Lectionary Calendar
Thursday, October 31st, 2024
the Week of Proper 25 / Ordinary 30
the Week of Proper 25 / Ordinary 30
advertisement
advertisement
advertisement
Attention!
Tired of seeing ads while studying? Now you can enjoy an "Ads Free" version of the site for as little as 10¢ a day and support a great cause!
Click here to learn more!
Click here to learn more!
Bible Commentaries
Bijbelverkaring van Matthew Henry Henry's compleet
Auteursrechtverklaring
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Deze bestanden zijn publiek domein en zijn een afgeleide van een elektronische editie die beschikbaar is op de website Bible Support.
Bibliografische Informatie
Henry, Matthew. "Commentaar op Revelation 18". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/commentaries/dut/mhm/revelation-18.html. 1706.
Henry, Matthew. "Commentaar op Revelation 18". "Bijbelverkaring van Matthew Henry". https://www.studylight.org/
Whole Bible (3)
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 18Wij hebben hier:
I Een engel, die den val van Babylon bekend maakt, Revelation 18:1, Revelation 18:2,
II. En de redenen van haar val mededeelt, Revelation 18:3,
III. Allen, die Gode toebehoren, aanmanende om van haar uit te gaan, Revelation 18:4, Revelation 18:5, en mede de hand te slaan aan haar verwoesting, Revelation 18:6,
IV. Het grote klaaglied, aangeheven door hen, die zolang aan haar zondige vermaken en voordelen hadden deelgenomen, Revelation 18:9, En
V. De grote vreugde van de overigen bij het zien van haar onherstelbare verwoesting, Revelation 18:20.
Inleiding
Bijbelverkaring van Matthew Henry, OPENBARING 18Wij hebben hier:
I Een engel, die den val van Babylon bekend maakt, Revelation 18:1, Revelation 18:2,
II. En de redenen van haar val mededeelt, Revelation 18:3,
III. Allen, die Gode toebehoren, aanmanende om van haar uit te gaan, Revelation 18:4, Revelation 18:5, en mede de hand te slaan aan haar verwoesting, Revelation 18:6,
IV. Het grote klaaglied, aangeheven door hen, die zolang aan haar zondige vermaken en voordelen hadden deelgenomen, Revelation 18:9, En
V. De grote vreugde van de overigen bij het zien van haar onherstelbare verwoesting, Revelation 18:20.
Verzen 1-8
Openbaring 18:1-8De val en verwoesting van Babylon zijn een gebeurtenis, zo ten volle in Gods raad besloten en van zo grote gevolgen voor Zijn belangen en heerlijkheid, dat de desbetreffende gezichten en voorzeggingen herhaald worden.
1. Hier wordt een andere engel van den hemel gezonden, bekleed met grote macht en heerlijkheid, Revelation 18:1. Hij had niet alleen licht in zich zelven, om de waarachtigheid van zijn eigen voorzegging te onderscheiden, maar ook om aangaande die grote gebeurtenis de wereld in te lichten en voor te lichten, en niet alleen licht om te onderscheiden, maar ook kracht om uit te voeren.
2. Deze engel kondigt den val van Babylon aan als iets, dat alreeds geschied is, en hij doet dit met een machtige, sterke stem, opdat allen zijn geroep kunnen horen en zien mogen hoe aangenaam het den engel was, dat hij deze tijding brengen mocht. Hier schijnt een zinspeling te zijn op de voorzegging van den val van het heidense Babylon, Isaiah 21:9, waar dat woord evenals hier herhaald wordt: "Zij is gevallen! zij is gevallen! Sommigen menen dat hierdoor een dubbele val bedoeld wordt, eerst haar afval en daarna haar ondergang, en zij geloven dat de onmiddellijk- volgende woorden hun zienswijze begunstigen. Zij is geworden ene woonstede der duivelen en ene bewaarplaats van alle onreine geesten, en ene bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte, Revelation 18:2. Maar ook deze woorden zijn ontleend aan Isaiah 21:9, en schijnen niet zozeer betrekking te hebben op haar zonden van het dienen van afgoden, die terecht duivelen genoemd worden, dan wel op haar straf. Het is algemeen bekend dat onreine geesten, evenals onrein en hatelijk gevogelte, gaarne samentrekken in een stad of een huis, die in puin gevallen zijn.
