die zich in een sterk hulpgeschreeuw openbaart: hij bidt, dat de God Zijner sterkte hem tegenover zijne boze vijanden bijsta en hem terugvoere tot het zo innig door hem beminde heiligdom; nog eens onderdrukt hij de onrust in zijn hart, met zich hetzelfde toe te roepen, dat reeds tweemalen zijne kracht betoond heeft.

Vers 1

1. Doe mij recht, o God! want nu lijd ik onrecht, en twist Gij mijne twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, dat in het geheel geen piëteit ten opzichte van Zijnen wettigen koning kent, van den man des bedrogs en des onrechts.

Men zou daaronder den met Absalom verbondenen Achitofel kunnen verstaan, voor wiens listigheid David in `t bijzonder vreesde, en wiens trouweloosheid hem boven alles smartte (2 Samuel 15:12, 2 Samuel 15:31; 2 Samuel 16:20, Psalms 41:10); deze had echter zeker ten tijde van het ontstaan van dezen Psalm zijn einde wel reeds gevonden (2 Samuel 17:23); het zou dan moeten zijn, dat men in David's leger van zijn einde nog niets geweten heeft..

Vers 1

1. Doe mij recht, o God! want nu lijd ik onrecht, en twist Gij mijne twistzaak; bevrijd mij van het ongoedertieren volk, dat in het geheel geen piëteit ten opzichte van Zijnen wettigen koning kent, van den man des bedrogs en des onrechts.

Men zou daaronder den met Absalom verbondenen Achitofel kunnen verstaan, voor wiens listigheid David in `t bijzonder vreesde, en wiens trouweloosheid hem boven alles smartte (2 Samuel 15:12, 2 Samuel 15:31; 2 Samuel 16:20, Psalms 41:10); deze had echter zeker ten tijde van het ontstaan van dezen Psalm zijn einde wel reeds gevonden (2 Samuel 17:23); het zou dan moeten zijn, dat men in David's leger van zijn einde nog niets geweten heeft..

Vers 2

2. Tot U neem ik mijne toevlucht; want Gij zijt de God mijner sterkte; Gij alleen kunt mij uit dezen mijnen nood redden. Deze is zo groot, dat ik wenend moet klagen: waarom verstoot Ga mij dan? 1) waarom ga ik steeds a) in het zwart, van wege des vijands onderdrukking? a) Psalms 35:14; Psalms 38:7; Psalms 42:10.

1) Dat was ene misvatting, want God heeft nooit een dergenen verstoten, die op Hem vertrouwden wat treurige gedachten zij ook mogen gehad hebben van hun eigen toestand. He is onmogelijk om de kracht van de vijanden der Kerk te rijmen met de almacht van den God der Kerk; maar die dag zal het raadsel oplossen, wanneer al Zijne vijanden zullen gesteld worden tot ene voetbank Zijner voeten..

Vers 2

2. Tot U neem ik mijne toevlucht; want Gij zijt de God mijner sterkte; Gij alleen kunt mij uit dezen mijnen nood redden. Deze is zo groot, dat ik wenend moet klagen: waarom verstoot Ga mij dan? 1) waarom ga ik steeds a) in het zwart, van wege des vijands onderdrukking? a) Psalms 35:14; Psalms 38:7; Psalms 42:10.

1) Dat was ene misvatting, want God heeft nooit een dergenen verstoten, die op Hem vertrouwden wat treurige gedachten zij ook mogen gehad hebben van hun eigen toestand. He is onmogelijk om de kracht van de vijanden der Kerk te rijmen met de almacht van den God der Kerk; maar die dag zal het raadsel oplossen, wanneer al Zijne vijanden zullen gesteld worden tot ene voetbank Zijner voeten..

Vers 3

3. Zend dan, nadat Gij mij zo diep verootmoedigd hebt, als enen enkel om mij te geleiden, Uw licht en Uwe waarheid 1) neer, Uwe liefde en trouw, die zich aan mij vernieuwt (57:4), dat die mij leiden; dat zij mij als bij de hand nemen en uit mijn treurigen en verlaten toestand uitvoeren, en brengen tot den berg Uwer heiligheid, tot Zion (Psalms 15:1, Psalms 24:3) en tot Uwe woningen, die zich daar bevinden; want daarheen verlang ik meer, dan naar het op dien berg gelegen koninklijk paleis.