3. De redenen van haar verwoesting worden kenbaar gemaakt, Revelation 18:3. Alhoewel God nooit verplicht is rekenschap van Zijn daden te geven, behaagt het Hem toch dat te doen, voornamelijk wanneer het beschikkingen van Zijne voorzienigheid zijn zo ontzagwekkend en vreeslijk als deze. De goddeloosheid van Babylon was zeer groot geweest, want niet alleen had zij zelf den waren God verzaakt en afgoden opgericht, maar zij had ook met grote kunst en veel listigheid alle soorten van mensen in haar geestelijke hoererij medegetrokken, en door haar rijkdommen en weelde hen aan haar belangen verbonden.
4. Duidelijke waarschuwing wordt gegeven aan allen, die de barmhartigheid Gods mogen verwachten, om niet alleen van haar uit te gaan, maar mede te helpen aan haar verwoesting, Revelation 18:4 :
5. Merk hier op:
A. God kan de Zijnen hebben ook zelfs in Babylon, sommigen kunnen daar zijn, die door genade uitverkoren werden.
B. Gods volk zal geroepen, en daadwerkelijk geroepen, worden uit Babylon.
C. Zij, die besloten hebben met de goddelozen te delen in hun vermaken, moeten ook hun plagen ondergaan. D. Wanneer de zonden van een volk ten hemel opklimmen, zal de wraak van God op de aarde nederdalen.
E. Ofschoon het wreken van zich zelven verboden is, wil God dat Zijn volk onder Hem handelen zal in het neerwerpen van Zijn verharde en onverzoenlijke vijanden.
F. God zal de verhouding van de straffen der zondaren afmeten naar de hoegrootheid van hun goddeloosheid, hoogmoed en valse gerustheid, Revelation 18:7.
G. Wanneer de verwoesting plotseling een volk overvalt, is het onverwachte een grote vermeerdering van de ellende, Revelation 18:8.
Verzen 1-8
Openbaring 18:1-8De val en verwoesting van Babylon zijn een gebeurtenis, zo ten volle in Gods raad besloten en van zo grote gevolgen voor Zijn belangen en heerlijkheid, dat de desbetreffende gezichten en voorzeggingen herhaald worden.
1. Hier wordt een andere engel van den hemel gezonden, bekleed met grote macht en heerlijkheid, Revelation 18:1. Hij had niet alleen licht in zich zelven, om de waarachtigheid van zijn eigen voorzegging te onderscheiden, maar ook om aangaande die grote gebeurtenis de wereld in te lichten en voor te lichten, en niet alleen licht om te onderscheiden, maar ook kracht om uit te voeren.
2. Deze engel kondigt den val van Babylon aan als iets, dat alreeds geschied is, en hij doet dit met een machtige, sterke stem, opdat allen zijn geroep kunnen horen en zien mogen hoe aangenaam het den engel was, dat hij deze tijding brengen mocht. Hier schijnt een zinspeling te zijn op de voorzegging van den val van het heidense Babylon, Isaiah 21:9, waar dat woord evenals hier herhaald wordt: "Zij is gevallen! zij is gevallen! Sommigen menen dat hierdoor een dubbele val bedoeld wordt, eerst haar afval en daarna haar ondergang, en zij geloven dat de onmiddellijk- volgende woorden hun zienswijze begunstigen. Zij is geworden ene woonstede der duivelen en ene bewaarplaats van alle onreine geesten, en ene bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte, Revelation 18:2. Maar ook deze woorden zijn ontleend aan Isaiah 21:9, en schijnen niet zozeer betrekking te hebben op haar zonden van het dienen van afgoden, die terecht duivelen genoemd worden, dan wel op haar straf. Het is algemeen bekend dat onreine geesten, evenals onrein en hatelijk gevogelte, gaarne samentrekken in een stad of een huis, die in puin gevallen zijn.
3. De redenen van haar verwoesting worden kenbaar gemaakt, Revelation 18:3. Alhoewel God nooit verplicht is rekenschap van Zijn daden te geven, behaagt het Hem toch dat te doen, voornamelijk wanneer het beschikkingen van Zijne voorzienigheid zijn zo ontzagwekkend en vreeslijk als deze. De goddeloosheid van Babylon was zeer groot geweest, want niet alleen had zij zelf den waren God verzaakt en afgoden opgericht, maar zij had ook met grote kunst en veel listigheid alle soorten van mensen in haar geestelijke hoererij medegetrokken, en door haar rijkdommen en weelde hen aan haar belangen verbonden.
4. Duidelijke waarschuwing wordt gegeven aan allen, die de barmhartigheid Gods mogen verwachten, om niet alleen van haar uit te gaan, maar mede te helpen aan haar verwoesting, Revelation 18:4 :
5. Merk hier op:
A. God kan de Zijnen hebben ook zelfs in Babylon, sommigen kunnen daar zijn, die door genade uitverkoren werden.
B. Gods volk zal geroepen, en daadwerkelijk geroepen, worden uit Babylon.
C. Zij, die besloten hebben met de goddelozen te delen in hun vermaken, moeten ook hun plagen ondergaan. D. Wanneer de zonden van een volk ten hemel opklimmen, zal de wraak van God op de aarde nederdalen.
E. Ofschoon het wreken van zich zelven verboden is, wil God dat Zijn volk onder Hem handelen zal in het neerwerpen van Zijn verharde en onverzoenlijke vijanden.
F. God zal de verhouding van de straffen der zondaren afmeten naar de hoegrootheid van hun goddeloosheid, hoogmoed en valse gerustheid, Revelation 18:7.
G. Wanneer de verwoesting plotseling een volk overvalt, is het onverwachte een grote vermeerdering van de ellende, Revelation 18:8.
Verzen 9-24
Openbaring 18:9-24Hier hebben wij:
I. Een droevigen klaagzang van Babylons vrienden over haar val. Merk hier op:
1. Wie de rouwbedrijvenden zijn, allen die betoverd zijn geworden door haar hoererijen, allen die deelgenoten van haar zinnelijke vermaken zijn geweest, en allen die winst genoten hebben van haar weelde en koophandel-de koningen en de kooplieden der aarde. De koningen der aarde, die zij gevleid had met haar afgoderij, door hun toe te staan allerlei willekeur en dwingelandij over hun onderdanen te oefenen, terwijl zij aan haar ondergeschikt moesten blijven. De kooplieden, allen die met haar handel dreven in inschikkelijkheden, vergevingen, vergunningen, en voorrechten. Dezen zullen rouw bedrijven omdat niemand meer van die waren koopt.
2. Op welke wijze zij rouw bedreven.
A. Van verre staande, zij durfden haar niet naderen. Zelfs Babylons vrienden houden zich verre bij haar val. Ofschoon zij deelgenoten in haar zonden geweest zijn, en haar zondige vermaken en voordelen medegenoten hebben, zijn zij niet bereid om in haar plagen te delen.
B. Zij heffen een jammerlijk geween aan: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad.
C. Zij weenden en wierpen stof op hun hoofden, Revelation 18:19. De genietingen der zonde zijn slechts voor een ogenblik en zullen eindigen in droeven rouw. Allen, die zich verheugen in het welslagen der pogingen van de vijanden der gemeente, zullen delen in hun val, en zij, die zich het meest in hoogmoed en vermaken gebaad hebben, zijn het minst instaat om rampen te doorstaan, hun smarten zullen zo groot zijn als hun genoegens en vreugde waren.