1) Geen beteren leidsman kunnen wij hebben dan God, Zijn licht, Zijne waarheid, Zijn dierbaar en kostbaar woord. Maar wie leidt u, o ziel? Uwe vleselijke gezindheid, uwe lusten? maar die leiden ten verderve.

David was verstoken van het opgaan naar de tente op Zion. Daardoor ook van het den Heere vragen om raad door middel van de Uriem en Tummim, die verborgen was in den Efod van den Hogepriester. Toen hij eenmaal na de verwoesting van Ziklag niet wist, wat hij doen moest, riep hij Abjathar, om met den Efod te komen, en daarom met de Uriem en Tummim. En door middel daarvan wist hij, dat hij de Amalekieten mocht vervolgen.

Maar nu mist hij ook die Goddelijke uitspraak, en daarom is het hem behoefte, dat de Heere zelf hem den weg bekend make, Zijn wil openbare en smeekt hij: "Zend Uw licht en Uwe waarheid neer!"

Vers 3

3. Zend dan, nadat Gij mij zo diep verootmoedigd hebt, als enen enkel om mij te geleiden, Uw licht en Uwe waarheid 1) neer, Uwe liefde en trouw, die zich aan mij vernieuwt (57:4), dat die mij leiden; dat zij mij als bij de hand nemen en uit mijn treurigen en verlaten toestand uitvoeren, en brengen tot den berg Uwer heiligheid, tot Zion (Psalms 15:1, Psalms 24:3) en tot Uwe woningen, die zich daar bevinden; want daarheen verlang ik meer, dan naar het op dien berg gelegen koninklijk paleis.

1) Geen beteren leidsman kunnen wij hebben dan God, Zijn licht, Zijne waarheid, Zijn dierbaar en kostbaar woord. Maar wie leidt u, o ziel? Uwe vleselijke gezindheid, uwe lusten? maar die leiden ten verderve.

David was verstoken van het opgaan naar de tente op Zion. Daardoor ook van het den Heere vragen om raad door middel van de Uriem en Tummim, die verborgen was in den Efod van den Hogepriester. Toen hij eenmaal na de verwoesting van Ziklag niet wist, wat hij doen moest, riep hij Abjathar, om met den Efod te komen, en daarom met de Uriem en Tummim. En door middel daarvan wist hij, dat hij de Amalekieten mocht vervolgen.

Maar nu mist hij ook die Goddelijke uitspraak, en daarom is het hem behoefte, dat de Heere zelf hem den weg bekend make, Zijn wil openbare en smeekt hij: "Zend Uw licht en Uwe waarheid neer!"

Vers 4

4. En maak Gij het mij alzo mogelijk, dat ik weer als vroeger inga tot Gods altaar, waar men U dagelijks offeranden brengt (Leviticus 6:12), tot den God der blijdschap mijner verheuging, den God die mijne zaligheid, maar hier in mijne ballingschap zo verre van mij is (Psalms 42:2 ), en U met de harp love, o God, mijn God 1), voor al het goede, dat Gij ooit mij bewezen hebt, en door zulk een terugvoeren op nieuw mij bewijzen zult.

1) Welke zoetere klanken kan de muziek voortbrengen, dan deze vier woorden: "O God, mijn God!" God door het geloof te kennen, te bezitten, is de hemel der harten. Daarin ligt ene volheid van zegeningen..

Vers 4

4. En maak Gij het mij alzo mogelijk, dat ik weer als vroeger inga tot Gods altaar, waar men U dagelijks offeranden brengt (Leviticus 6:12), tot den God der blijdschap mijner verheuging, den God die mijne zaligheid, maar hier in mijne ballingschap zo verre van mij is (Psalms 42:2 ), en U met de harp love, o God, mijn God 1), voor al het goede, dat Gij ooit mij bewezen hebt, en door zulk een terugvoeren op nieuw mij bewijzen zult.