3. Wat de reden van hun rouw was, niet hun zonden, maar de daarop volgende straf. Zij betreurden niet hun val in de afgoderij, en de weelderigheid, en de vervolgingswoede, maar hun val in de verwoesting, het verlies van hun handel, hun rijkdom en hun macht. De geest van den antichrist is een geest van deze wereld, hun smarten zijn dus enkel wereldse smarten, zij rouwden niet over den toorn Gods, die hen nu overvallen had, maar over het verlies van hun uitwendíge gemakken. Wij krijgen hier een lange lijst en inventaris van al de weelde en de handelsartikelen van deze stad, die nu plotseling verloren gingen, Revelation 18:12, Revelation 18:13, en onherstelbaar verloren bleven, Revelation 18:14. De vrucht der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan, en al wat lekker en wat heerlijk was is van u weggegaan, en gij zult het niet meer vinden. De gemeente Gods kan tijdelijk vallen, maar zij zal weer opstaan: maar de val van Babylon zal, gelijk die van Sodom en Gomorra, onherroepelijk zijn. Godsvrezende droefheid is in zekeren zin een ondersteuning onder de beproevingen, maar enkel wereldse droefheid verhoogt de ramp,
II. Een verhaal van de blijdschap en de zegepraal, beide in hemel en op aarde bij den onherroepelijken val van Babylon. Terwijl haar eigen mensen haar bewenen, worden de dienstknechten Gods opgeroepen om vreugde over haar te bedrijven, Revelation 18:20. 1. Deze vreugde zal algemeen zijn, hemel en aarde, engelen en heiligen zullen er in delen. Hetgeen een reden van blijdschap is voor de dienstknechten Gods op de aarde, is het ook voor de engelen Gods in den hemel.
2. Zij is gerechtigd en redelijk, en wel:
A. Omdat de val van Babylon was een daad van Gods wrekende gerechtigheid. God nam wraak over de zaak Zijns volks. Dat had zijn zaak overgelaten aan Hem, wie de wraak toekomt, en nu was het jaar der vergelding gekomen voor de ongerechtigheden, Zion aangedaan. En ofschoon zij zich niet verheugen mochten in de ellende van wie ook, hadden zij reden om zich te verblijden over de openbaring van Gods schitterende rechtvaardigheid.
B. Omdat het een onherstelbare verwoesting was. Deze vijandin zal nooit meer iemand aanranden, en daarvan worden zij overtuigd door een zeer merkwaardig teken, Revelation 18:21.
En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Alzo zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden en zal niet meer worden gevonden. Die plaats zal voor mensen niet meer bewoonbaar zijn, geen werk zal er meer verricht, geen vreugde genoten worden, geen licht zal er meer gezien worden, maar de uiterste duisternis en verlatenheid, als vergelding voor hare goddeloosheid, in de eerste plaats omdat zij door hare toverij alle volken verleid heeft, en ten tweede omdat zij verwoest en vermoord heeft allen, die zich niet door haar lieten bedriegen, Revelation 18:24. Zulke gruwelijke zonden verdienden algehele verdelging.
Verzen 9-24
Openbaring 18:9-24Hier hebben wij:
I. Een droevigen klaagzang van Babylons vrienden over haar val. Merk hier op:
1. Wie de rouwbedrijvenden zijn, allen die betoverd zijn geworden door haar hoererijen, allen die deelgenoten van haar zinnelijke vermaken zijn geweest, en allen die winst genoten hebben van haar weelde en koophandel-de koningen en de kooplieden der aarde. De koningen der aarde, die zij gevleid had met haar afgoderij, door hun toe te staan allerlei willekeur en dwingelandij over hun onderdanen te oefenen, terwijl zij aan haar ondergeschikt moesten blijven. De kooplieden, allen die met haar handel dreven in inschikkelijkheden, vergevingen, vergunningen, en voorrechten. Dezen zullen rouw bedrijven omdat niemand meer van die waren koopt.
2. Op welke wijze zij rouw bedreven.
A. Van verre staande, zij durfden haar niet naderen. Zelfs Babylons vrienden houden zich verre bij haar val. Ofschoon zij deelgenoten in haar zonden geweest zijn, en haar zondige vermaken en voordelen medegenoten hebben, zijn zij niet bereid om in haar plagen te delen.
B. Zij heffen een jammerlijk geween aan: Wee, wee de grote stad Babylon, de sterke stad.
C. Zij weenden en wierpen stof op hun hoofden, Revelation 18:19. De genietingen der zonde zijn slechts voor een ogenblik en zullen eindigen in droeven rouw. Allen, die zich verheugen in het welslagen der pogingen van de vijanden der gemeente, zullen delen in hun val, en zij, die zich het meest in hoogmoed en vermaken gebaad hebben, zijn het minst instaat om rampen te doorstaan, hun smarten zullen zo groot zijn als hun genoegens en vreugde waren.
3. Wat de reden van hun rouw was, niet hun zonden, maar de daarop volgende straf. Zij betreurden niet hun val in de afgoderij, en de weelderigheid, en de vervolgingswoede, maar hun val in de verwoesting, het verlies van hun handel, hun rijkdom en hun macht. De geest van den antichrist is een geest van deze wereld, hun smarten zijn dus enkel wereldse smarten, zij rouwden niet over den toorn Gods, die hen nu overvallen had, maar over het verlies van hun uitwendíge gemakken. Wij krijgen hier een lange lijst en inventaris van al de weelde en de handelsartikelen van deze stad, die nu plotseling verloren gingen, Revelation 18:12, Revelation 18:13, en onherstelbaar verloren bleven, Revelation 18:14. De vrucht der begeerlijkheid uwer ziel is van u weggegaan, en al wat lekker en wat heerlijk was is van u weggegaan, en gij zult het niet meer vinden. De gemeente Gods kan tijdelijk vallen, maar zij zal weer opstaan: maar de val van Babylon zal, gelijk die van Sodom en Gomorra, onherroepelijk zijn. Godsvrezende droefheid is in zekeren zin een ondersteuning onder de beproevingen, maar enkel wereldse droefheid verhoogt de ramp,
II. Een verhaal van de blijdschap en de zegepraal, beide in hemel en op aarde bij den onherroepelijken val van Babylon. Terwijl haar eigen mensen haar bewenen, worden de dienstknechten Gods opgeroepen om vreugde over haar te bedrijven, Revelation 18:20. 1. Deze vreugde zal algemeen zijn, hemel en aarde, engelen en heiligen zullen er in delen. Hetgeen een reden van blijdschap is voor de dienstknechten Gods op de aarde, is het ook voor de engelen Gods in den hemel.
2. Zij is gerechtigd en redelijk, en wel:
A. Omdat de val van Babylon was een daad van Gods wrekende gerechtigheid. God nam wraak over de zaak Zijns volks. Dat had zijn zaak overgelaten aan Hem, wie de wraak toekomt, en nu was het jaar der vergelding gekomen voor de ongerechtigheden, Zion aangedaan. En ofschoon zij zich niet verheugen mochten in de ellende van wie ook, hadden zij reden om zich te verblijden over de openbaring van Gods schitterende rechtvaardigheid.
B. Omdat het een onherstelbare verwoesting was. Deze vijandin zal nooit meer iemand aanranden, en daarvan worden zij overtuigd door een zeer merkwaardig teken, Revelation 18:21.
En een sterke engel hief een steen op als een groten molensteen, en wierp dien in de zee, zeggende: Alzo zal de grote stad Babylon met geweld geworpen worden en zal niet meer worden gevonden. Die plaats zal voor mensen niet meer bewoonbaar zijn, geen werk zal er meer verricht, geen vreugde genoten worden, geen licht zal er meer gezien worden, maar de uiterste duisternis en verlatenheid, als vergelding voor hare goddeloosheid, in de eerste plaats omdat zij door hare toverij alle volken verleid heeft, en ten tweede omdat zij verwoest en vermoord heeft allen, die zich niet door haar lieten bedriegen, Revelation 18:24. Zulke gruwelijke zonden verdienden algehele verdelging.