1) Welke zoetere klanken kan de muziek voortbrengen, dan deze vier woorden: "O God, mijn God!" God door het geloof te kennen, te bezitten, is de hemel der harten. Daarin ligt ene volheid van zegeningen..

Vers 5

5. Wederom (Psalms 42:6, Psalms 42:12) moet ik mij zelven toeroepen: wat buigt gij u neer, o mijne ziel! Van waar dat gij nog zo weinig vertrouwen hebt op de vervulling van uwen ernstigen wens, en wat zijt gij onrustig in mij, als zou de verhoring der bede voor altijd uitblijven? hoop op God, wacht op Hem, die Zijnen tijd en Zijn uur kent; want ik zal Hem zeker nog eens loven, omdat Hij mijne bede heeft gehoord; Hij is de menigvuldige verlossing mijns aangezichts, en mijn God. Ik wacht Zijne hulp en die zal zeker komen, al moet ik nog een tijd naar dien zegen wachten.

De juichende vreugde, welke de zanger gevoelt in de hoop op het wederzien van het heiligdom, is en blijft een heerlijk voorbeeld voor elk feest der nieuw Testamentische gemeente en voor de voorbereiding om eeuwig in Zijn huis te blijven..

Door Christus, ons altaar en onze offerande, kunnen wij hier vreugde in God vinden, waarvoor wij Zijnen naam zullen zegenen en prijzen; evenwel zien wij naar dien tijd uit, wanneer God, onze hoogste vreugde, aan onze zorgen een einde en ons geluk zal volkomen maken..

Het hoogste verlangen van den Christen is, als dat van den profeet in droefheid, zowel van zonde als van zorg verlost te worden, om in den weg der gerechtigheid onderwezen te worden door het licht der hemelse wijsheid, dat van het aangezicht van Jezus Christus schijnt, om de volheid der beloften te zien in Hem, die de waarheid is, en door dit licht en door die waarheid geleid te worden van het land dezer vreemdelingschap tot den heiligen heuvel, en tot de woningen van het recht in het Nieuwe Jeruzalem..

Vers 5

5. Wederom (Psalms 42:6, Psalms 42:12) moet ik mij zelven toeroepen: wat buigt gij u neer, o mijne ziel! Van waar dat gij nog zo weinig vertrouwen hebt op de vervulling van uwen ernstigen wens, en wat zijt gij onrustig in mij, als zou de verhoring der bede voor altijd uitblijven? hoop op God, wacht op Hem, die Zijnen tijd en Zijn uur kent; want ik zal Hem zeker nog eens loven, omdat Hij mijne bede heeft gehoord; Hij is de menigvuldige verlossing mijns aangezichts, en mijn God. Ik wacht Zijne hulp en die zal zeker komen, al moet ik nog een tijd naar dien zegen wachten.

De juichende vreugde, welke de zanger gevoelt in de hoop op het wederzien van het heiligdom, is en blijft een heerlijk voorbeeld voor elk feest der nieuw Testamentische gemeente en voor de voorbereiding om eeuwig in Zijn huis te blijven..

Door Christus, ons altaar en onze offerande, kunnen wij hier vreugde in God vinden, waarvoor wij Zijnen naam zullen zegenen en prijzen; evenwel zien wij naar dien tijd uit, wanneer God, onze hoogste vreugde, aan onze zorgen een einde en ons geluk zal volkomen maken..

Het hoogste verlangen van den Christen is, als dat van den profeet in droefheid, zowel van zonde als van zorg verlost te worden, om in den weg der gerechtigheid onderwezen te worden door het licht der hemelse wijsheid, dat van het aangezicht van Jezus Christus schijnt, om de volheid der beloften te zien in Hem, die de waarheid is, en door dit licht en door die waarheid geleid te worden van het land dezer vreemdelingschap tot den heiligen heuvel, en tot de woningen van het recht in het Nieuwe Jeruzalem..

Bibliografische Informatie
Dächsel, Karl August. "Commentaar op Psalms 43". "Dächsel Bijbelverklaring". https://www.studylight.org/commentaries/dut/dac/psalms-43.html. 1862-80.
 
adsfree-icon
Ads FreeProfile